Stefan Duchateau

Stefan Duchateau

Professor Risk Management

Lekke band

13 juli 2022

Wie nu nog niet zeeziek is van al dat gedein op de financiële markten, beschikt over een stevig stel zeemansbenen. Zonder meer een goede eigenschap om het evenwicht te bewaren op deze woeste baren en zich niet te snel te laten afschrikken door kortstondige turbulentie. Het laat toe om de opportuniteit op lange termijn te benutten en met de nodige gelatenheid tijdelijke tegenslagen te absorberen. Maar toegegeven,  ook wij kreunen onder de strenge test die ons engelengeduld momenteel moet ondergaan. De toxische cocktail van oplopende inflatie, het schier uitzichtloze militaire conflict en de hinderlijke verstoring van de toevoerketens veroorzaken verregaande onzekerheid die plotsklaps omslaat in paniekgolven waarop de financiële markten wekenlang als wrakhout blijven rondzwalken. Het ene probleem versterkt het andere zodat hun combinatie een diep spoor van vernieling nalaat op de aandelen- en vooral obligatiemarkten. Financiële markten vinden weinig houvast om een betekenisvolle remonte in te zetten. Er valt immers altijd wel ergens slecht nieuws te rapen waardoor de moed de investeerders in de schoenen zinkt en iedere poging om een herstelbeweging in te zetten al in de startblokken strandt. Voorlopig althans. Aandachtige waarnemers hebben de wijzigende trend in de inflatiecijfers opgemerkt waarbij de kerninflatie in de VS een dalend pad heeft gekozen, wat zich vertaalt in een substantiële afname van de verwachte inflatie over de komende jaren.

De positieve trend in de kerncijfers wordt echter overschaduwd door de (verwachte) opsprong [i] van de CPI-index met liefst 8,8 % op jaarbasis. Dit cijfer zou een nieuwe recordwaarde zijn over de laatste vier decennia. Dit dreigt vele waarnemers te versmachten en zal de aandelenmarkt verder onder druk zetten. Een dergelijke opstoot van het algemene prijsniveau voedt immers de vrees voor een overreactie van de Amerikaanse centrale bank.

Eerder dan met de genoemde problemen zelf hebben investeerders het immers moeilijk met de rabiate oplossingen die de Amerikaanse centrale bank vooruitschuift om de inflatiegolf in te dijken. Vooral de vrees voor overdrijving blijft twijfel zaaien op de financiële markten: Overijverige Fed-gouverneurs vertrappelen zich momenteel met boude uitspraken over het toekomstige rentepeil dat de centrale bank zal moeten aanhouden om de inflatie te bezweren. Dergelijke uitspraken zijn echter ongeleide projectielen want men verliest uit het oog dat monetaire politiek bitter weinig uithaalt tegen oplopende voedsel- en energieprijzen, die hun stijging danken aan de gespannen geopolitieke context.

Enkel de kerninflatie (die wordt uitgezuiverd voor voedsel- en energieprijzen) kan betekenisvol worden beïnvloed met een hogere beleidsrente. De evolutie hiervan wijst erop dat we al een flink stuk (maar nog niet genoeg) zijn opgeschoven in de juiste richting. De Amerikaanse economie is alleszins al ruim voldoende afgekoeld zodat er noch van salarisgroei, noch van de toename van de consumptieve vraag enige dreiging uitgaat. Naar alle waarschijnlijk zal zelfs blijken dat tijdens het eerste halfjaar van 2022 de Amerikaanse economie gekrompen is.

Dat is echter op zich niet voldoende om over een (officiële) recessie te spreken. Of een bepaalde periode dit label al dan niet opgeplakt krijgt, wordt bepaald door het NBER[ii] dat hiervoor meerdere criteria in acht neemt. Gelet op de (nog relatief sterke) vraagzijde van de economie en vooral op de robuuste arbeidsmarkt, is er geen sprake van een veralgemeende inzinking van de economie. Hierdoor zullen de voorbije twee kwartalen niet als een officiële recessie geboekstaafd worden, maar hooguit als een technische recessie, veroorzaakt door een eenmalige factor.

Dit doet echter geen afbreuk aan de pijnlijk voelbare impact van deze economische terugslag, zeker wat betreft de bedrijfsresultaten die in het tweede kwartaal van dit annus horribilis werden gerealiseerd. De bekendmaking van deze ondernemingswinsten zal in de komende weken de toon zetten op de aandelenbeurzen. Wij houden rekening met een zeer beperkte, algemene groei en zelfs een licht negatieve ontwikkeling van de resultaten van technologiebedrijven over het tweede trimester.

De vrees voor een échte recessie heeft vooral betrekking op de tweede helft van 2023, wanneer een mix van aanhoudend hoge energieprijzen en een overdaad aan rentestijgingen door de Fed, een scherpe economische inzinking dreigt te veroorzaken. De kans op de realisatie hiervan wordt momenteel op één derde ingeschat.

De fragiele eurozone zal nog tot diep in 2023 geteisterd worden door verdere inflatiedruk, ook wat betreft haar kerninflatie. De ECB kan immers onvoldoende weerwerk bieden tegen de huidige prijsdruk die vooral voortkomt uit energieprijzen. Ook de sterk gestegen US-dollarkoers vertaalt zich in een verdere opwaartse druk op het prijspeil. De sterke koersstijging van de US$ ten opzichte van de euro reflecteert het gestegen verschil in rente tussen het nieuwe en het oude Continent, zowel op korte als op lange termijn en zowel in nominale als in reële termen. De Europese economie oogt veel zwakker. De combinatie van een beperkter potentieel om de beleidsrente op te trekken, de afhankelijkheid van Russisch gas en de hogere verwachte inflatie leiden tot lagere reële rente in de eurozone, wat de dollarkoers brede vleugels geeft en de pariteit tussen de US dollar en de euro binnen handbereik brengt.

Stefan Duchateau

[i] Deze cijfers worden woensdag 13 juli 2022 om 14.30 uur gepubliceerd.

[ii] National Bureau of Economic Research. Cambridge (MA), in de schaduw van MIT en Harvard.



Plaats uw reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *