Wie de bal kaatst …
Uit onverdachte en betrouwbare bron hebben we recentelijk vernomen dat er in het middelbaar onderwijs nog weinig aandacht wordt geschonken aan de studie van het Middelnederlands. Om ook de jonge lezertjes de kans te geven om de titel te vervolledigen, geven we daarom het volledige middeleeuwse gezegde dat was gebaseerd op de destijds meest populaire sport: Wie de bal kaatst, moet hem terug verwachten. De Amerikaanse president ligt echter niet wakker van potentiële tegenmaatregelen uit China of Europa op de door hem eenzijdig opgelegde verhoging van de invoertaksen. De tegenreactie die we tot nu toe hebben moeten optekenen vanuit het Oude Continent zijn dan ook niet van aard om de Trump administratie te verontrusten. De Europese heffingen op een aantal Amerikaanse producten zijn chirurgisch gericht op die lidstaten van de VS die de meeste stemmen bijdragen aan de Republikeinse partij, om daar precies de gevolgen van de handelspolitiek het hardst te laten voelen. Dat is een nogal doorzichtig manoeuvre dat zich maar al te gemakkelijk zal laten kapen door Amerikaanse hardliners en het vijandsbeeld dat Europa aangemeten heeft gekregen alleen nog zal verscherpen. Met de verkiezingen van midden november met stip op één op de Amerikaanse politieke agenda, vormt de Europese reactie dan ook niet minder dan een regelrecht geschenk.
De dreiging voor een escalatie van het handelsconflict met China is echter van een andere orde. De bedragen zijn niet alleen substantiëler, het onderliggende dispuut gaat ook veel dieper. Het gaat hierbij niet alleen meer over een onevenwicht in de handelspositie maar vooral over het manifeste gebrek aan respect dat China in het verleden toonde voor het Amerikaanse patentrecht. Door zijn maatregelen rechtstreeks op Chinese technologische bedrijven te richten treft hij de Rode Reus in de kern van zijn industriële beleid waarmee de Chinese economische structuur (tot nu toe succesrijk) weg werd gestuurd van goedkope massaproducten naar productie met hogere toegevoegde waarde die minder arbeidsintensief is en hogere marges toelaat.
China is hierdoor verplicht om krachtdadig te reageren, maar we gaan ervan uit dat dit met de nodige bedachtzaamheid zal gebeuren. Toch wordt er nadrukkelijk met vuur gespeeld. De stilte vanuit het kabinet van staatssecretaris Mnuchin, die zich, in de ogen van de Trump–aanhangers, vorige maand al te gemakkelijk in de doeken liet doen door de Chinese onderhandelaars, is veelbetekenend.
De doelstelling van het ostentatief rollen van spierballen op het internationale handelsfront, is overduidelijk gericht op het verwerven van een stevige positie aan de onderhandelingstafel, maar creëert telkens weer ongerustheid die zich uit in relatief scherpe bewegingen op de financiële markten. Deze gerichte Amerikaanse maatregelen zomaar als capricieus omschrijven en wijten aan het wispelturige karakter van de president, is vandaar wellicht te oppervlakkig. Daarenboven zijn de aangekondigde Amerikaanse tariefverhogingen niet helemaal ten onrechte. China veegt inderdaad al decennialang de internationale regelgeving aan zijn spreekwoordelijke laars.
In de Europese laars drijft opnieuw het doembeeld boven van een anti-Europees beleid door de benoeming van een eurosceptisch politicus op een symbolisch belangrijke positie in de Italiaanse Senaatscommissie voor Financiën.
Maar u weet intussen wel beter dan u te laten leiden door politiek gekonkel. De rentetarieven blijven immers relatief laag, de dollar wisselkoers evolueert in de juiste richting en de bedrijfsresultaten blijven van uitstekende kwaliteit in de VS en zijn meer dan bevredigend in de eurozone. De Aziatische landen zijn echter meer beducht (en kwetsbaar) voor een internationale groeivertraging die het gevolg zou kunnen zijn van een verdere escalatie op het handelsfront.