Michel Klompmaker
Theodor Kockelkoren was gedurende dertien jaren één van de gezichtsbepalende toezichthouders bij de AFM. In de herfst van 2015 verliet hij de AFM. Hij schreef over zijn periode als toezichthouder een boekje, getiteld “Toezicht als beroep”. Theodor zal de eerste spreker zijn van het komende Behavioral Risk Congres. We spraken we met hem over de inhoud van dit boekje, dat overigens perfect aansluit bij het thema van ons Congres.
De auteur, Theodor Kockelkoren is inmiddels weer aan het werk bij zijn vroegere werkgever, niet de AFM, maar bij McKinsey in Amsterdam. Hij schreef het boekje toen bij zijn vrouw borstkanker werd vastgesteld. Over die periode sprak hij openhartig, en bericht ons dat het met zijn vrouw inmiddels beter gaat. Als Risk & Compliance Platform Europe hadden we een kort interview met hem in aanloop naar het Congres van 6 december aanstaande in Baarn.
Wat was de aanleiding om dit boekje te schrijven? Idealisme, frustratie of iets anders?
Theodor Kockelkoren: “De aanleiding om het boekje te schrijven was een verzoek van DNB. Zij vroegen nadat ik mijn vertrek bij de AFM had aangekondigd om bij hun ‘meet the expert’ lezingenreeks te komen vertellen over wat ik had geleerd in mijn dertien jaar als toezichthouder. Ik vond het in eerste instantie een lastige vraag. Maar op een gegeven moment schreef de speech zo ongeveer zichzelf. Ik had eigenlijk teveel materiaal in mijn hoofd voor een lezing van drie kwartier. Toen de lezing enthousiast ontvangen was, besloot ik er een boekje van te maken.”
Uit het boekje komt naar voren dat bij de toezichthouder(s) het een en ander nogal eens fout gaat. U beschrijft wat er bij de AFM zoal niet helemaal goed ging. Was dit inzicht er al toen u nog bij de AFM werkte, of is dat later gekomen toen u wat afstand kon nemen?
Theodor Kockelkoren: “Ja, ook toezichthouders maken fouten. Zo beschrijf ik in het boekje dat we bij de DSB harder de beuk erin hadden moeten gooien. Dit gevoel heb je als toezichthouder al op het moment dat DSB failliet gaat. Het besef wordt nog wat helderder, denk ik, als er wat meer tijd overheen is gegaan en je in alle rust kunt terugkijken.”
Ergens in het boekje schrijft u dat toezicht meer is dan een gewone baan. Wat bedoelt u precies daarmee?
Theodor Kockelkoren: “Ik beschrijf hoe in toenemende mate ik gegrepen werd door toezicht. Vooral de financiële crisis heeft veel mogelijkheden gecreëerd voor de AFM. De crisis heeft denk ik voor veel mensen – binnen en buiten de financiële sector – de ogen geopend voor de noodzaak de waarden van veiligheid en eerlijkheid een belangrijke plaats in de sector te geven. De mogelijkheid om een bijdrage te leveren aan een betere financiële sector, heeft mij veel energie gegeven en heeft ertoe geleid dat ik de toezichtbaan als meer dan een gewone baan heb uitgevoerd.”
Namens de AFM heeft u gedurende de periode dat u daar werkzaam was nogal wat ingrijpende maatregelen genomen, zoals de maatregelen inzake het provisieverbod voor de intermediairs. Hoe kijkt u daar nu achteraf op terug?
Theodor Kockelkoren: “Ja, het provisieverbod was een ingrijpende maatregel. Hoe meer ik terug kijk naar deze maatregel, hoe meer ik het gevoel heb dat dit een goede maatregel was. In Nederland stelt het veel ondernemers in staat om een ondernemingsmodel te bouwen dat gericht is op de klant – die daar ook voor betaalt. Ik denk dat heel gezond is als klanten bewust nadenken voordat ze serieus geld uitgeven aan financieel advies en financiële producten. Klanten zijn daartoe ook bereid als enerzijds de noodzaak ervan zien en anderzijds de toegevoegde waarde ervaren. Dat prikkelt financieel dienstverleners om dienstverlening te creëren die past bij de wensen van klanten. In Europa wordt per 1 januari 2018 voor een deel van de beleggingsdiensten ook een provisieverbod ingevoerd. Het is fascinerend om te zien dat Europese banken en beleggingsondernemingen met enige jaloezie kijken naar hoe in Nederland de gehele markt in 2013 en 2014 deze stap succesvol heeft weten te zetten. En het is mooi om te zien hoe deze Europese maatregel nu in Europa veel financiële instellingen opnieuw laat nadenken over de vragen: wie zijn mijn klanten, wat zijn hun behoeften en hoe kan ik daar het beste op inspringen? Zonder dit Europese provisieverbod waren deze vragen niet bij zoveel instellingen met nogal wat intensiteit gesteld.”
Wat zal uw belangrijkste boodschap zijn voor de bezoekers van het komende Behavioral Risk Congres, daar waar het gaat over gedrag en cultuur?
Theodor Kockelkoren: “Eén belangrijke boodschap zal zijn dat het gedrag van mensen en cultuur niet alleen of zelfs zozeer gedreven wordt door onze innerlijke overtuigingen maar door externe factoren. Dit kan iets zijn wat indirect waarneembaar is, zoals traditie (‘zo doen wij nu eenmaal de dingen hier’). Het kan ook een factor zijn die heel goed waarneembaar is, zoals financiële beloningen, door het management geformuleerde doelstellingen, of het business model. Iedereen die het gedrag van mensen in een organisatie wil beïnvloeden, om te beginnen het management, zal willen bepalen in welke mate de externe factoren doorwerken. Bij voorkeur zou het management ook willen weten hoe de innerlijke drijfveren van mensen en externe factoren elkaar op een voor mensen en onderneming gunstige manier kunnen versterken.
Is er fundamenteel iets veranderd met betrekking tot de rol die “rating agencies” spelen in de Financial Services Industry?
Theodor Kockelkoren: “Ik heb niet die indruk.”
Hartelijk dank voor uw tijd en geduld bij de beantwoording van onze vragen.
Theodor Kockelkoren: “Graag gedaan.”
Theodor Kockelkoren: "Het management zou ook de innerlijke drijfveren van mensen en externe factoren op een gunstige manier kunnen versterken.“
22 november 2016
Kennisbank