Het Bureau Financieel Toezicht (BFT) heeft het onderzoek naar het handelen van mr. Frank J. Oranje bij het prestigieuze Pels Rijcken afgerond. De belangrijkste conclusies zijn dat Oranje alleen fraudeerde en dat het interne en collegiale toezicht door Pels Rijcken tekortschoot. Deze tekortkomingen in de organisatie hebben er aan bijgedragen dat de fraude door mr. F. J. Oranje heeft kunnen plaatsvinden. Hierdoor heeft er gedurende lange tijd een tekort bestaan op de derdenrekening. De tekortkomingen bestonden onder meer uit het niet toepassen van de eigen kantoorregels en het noodzakelijke collegiale toezicht op het verloop van de stand van de derdenrekening. Het BFT zal deze normschendingen voorleggen aan de tuchtrechter.
Het BFT ziet na zijn onderzoek aanleiding om aanbevelingen te doen aan Pels Rijcken en het notariaat als geheel. Daarbij wordt ook gewezen op de aanbevelingen van de Deken van 12 augustus 2021 en de brief van de Minister aan de Tweede Kamer van 19 oktober 2021. Nadere met elkaar samenhangende maatregelen zijn namelijk noodzakelijk om het maatschappelijk vertrouwen in het notariaat te behouden door de kansen op een herhaling te verkleinen, zoals het creëren van een open kantoorcultuur, waarbij collega’s elkaar durven aanspreken. Het financieel-administratieve proces dient te worden aangepast, waarbij met name moet worden toegezien op naleving van de beschreven processen en functiescheidingen.
Daarnaast moet de compliance structureel worden ingebed. Ook acht het BFT nadere afspraken noodzakelijk voor escrow-activiteiten bij notarissen. Het BFT adviseert notarissen om akten waarbij zij belanghebbende zijn, niet te passeren bij een collega-notaris van hetzelfde kantoor. Dit om de schijn van afhankelijkheid te vermijden. De huidige verplichting voor notarissen om alle nevenfuncties op te geven, dient strikt te worden nageleefd en het toezicht hierop dient te worden versterkt.
BFT trekt zelf ook lessen
Het BFT trekt zelf ook lessen uit de gebeurtenissen. Het BFT komt in dit verband tot de volgende conclusies en maatregelen:
– Specifiek voor grotere kantoren zal het risicogericht toezicht door het BFT worden herzien en wordt de onderzoekfrequentie verhoogd. Daarbij is onder meer extra aandacht voor de specifieke risico’s zoals de werking van de (administratieve) procedures en de controle op de compliance risico’s.
– Het BFT zal in overleg treden met de Nederlandse vereniging van banken (NVB) over de mogelijkheden van het delen van door hen geconstateerde (fraude-)risico’s bij notariële derdenrekeningen met het BFT.
– Het BFT zal nog meer investeren in de samenwerking met andere ketenpartners (Dekens, Openbaar Ministerie) om vlotte informatie uitwisseling mogelijk te maken en elkaar in de toezichtsrol te versterken.
– Het BFT gaat in gesprek met de Beroepsorganisatie van Accountants (NBA) over het extern accountantstoezicht op het notariaat over onder meer de naleving van de beheersmaatregelen.
Ook de Nederlandse Orde van Advocaten heeft het Dekenonderzoek op 12 augustus jl. afgerond. Uit het onderzoek door het BFT is gebleken dat in ieder geval vanaf 2003 geld dat toebehoorde aan derden/cliënten op frauduleuze wijze is onttrokken aan deze rekening van het kantoor. Uit verschillende dossiers zijn delen van de hoofdsom onttrokken en gelden zijn geheel of deels meermalen heen en weer geboekt naar verschillende rekeningen. Hiertoe maakte mr. Frank Oranje gebruik van meerdere stichtingen, vervalste stukken en diende hij onjuiste interne declaraties in. Daarnaast werd door de voormalige notaris gekweekte rente op derdengeldenrekeningen niet volledig uitgekeerd aan de rechthebbenden.