Klaas Knot: “Nederlandse inflatie neemt in 2023 af tot 4,9 procent”

09 maart 2023
Kennisbank

Klaas Knot , president van De Nederlandsche Bank (DNB) sprak onlangs in de avonduren tijdens een diner op 7 maart in Amsterdam over zowel pensioenen als inflatie. Er ligt volgens Knot een grote opdracht voor de pensioenfondsen, met name de opdracht om zonneklaar te communiceren, onder andere over het al opgebouwde pensioen. Maar ook over de effecten van inflatie en rente – hoog of laag – op dat pensioen en het verwachte eindresultaat. Hij sprak over de oorzaken van de huidige hoge inflatie, over de vooruitzichten, en over wat dit betekent voor pensioenfondsen, waarbij hij een nogal opmerkelijke uitspraak deed over het “ondenkbare” dat vorig jaar plaatsvond, de Russische inval in Oekraïne.  

Er heerst in deze tijden van hoge inflatie misschien wel wat bezorgdheid over dat pensioen, aldus Knot en hij ging eerst in het kort in op de oorzaken van de huidige hoge inflatie, en wat de vooruitzichten zijn. Eerst brak de pandemie los. Als gevolg daarvan ging de samenleving in lockdown. En dit leidde tot een tekort aan bepaalde productiemiddelen, zoals computerchips, en tot hoge kosten, zoals voor containervervoer. Deze tekorten en hogere kosten aan de productiekant – de aanbodzijde – leidden dan weer tot prijsstijgingen die vanaf de tweede helft van 2021 zichtbaar werden voor de consumenten.

Met de heropening van de economie in 2022 herstelde de vraag naar goederen en vooral diensten sterker dan het aanbod bij kon houden. En dit bracht weer prijsstijgingen met zich mee. In februari 2022 gebeurt dan het ondenkbare, aldus Knot. Rusland valt Oekraïne binnen. Oorlog op het Europese continent.  Elders in Europa raakt de oorlog burgers, vooral in de portemonnee. Denk aan de gasprijzen en de voedselprijzen.

Al deze – in beginsel tijdelijke – vraag- en aanbodfactoren hebben elkaar snel opgevolgd. Dit heeft ertoe geleid dat de inflatoire druk zich verbreed heeft van energie naar voeding, industriële goederen en diensten. Deze prijsstijgingen piekten in oktober 2022 met een recordinflatie van 10,6 procent voor het eurogebied. In Nederland werd de piek in september 2022 al bereikt – met een stijging van de Europees geharmoniseerde prijsindex van 17,1 procent.

Vandaag hebben we deze pieken achter de rug. Sindsdien zijn zowel de energieprijzen als de inflatie iets gedaald. Toch is de inflatie in Nederland in de afgelopen maand opnieuw iets opgelopen, ondanks een daling in energieprijzen. Volgens de snelle raming komt de inflatie in februari uit op 8,5 procent voor het eurogebied en 8,9 procent voor Nederland. Knot ziet een toename in de kerninflatie, een maatstaf van inflatie die de op- en neergaande prijzen van energie, voeding, alcohol en tabak buiten beschouwing laat.

De centrale bankier kijkt vooruit

Klaas Knot: “Sinds afgelopen december verwacht de ECB dat de inflatie in het eurogebied, vanaf begin dit jaar, geleidelijk weer afneemt richting 2 procent. De afname in de kerninflatie zet zich naar verwachting wat later in. Volgens de DNB december raming neemt de Nederlandse inflatie in 2023 af tot 4,9 procent. In 2024 komt de inflatie naar verwachting uit op 5 procent. Dat zou dan het vierde jaar op rij betekenen met een inflatie die boven de 2 procent ligt. Wat de kerninflatie betreft: deze zou in 2023 in Nederland uitkomen op 4,8 procent, ruim boven de 2 procent dus. En met 2,8 procent in 2024 nog steeds duidelijk boven de beoogde 2 procent liggen. Wat deze cijfers betekenen voor het monetaire beleid zal u niet verrassen. Deze inflatiehoogte en inflatie persistentie vragen om krachtige monetaire maatregelen. En die neemt de ECB dan ook. Al in december 2021 zette de ECB de normalisatiekoers in. En de oorlog in Oekraïne en het verbreden van de inflatie heeft dit vervolgens versneld. De netto obligatie-aankopen zijn inmiddels stopgezet en de beleidsrente is al vijf keer verhoogd. En gezien de onderliggende, aanhoudende inflatiedruk heeft de ECB de intentie uitgesproken om ook over ruim een week, en ik vermoed ook nog wel enige tijd daarna, de rente verder te verhogen. Het doel hiervan is om de inflatie stabiel rond twee procent op de middellange termijn te krijgen. Maar die renteknop waar de ECB aan kan draaien, geeft ons uiteraard geen volledige controle over de inflatie. Dat zagen we bij de lage inflatie die we lange tijd kenden, en dat zien we nu ook bij de hoge inflatie. Pensioenfondsen en verzekeraars moeten dus rekening blijven houden met inflatie – zeker gezien de langere tijdshorizon waar jullie mee werken.”

Impact van hogere inflatie op de pensioenopbouw?

Klaas Knot: “Nou, die impact werkt niet één-op-één. Dit komt omdat die impact afhankelijk is van de interactie tussen inflatie en ándere economische variabelen, zoals de rente en loongroei. Het is net dat samenspel van variabelen, dat uiteindelijk de totale impact bepaalt. Laat me dit verder toelichten, waarbij ik eerst zal stilstaan bij het effect van hogere inflatie op de toekomstige pensioenopbouw, vervolgens op de beleggingsrendementen, en ten slotte op de interactie met het pensioenstelsel. We weten dat inflatie de ontwaarding van geld betekent. Voor een pensioendeelnemer betekent dit dat het opgebouwde pensioenkapitaal als gevolg van inflatie minder koopkrachtig wordt. Maar dit is niet het hele verhaal. Werknemers krijgen een loon – en een deel van dat loon bestaat uit pensioenpremies. In de praktijk stijgen de nominale lonen als de prijzen stijgen. Dit hebben we recent voor een deel ook gezien. De lonen stegen, alhoewel nog niet overal in dezelfde mate als de inflatie. En de pensioenpremies stijgen dus mee. Bovendien worden de premies belegd in een omgeving met mogelijk hogere inflatieverwachtingen – en daarmee hogere rentes – met als resultaat dat met deze premies meer pensioen kan worden opgebouwd. Anders gezegd: toekomstige pensioenpremies genieten een zekere mate van inflatiebescherming. Dit maakt dat deelnemers met een kortere horizon tot aan hun pensioen relatief meer zijn blootgesteld aan inflatierisico, dan deelnemers met een langere tijdshorizon.”

Rente en pensioenen

Het uiteindelijk pensioen niet enkel afhankelijk van de reeds ingelegde premie, maar ook van het beleggingsresultaat dat op de ingelegde premies wordt behaald. De uitholling van de koopkracht als gevolg van inflatie moet gecompenseerd worden met beleggingsrendementen en deze uitdaging is niet eenvoudig, aldus Knot. Het direct afdekken van inflatierisico is op financiële markten maar beperkt mogelijk.

Klaas Knot: “In tandem met de inflatie stegen ook de rentes het afgelopen jaar sterk. Enerzijds zorgde dit voor een marktwaardeverlies op de obligatieportefeuille en de renteswaps. Zo zagen we dat het vermogen van het gemiddelde pensioenfonds over de eerste drie kwartalen van vorig jaar met 16 procent daalde. Maar anderzijds biedt die hogere rente ook de kans om met minder vermogen dezelfde pensioenaanspraken te realiseren; de gemiddelde waarde van de verplichtingen daalde over dezelfde periode zelfs met 31 procent. De netto impact van de gestegen rente was dus zonder meer positief, waardoor de dekkingsgraden substantieel stegen. En die verbeterde financiële positie van pensioenfondsen bood ruimte tot indexatie, met de kanttekening dat de indexatie de inflatie niet bij elk pensioenfonds kon bijbenen.”



Plaats uw reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *