Silvia Steisel
Terwijl Portugal opstaat uit de ergste crisis die het democratische land in zijn geschiedenis meemaakte, zeggen velen hardop “zoiets nooit meer”. Toch is het moeilijk om niet terug te grijpen naar de oude economische modellen. Die hebben de Portugezen ertoe gedwongen om een strak beleid te voeren en op sociaal vlak een ongeziene stap achterwaarts te zetten. Misschien schuilt de oplossing in een sociale economie? De verschuiving daarnaar vindt stukje bij beetje plaats door toedoen en onder impuls van jongeren. Een utopie is het al lang niet meer: in slechts vijf jaar tijd bouwde de Portugese sociale economie een ecosysteem uit en is ze goed op weg om binnen Europa een referentie te worden.
Wie nu een bezoek brengt aan Portugal, kan niet naast het aanstekelijke optimisme en dynamisme kijken. De meertalige, geconnecteerde jongeren zijn haast niet meer weg te denken uit het straatbeeld. Zij willen niets liever dan een einde maken aan die ‘vervloekte crisis’ die een domper zette op hun jeugd. Sommigen onder hen behaalden zopas hun diploma aan de NOVA Business School, de universiteit van Coimbra of de Catolica. Ze volgden er een masteropleiding over impact en sociaal ondernemerschap, een verplicht vak in de huidige managementprogramma’s. Tijdens die opleidingen staat volgens de NOVA Business School één stelling centraal: elke CEO zou moeten handelen als een sociaal ondernemer terwijl elke sociale ondernemer zou moeten handelen als een CEO.
Bouwen aan ecosysteem
Wanneer je in de groene tuin van de Gulbenkian Foundation in Lissabon staat, kun je je nauwelijks voorstellen dat diezelfde stichting de bakermat was van de eerste maatschappelijke beleggingen in Portugal. Door met steun van de Europese Commissie de Portugese “Social Investment Taskforce” op te richten, lukte het de stichting om de belangrijkste spelers uit de private en openbare sector te verenigen. Om samen de eerste markt voor maatschappelijk verantwoorde beleggingen van het land te creëren. Dat is onmiskenbaar een grote sterkte van filantropie: het vermogen om mensen te mobiliseren en voor voldoende momentum zorgen
In het land van Magellan prijken sociale investeringen hoog op de publieke agenda. Dat blijkt uit het initiatief ‘Portugal Social Innovation’ dat dergelijke investeringen positief onder de aandacht brengt en uit het Portugese B Corps label dat bedrijven ertoe aanzet om van maatschappelijke impact een speerpunt van hun strategie te maken. Bovendien geeft ook Europa een duw in de rug. De EU ziet Portugal als een testlab voor een sociale en solidaire economie en komt daarom met 150 miljoen euro aan steun over de brug.
In de voetsporen
Hoewel de sociale economie in Portugal een rooskleurige toekomst tegemoet gaat, zijn er ook hindernissen. Doordat er geen wettelijk kader is dat met de specifieke eigenschappen van sociaal ondernemerschap rekening houdt, blijft de maatschappelijke innovatie beperkt tot de tertiaire sector. De sociale economie mag dan wel een prioriteit zijn voor de overheid, om uit te groeien tot een volwassen sector zullen inspanningen op lange termijn nodig zijn. Hoewel de voortrekkers van sociale innovatie van zich laten horen, valt op dat diegenen die in Portugal het meest aan filantropie doen toch eerder conservatief zijn. En al is de markt van de maatschappelijke verantwoorde beleggingen een paradepaard in Portugal, op internationaal vlak is de omvang ervan te klein om een rol van betekenis te spelen.
Toch nodigt het inspirerende Portugese model uit om in ’s lands voetsporen te treden. Toen voormalig premier Miguel Maduro het Portugese programma voor sociale innovatie voorstelde, verwoordde hij het zo: “Een crisis verspillen zou onvergeeflijk zijn”.
De afdeling Filantropie van Bank Degroof Petercam volgt alle ontwikkelingen op de voet op het vlak van sociale en solidaire economie, en het bijzonder het Portugese model. Met onze Degroof Petercam Foundation streven wij ernaar dat sociale innovatie een onderdeel wordt van best practices.
De auteur, Silvia Steisel is Head of Philanthropy bij Bank Degroof Petercam in Brussel.