Minister van Justitie en Veiligheid, David van Weel (VVD), waarschuwt in een Kamerbrief voor de aanhoudende dreiging van ondermijnende criminaliteit en onderstreept de dringende noodzaak van een intensieve aanpak. Hoewel er volgens hem successen zijn geboekt in de strijd tegen ondermijning, benadrukt hij dat deze successen slechts een begin zijn en dat er nog veel werk te verzetten is. Van Weel is van mening dat de bestrijding van ondermijnende criminaliteit een gezamenlijke inspanning vereist van de overheid, het bedrijfsleven en de samenleving.
Van Weel legt in zijn strategie de nadruk op drie speerpunten die volgens hem essentieel zijn voor een effectieve aanpak: het vergroten van de maatschappelijke weerbaarheid, het tegengaan van corruptie en criminele inmenging, en het versterken van internationale samenwerking.
De minister benadrukt dat het vergroten van de maatschappelijke weerbaarheid van cruciaal belang is om te voorkomen dat criminelen vat krijgen op onze samenleving. Hij vindt dat er meer bewustwording moet komen bij burgers, bedrijven en overheidsinstanties over de risico’s van ondermijning. Maar volgens Van Weel gaat het verder dan dat: er moet ook werk worden gemaakt van het aanpakken van de voedingsbodems van criminaliteit. Dit betekent volgens hem dat armoede en onderwijsachterstanden moeten worden bestreden en dat er een cultuur moet worden gecreëerd waarin drugsgebruik niet langer wordt genormaliseerd.
Daarnaast wijst Van Weel op de ernstige bedreiging die corruptie en criminele inmenging vormen voor de integriteit van de overheid en het bedrijfsleven. Hij maakt zich zorgen over de manieren waarop criminelen proberen processen naar hun hand te zetten, gevoelige informatie te vergaren en hun illegale activiteiten te faciliteren. Om dit tegen te gaan, pleit de minister voor een risicogerichte aanpak waarbij kwetsbare processen en organisaties in kaart worden gebracht en extra worden beveiligd.
Van Weel benadrukt ook de noodzaak van intensieve internationale samenwerking in de strijd tegen ondermijnende criminaliteit. Hij stelt dat criminelen grensoverschrijdend opereren en gebruikmaken van internationale netwerken voor drugshandel, witwassen en illegale investeringen. Nederland moet daarom, volgens de minister, inzetten op het sluiten van rechtshulp- en uitleveringsverdragen met landen waar criminelen actief zijn, zoals de Verenigde Arabische Emiraten en Marokko.
Verder onderstreept Van Weel het belang van innovatie en technologie in de bestrijding van ondermijning. Hij wijst bijvoorbeeld op experimenten met het analyseren van scanbeelden van containers in de Rotterdamse haven, waarmee drugszendingen beter kunnen worden onderschept.
Van Weel besluit zijn boodschap met een dringende oproep tot een breed gedragen urgentiebesef. Hij stelt: “Alleen door samen te werken kunnen we de ondermijnende criminaliteit effectief bestrijden en onze samenleving beschermen.”
