
Was het een blip of is het een blijver?
De Amerikaanse inflatiecijfers zorgden in februari voor een ontgoochelende terugslag op de aandelenbeurzen en trokken opnieuw een diep spoor van vernieling door de al zwaar gehavende obligatiemarkten. De stijging van de kleinhandelsprijzen neemt in de VS weliswaar af maar dat verloopt blijkbaar tegen een tergend langzaam tempo. In Europa lijkt de situatie zelfs nog te verergeren. De inflatie versnelt immers nog altijd opwaarts, onder impuls van op hol geslagen voedingsprijzen, in weerwil van de daling van (bijna) alle [*1] voedingscomponenten op de wereldmarkten. Het excuus dat de huidige versnelling van de prijs van voeding aan de kassa van de supermarkt slechts de vertaling vormt van eerdere stijgingen (in het laatste kwartaal van 2021 en het eerste van 2022) van energie, meststoffen en diverse basisproducten klinkt voorlopig nog aannemelijk maar moet dan kortelings worden gevolgd door substantiële dalingen. Staatsinterventie moet tot een minimum beperkt blijven maar wanneer het algemeen belang wordt bedreigd door voorthollende inflatie, pleit dit voor een verscherpt toezicht en duidelijke verantwoording voor de doorrekening van kosten aan de consumenten, zeker wanneer dit opnieuw de economisch zwakste groep van de bevolking disproportioneel treft. Een beter verantwoordingsbeleid zou daarenboven zoveel efficiënter zijn dan het huidige spierballen gerol met stoere rentestijgingen die hun doel echter volledig voorbijschieten. Verhogingen van de beleidsrente zijn enkel zinvol wanneer de inflatie wordt veroorzaakt door een te sterke economische vraag en bieden geen enkel verweer bij inflatie die door een toename van kosten wordt aangejaagd. Lees meer…