Michel Klompmaker
De zakelijke activiteiten van het VVD Eerste Kamerlid Mr. Dr. Anne-Wil Duthler werden onlangs in het maartnummer van Quote besproken door Kim van Keken (journaliste van het jaar in 2017) en Dieuwertje Kuijpers. Het artikel omvat een tiental pagina’s. Daarnaast werd door Quote een artikel online geplaatst over het beslag dat gelegd was bij het bedrijf van Duthler. Blijkbaar is dat laatste artikel bij mevrouw Duthler in het verkeerde keelgat geschoten. Afgelopen donderdag diende dan ook het Kort Geding in Amsterdam tegen Quote en haar hoofdredacteur. Tamelijk uniek, want voor zover bekend heeft nog nooit een zittend Kamerlid een journalist en een medium voor de rechter gedaagd naar aanleiding van een kritische publicatie. In de publicaties worden onder andere vraagtekens gesteld bij de “dubbele petten” van mevrouw Duthler en onduidelijke verhoudingen van een tiental bedrijven, allemaal gehuisvest in hetzelfde pand in Den Haag. Des te opmerkelijker was het dat afgelopen donderdag twee Haagse dames de rechtszaal betraden, beiden in toga. Mevrouw Duthler en haar advocate Henriëtte Dietz. Ook de rechter van dienst keek verbaasd op en vroeg als eerste om uitleg. Koren op de molen natuurlijk voor de advocaat van Quote en de journalisten, Mr. Christiaan A. Alberdingk Thijm.
Er was echt even sprake van verwarring. Anne-Wil Duthler in de rechtszaal, niet in haar nette kledij, maar in toga. Ze vertegenwoordigt namelijk zichzelf, met hulp van haar kantoorgenoot Henriëtte Dietz. Dat betekent dat Duthler in Amsterdam bij dit Kort Geding zowel als eiser als advocaat aanwezig was. De advocate van de politica begon haar betoog met het feit dat persvrijheid een groot goed is, maar dat er ook grenzen zijn. Volgens haar staat het gewraakte artikel bol van de feitelijke onjuistheden en daarom eist zij een stevige rectificatie. De eis is niet mals te noemen: een rectificatie op de site, die daar een jaar lang moet blijven staan, en die Quote moet doorsturen naar alle media die het bericht hebben overgenomen, plus een schadevergoeding.
Tijdens de zitting merkte Christiaan Alberdingk Thijm, de advocaat van de gedaagden, op dat Duthlers dubbelrol tekenend is voor wat de gedaagde journalisten in hun publicaties duidelijk wilden maken: de ‘dubbele petten’ die Duthler in haar zakelijk leven voortdurend hanteert.
Waar ging het nu over?
Duthler is oprichtster en enig aandeelhouder van Duthler Associates, een bedrijf dat deel uitmaakt van een keten van bv’s die allemaal op hetzelfde pand ingeschreven staan en stuk voor stuk in handen zijn van Duthler of haar man. Dieuwertje Kuijpers en Kim van Keken ontdekten vorig jaar dat dit bedrijf adviezen aan het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport gaf die in wetgeving belandden, waar Duthler in de Eerste Kamer vervolgens over stemde. Tevens onthulden de journalisten dat een ander bedrijf uit de keten financieel profiteerde van die wetgeving. Ook betaalde mevrouw Duthler via haar advocatenkantoor en haar persoonlijke holding rekeningen voor de andere bv’s.
Dat lijkt toch wel enigszins op een geval van belangenverstrengeling. Maar Duthler ontkende dat daar sprake van was: ze zei sinds 2014 geen werkzaamheden meer voor Duthler Associates te hebben uitgevoerd. Haar enige rol in de keten zou die als advocaat bij First Lawyers zijn. Haar partij, de VVD, vond die verklaring afdoende. Tot 15 maart 2019. Op die datum publiceerden Van Keken en Kuijpers in het artikel met als titel “Geldeiser legt beslag op bedrijf VVD-senator Anne-Wil Duthler”. De beide journalisten kregen het beslagdossier in handen waaruit blijkt dat Duthlers rol in de keten groter was dan ze claimde. Zo betaalde ze via haar advocatenkantoor en haar persoonlijke holding rekeningen voor de andere bv’s. Ook bleek uit correspondentie dat ze op hoog niveau beslissingen binnen de keten nam. Naar aanleiding van de publicaties in Quote kondigde de VVD aan dat hun eigen integriteitscommissie een onderzoek naar Duthler zou uitvoeren. Al eerder kwam Duthler in het nieuws als commissaris bij de bedrijven van de ex-voorzitter van de VVD, Henry Keizer.
De rechter doet op 25 april 2019 uitspraak in de namiddag.