Overtreding regels kredietverstrekking: boete voor Santander Consumer Finance Benelux

11 september 2019

De Autoriteit Financiële Markten (AFM) heeft op 30 augustus 2019 aan Santander Consumer Finance Benelux B.V. (SCF Benelux) een bestuurlijke boete van €1.125.000 opgelegd voor overtreding van consumptief kredietregels. SCF Benelux biedt consumenten verschillende vormen van financiering aan, zoals doorlopende kredieten en persoonlijke leningen. In het kader van haar toezicht op verantwoorde kredietverstrekking heeft de AFM dertig klantdossiers van SCF Benelux geselecteerd en onderzocht. De AFM heeft geconstateerd dat SCF Benelux in drie dossiers onvoldoende informatie heeft ingewonnen over de financiële positie van de klant. In zeven dossiers is aan klanten een krediet verstrekt terwijl dat niet verantwoord was. Daardoor was sprake van overkreditering.

Het voorkomen van overkreditering is één van de prioriteiten van de AFM. Het is belangrijk dat de kredietnemer na het betalen van rente en aflossing van een lening voldoende overhoudt om in zijn levensonderhoud te voorzien en zijn vaste lasten kan blijven betalen. Omdat de lasten van een krediet iedere maand terugkomen en gebaseerd zijn op de minimumvoorbeeldbegrotingen van het Nibud, hebben ook relatief kleine bedragen grote invloed op het financieel welzijn van de consument. Het is daarom van belang dat kredietverstrekkers zorgvuldig kijken naar de financiële situatie van de klant om te bepalen of een krediet verantwoord kan worden verstrekt. De AFM vindt het belangrijk dat klanten een lening afsluiten die past bij hun financiële situatie en het doel waarvoor zij lenen, zodat niet meer en langer wordt geleend dan nodig is.

Een concrete casus zoals onderstaand

Over welke bedragen gaat het? We nemen een van de onderzochte gevallen even als voorbeeld. Zoals SCF zelf ook heeft erkend, heeft zij bij de vaststelling van het netto-inkomen van de consument ten onrechte een reiskostenvergoeding ter hoogte van [circa € 140] als inkomensbestanddeel opgenomen, aangezien deze vergoeding niet beschikbaar is om de lening mee af te lossen. SCF kwam daardoor op een te hoog netto-inkomen. Het effect van het onjuist vaststellen van het inkomen staat op zichzelf voor een kredietruimte van [circa € 5,900], welk krediet ten onrechte kan worden verstrekt. Om vast te stellen of het krediet in dit geval verantwoord is verstrekt, is de gezinssituatie en de daaraan verbonden leennorm
doorslaggevend. SCF is bij haar berekening uitgegaan van de gezinssituatie ‘alleenstaand zonder kinderen’ en van de volledige (netto)lasten van de woning van [familielid] van de aanvrager, waarin de aanvrager volgens SCF tijdelijk verbleef. De AFM heeft in het dossier echter geen informatie aangetroffen waaruit deze tijdelijke situatie zou blijken. Uit de informatie bleek, zoals SCF naderhand ook zelf aangeeft ” niet duidelijk” dat de klant tijdelijk bij [familielid] inwoonde. ln feite was de invulling door SCF gebaseerd op een veronderstelling. Een dergelijke veronderstelling brengt een hoog risico met zich, omdat dit kan leiden tot overkreditering. Het is essentieel om voldoende informatie in te winnen en op basis van die informatie te beoordelen of het aangaan van de overeenkomst ter voorkoming van overkreditering, verantwoord is. Hoewel SCF er in deze situatie niet van uit hoefde te gaan dat de aanvrager samenwonend was met [familielid] én alle woonlasten zelf moest betalen, had zij deze posten wel moeten baseren op ingewonnen informatie, en niet op een veronderstelling. Een toekomstige wijziging in deze essentiële posten is immers beslissend voor de beoordeling van de hoogte van het verantwoord krediet. Niet is gebleken dat SCF heeft geverifieerd of de aanvrager daadwerkelijk tijdelijk bij [familielid] inwoonde – hetgeen de gezinssituatie ‘alleenstaand zonder kinderen’ zou rechtvaardigen – en wat de daadwerkelijke woonlasten waren. Dit leidt tot de conclusie dat SCF onvoldoende informatie heeft ingewonnen en daardoor niet mede op basis van alle benodigde informatie heeft beoordeeld of het aangaan van deze overeen komst verantwoord was. De AFM is gelet op voorgaande van oordeel dat SCF artikel 4:34, eerste lid, Wft heeft overtreden.

De hoogte van de boete

De AFM vindt een boete van €1.125.000 in dit geval passend. Bij de vaststelling van de hoogte van de boete heeft de AFM het basisbedrag van €2.000.000 verlaagd. Daarbij heeft zij rekening gehouden met een verminderde mate van verwijtbaarheid, de coöperatieve opstelling van SCF Benelux en de getroffen maatregelen om herhaling te voorkomen. Het besluit van de AFM kan door belanghebbende(n) ter toetsing aan de rechter worden voorgelegd.

Plaats uw reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *