Jacques Jetten
Met zijn kop tegen het kopje van Vermeer. Dat was, wat er op donderdag 27 oktober jongstleden in het Mauritshuis gebeurde. Drie Belgen hadden een entreekaart gekocht en deden zich voor als bezoekers van het museum, maar in werkelijkheid waren het actievoerders met snode bedoelingen. Zij begaven zich zo onopvallend mogelijk naar het zaaltje waar beroemde schilderijen van de 17e eeuwse schilder Johannes Vermeer hangen, zoals het “Gezicht op Delft” en “Het kopje”. Dat laatste schilderij wordt ten onrechte ook wel “Het meisje met de parel” genoemd, omdat de oorbel geen parel is. De grootte en de metalige weerkaatsing in plaats van lichtverstrooiing zoals bij een parel, wijzen erop dat het eerder een glazen, gelakte ‘druppeloorbel’ voorstelt en geen natuurlijke parel. Maar dat terzijde. De mannen deden hun jas uit en onthulden daarmee een T-shirt van de organisatie “Just Stop Oil” dat er duidelijk op stond. Sinds Shell geen Nederlandse maatschappij meer is, wordt er alleen in het Engels gedemonstreerd, ook al waren het Belgische klimaatactivisten.
De meest beruchte van het drietal, in wie wij de 45-jarige Wouter Mouton herkenden, was een lijmrecidivist. Op 19 juli lijmde hij zich in het Groeninge museum van Brugge vast aan het 15e-eeuwse schilderij ‘Madonna met kanunnik Joris van der Paele’ van Jan van Eyck en deed dat een maand later nog eens over bij Manneken Pis in Brussel. Aan welk lichaamsdeel dat was, heb ik niet kunnen vinden. Nu in Den Haag kopte hij naar het lieflijke meisjeskopje, gelukkig door een glasplaat beschermd, zodat de verf niet beschadigd werd door de lijm waarmee hij zich aan het schilderij vastplakte. Het bleek twee componentenlijm te zijn. Een compagnon goot nog wat tomatensoep over de beide koppen heen, zodat het een smeerboel van jewelste was. De soep was van het merk Heinz, getuige het etiket van het blik, waarmee de actie een nog internationaler karakter kreeg. De gieter plakte zijn hand daarna vast aan de muur naast het kunstwerk. Hoewel sommige bezoekers luidkeels gewag maakten van hun afschuw over deze actie, grepen ze niet in, evenmin als de suppoost die blijkens het filmpje dat al snel op internet circuleerde, wat lullig stond te kijken (zoals veel suppoosten dat in soortgelijke situaties plegen te doen). De Haagse politie die meteen was opgetrommeld, rekende het drietal in, maar het was nog een hele toer om de kop naadloos van het kopje te scheiden. Twee componenten.
Aan het schilderij ontstond gelukkig geen schade, wel aan de lijst en de achterplaat. De schade in het hoofd van Mouton wordt binnenkort forensisch in het Pieter Baancentrum onderzocht. Hij had tijdens het besmeuren nog in het Engels geroepen “Hoe voelt het om iets moois voor je ogen verwoest te zien worden?” en het is straks aan de rechter om uit te maken of hij daarmee het schilderij of iets anders bedoelde. In elk geval bleef het drietal achter slot en grendel en dat is voor de musea goed nieuws. Ze zijn inmiddels beschuldigd van vernieling en openlijk geweld tegen goederen.
Al eerder waren beroemde schilderijen het doelwit van klimaatdrammers. De “Zonnebloemen” van Vincent van Gogh werden in de National Gallery te Londen op soep getrakteerd en “Les Meules” van Claude Monet kreeg in het Barberini museum in Potsdam aardappelpuree over zich heen. Dat schilderij was in 2019 verworven voor 110 miljoen dollar en een zakje aardappelpuree kost bij de Aldi € 1,69. Tenslotte ging er in het wassenbeeldenmuseum Madame Tussaud in Londen een taart tegen de kop van koning Charles, waarmee hij een piece of cake in ontvangst nam. De acties hebben een koppig karakter en roepen reacties van afschuw op. Kunst is weerloos en mag niet worden opgeofferd voor welk doel dan ook. Nu maar snel de koppen bij elkaar steken hoe ons gezamenlijk erfgoed beter beveiligd kan worden tegen dit soort domkoppen.
De auteur, Jacques Jetten, is jurist.