Plensbui op Wall Street
Het moest er eens van komen, natuurlijk. Na een adembenemende rally die startte in maart 2020, op het hoogtepunt van de wanhoop en in het volle besef van de ernst van de gezondheidscrisis maar ook van de maatregelen die werden genomen om de negatieve economische en financiële gevolgen zoveel mogelijk te beperken en een krachtig en spoedig conjunctureel herstel in stelling te brengen. De extreem lage rentevoeten, gigantische liquiditeitsinjecties in het financiële systeem en de aangekondigde, verregaande engagementen van de overheden vormden een ideaal lanceerplatform voor koersstijgingen op obligatiemarkten en aandelenbeurzen, waarbij vooral technologiewaarden en specifieke thematische accenten voor het mooie weer zorgden. Maar de onweerswolken stapelden zich de laatste weken zeer nadrukkelijk op. Initieel konden de beurzen nog gemakkelijk weerstaan aan de terugval aan economisch momentum, af te lezen aan de teleurstellende werkgelegenheidscijfers en de conjunctuurbarometers in augustus, want dat betekende alleen dat het conjunctureel herstel zich enkele maanden later zou situeren. Beter nog, hierdoor kon de onmiddellijke druk op de inflatie-indicatoren en de lange termijn rente zelfs wat afnemen.
Ook de vervelende verstoringen in de aanbodketens werden met het nodige begrip en geduld onthaald maar de recente hick-ups in de energietoevoer vormden wel een eerste struikelblok want die legden precies die fabrieken plat die ervoor moesten zorgen dat de toevoer van halffabricaten vlot getrokken wordt. Vandaar ook een vrij diepe karteling in de koersen van technologiewaarden. Maar de cavalerie is onderweg. Met man en macht wordt er gezocht naar transportmogelijkheden voor olie en gas om aan de stijgende vraag (aan een hogere prijs) te kunnen voldoen. Dat uit zich onder meer in de verdere stijgingen van de Baltic Dry-index, de belangrijkste graadmeter voor de prijzen van bulkscheepvaart.
De voornaamste bron van ergernis op de financiële markten situeert zich echter niet bij de recente economische ontwikkelingen, maar wel op het politieke vlak. In het verleden wilden we weleens meewarig voorbijgaan aan allerlei politieke (schijn)manoeuvres, maar deze keer liggen de kaarten anders want het overheidsoptreden vormt momenteel een van de basisvoorwaarden voor het verder doortrekken van de hoogconjunctuur op de beurzen. Enerzijds is het belangrijk om het lage rentepeil [*1] nog geruime tijd aan te houden en mag de overtuiging in de eindoverwinning op het virus en het geloof in de efficiëntie van de vaccins niet afzwakken, maar anderzijds is het ook van cruciale orde dat ook de determinatiegraad van de overheden om de crisis zonder enige terughoudendheid te bestrijden, op het hoogste peil blijft. Dit laatste element heeft de afgelopen week echter een flinke knauw gekregen wanneer bleek dat de Republikeinse oppositie er niet van terug deinsde om het bijna bereikte schuldenplafond aan te grijpen om toekomstige overheidsinvesteringen te blokkeren en daarmee een (flink) pad in de korf van het economische herstel te zetten.
De paniekerige oproepen van zowel de Amerikaanse centrale bank als van Janet Yellen, dienstdoend minister van Financiën, deden geen goed aan deze zaak. Zij verwezen naar de verregaande gevolgen wanneer er door het bereiken van het schuldenplafond kortelings verregaande thesaurie tekorten zullen ontstaan zodat de VS niet meer aan zijn financiële verplichtingen kan voldoen en daarom in faling dreigt te gaan. Voor een goed begrip: dit is hoogst onwaarschijnlijk, maar het roept toch vraagtekens op wanneer zowel de Fed als de minister van Financiën daar nu zoveel nadruk op leggen. Zou men het van Republikeinse zijde dan écht menen en is dit gekrakeel deze keer meer dan de klassieke politieke aandachttrekkerij?
Ook een shut down van sommige overheidsdiensten (zelfs als het al de zoveelste in rij is en het alleen gaat om niet-essentiële diensten) biedt een weinig aanlokkelijk perspectief. De vorige shut down (die liep van 22.12.2018 tot 25.01.2019) kostte de schatkist $ 11 miljard en dat zijn middelen die onttrokken worden aan toekomstige economische steunmaatregelen. Op de financiële markten kunnen we dergelijke vooruitzichten momenteel missen net zoals zondag een lekke band in het roemruchte bos van Wallers-Arenberg …
De combinatie van verstoringen in de aanbodketens, tegensputterende politici, tekorten in microchips en nog meer van dat fraais, zijn vanzelfsprekend van aard om een neerwaartse koerscorrectie uit te lokken.
Een fikse regenbui op de aandelenmarkten waar niemand beter van wordt, maar voorlopig volstaat een stevig regenscherm, gecombineerd met wat karakter, geduld en doorzettingsvermogen [*2].
[*1] Een beperkte stijging tot het pre-pandemie niveau is natuurlijk geen probleem.
[*2] Eigenschappen die ook van nut zijn op de dobberende kasseien op weg naar Roubaix, waar het Leuvense debacle met glans zal worden rechtgezet.