Stefan Duchateau
Een plots opgestoken gure oostenwind blies extreme vrieskou over het Europese continent en duwde de (al bijzonder frisse) temperatuur op de ochtend van 6 januari nog 20 graden lager. Het kwik zou niet meer boven het nulpunt komen tot begin april (*1). We schrijven het bijzondere jaar 1709. In de Nederlanden vroren de Maas, Schelde en Rijn op 3 dagen volledig dicht en kon je 3 maanden lang met paard en kar naar Engeland (al zou dat noch voor de bestuurder, noch voor het arme trekdier een plezier zijn geweest bij deze barre temperaturen). Vooral Frankrijk werd extreem zwaar getroffen. De wolven huilden voor de poorten van Parijs en de wijnvaten (*2) barstten open in Nice. De daaropvolgende oogst mislukte dramatisch (*3) en er brak massale hongersnood uit. De politieke kaart van Europa werd hierdoor helemaal hertekend (*4). Geen haar op het hoofd van de vroege 18de-eeuwse medemens dat er toen aan dacht dat er 310 jaar later moest worden betoogd om maatregelen af te dwingen die de verdere opwarming van de aarde moeten afstoppen. Maar nog groter was onze verbazing over de plotse dooi ten huize van de Amerikaanse Centrale Bank. Fed-voorzitter Jerome Powell (foto hierboven) lag al geruime tijd onder vuur omwille van de onverzettelijkheid waarmee hij ook in 2019 de beleidsrente verder wenste te verhogen, zonder veel rekenschap te willen geven voor de gevaren die een dergelijk beleid met zich meebrengt. Hij versterkte deze indruk nog door zijn koppig volhouden om via een voorgeprogrammeerde regel de balans (*5) van de Fed af te bouwen.
Lees meer…