De schade als gevolg van bankhelpdeskfraude is in 2024 met 20% gedaald. Ook het aantal slachtoffers daalde met 30% naar bijna 6.900 personen. De daling is te verklaren door verschillende factoren. Zo nemen banken continu nieuwe maatregelen om fraude te voorkomen, worden klanten gelukkig steeds oplettender en heeft de politie nogal wat aanhoudingen verricht.
Banken zijn blij met de daling, maar met een schadebedrag van bijna 23 miljoen euro blijft deze vorm van oplichting een hardnekkig probleem. Volgens Medy van der Laan, voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Banken, is het daarom belangrijk dat klanten alert blijven: ‘We zien dat criminelen steeds weer nieuwe trucs en smoesjes verzinnen. De één nog geniepiger dan de ander.’
Nieuwe truc: Scripting
Banken merken dat oplichters hun slachtoffers steeds vaker wijs proberen te maken dat zij waarschuwingen van de echte bank moeten negeren. Als banken bij een opmerkelijke transactie contact opnemen, kan de klant door de oplichter zijn geïnstrueerd om te ontkennen dat het om fraude of oplichting gaat. Vervolgens verzoekt het slachtoffer de bank om blokkades op te heffen en de frauduleuze transactie door te zetten. Het instrueren van een klant door de oplichter wordt ook wel ‘scripting’ genoemd. Volgens de Nederlandse Vereniging van Banken is het belangrijk dat klanten extra alert zijn op dit soort trucs omdat zij door het geven van een onjuiste verklaring en na een directe waarschuwing van de bank vaak niet kunnen rekenen op een vergoeding uit coulance.
In 2020 besloten banken om de schade bij bankhelpdeskfraude onder voorwaarden uit coulance te vergoeden omdat de naam en het nummer van de bank werden misbruikt. Omdat klanten hier ook een eigen verantwoordelijkheid houden, hebben banken toetsingscriteria opgesteld om te bepalen in hoeverre de schade wordt vergoed. In 2024 werd bijna de helft (48%) van de schade door bankhelpdeskfraude bij particulieren vergoed.
Samenwerken tegen fraude
Banken blijven inzetten op samenwerking met andere partijen om fraude verder terug te dringen. Zo trekken banken en politie samen op om slachtoffers te voorkomen en schade te beperken. Onder meer door gezamenlijk voorlichting te geven aan kwetsbare groepen als senioren en jongeren. Theo van der Plas, Beleidsdirecteur Digitale Transformatie van de politie: ‘Criminaliteit digitaliseert in razendsnel tempo en is grenzeloos. Het wordt steeds moeilijker om nep van echt te onderscheiden. Alleen samen kunnen we delicten effectief aanpakken. Met preventie, voorlichting en opsporing maar ook door bijvoorbeeld waarschuwingsberichten op social media te plaatsen.’
Ook deden banken en telecomaanbieders onlangs nog voorstellen om bankhelpdeskfraude te voorkomen door een eenvoudige check of iemand in gesprek is bij een overboeking. Maar om de schade door online fraude verder omlaag te brengen is het essentieel dat ook andere partijen maatregelen nemen.
Meer maatregelen nodig
83% van alle online fraude begint op social media, via de telefoon, appjes, sms of e-mail. Bijvoorbeeld met een nepadvertentie of een oproep om je bankrekening eventjes ‘uit te lenen’. Criminelen kunnen dat nog veel te makkelijk anoniem doen. Het zou daarom goed zijn als aanbieders van online dienstverlening wettelijk worden verplicht
om de identiteit van hun klanten te checken. Ook zouden ze beter kunnen controleren of financiële advertenties echt zijn zodat consumenten niet worden misleid. En om online oplichting beter te kunnen detecteren en voorkomen zou de overheid het makkelijker moeten maken om gegevens te delen.
Bron: Nederlandse Vereniging van Banken