Rijksinspecties moeten hun werk kunnen doen zonder politieke druk. De Kaderwet rijksinspecties moet daar wettelijk voor zorgen. Maar in haar reactie op het wetsvoorstel waarschuwt de Inspectieraad dat de wet in de huidige vorm tekortschiet: het risico op ongepaste beïnvloeding blijft bestaan en het vertrouwen in onafhankelijk toezicht wordt daarmee niet voldoende hersteld.
De Inspectieraad reageerde via de internetconsultatie op het wetsvoorstel, dat tot doel heeft om de onafhankelijke positie van rijksinspecties ten opzichte van ministeries te versterken. Daarmee moet worden voorkomen dat inspecties onder druk worden gezet door bewindspersonen of ambtenaren. Ministers blijven eindverantwoordelijk, maar mogen inspecties niet dwingen tot ongepaste acties. Transparant, eerlijk en onafhankelijk toezicht is essentieel voor het publieke vertrouwen in de overheid.
Belang van de Kaderwet staat buiten kijf
De Inspectieraad benadrukt dat burgers, bedrijven en instellingen recht hebben op onpartijdige toezichthouders. De intentie van de Kaderwet – het formeel vastleggen van de onafhankelijkheid van inspecties – wordt dan ook van harte ondersteund. De wet is mede ingegeven door mediaberichten en politiek debat over oneigenlijke beïnvloeding van inspectieonderzoeken. Onderzoeken van de Auditdienst Rijk maakten eerder duidelijk dat er sprake was van een wankel evenwicht tussen het ministerie van JenV en de Inspectie JenV.
Goede elementen, maar onvoldragen balans
Positieve onderdelen van het wetsvoorstel zijn er zeker. Zo kunnen inspecties straks zelfstandig bevindingen openbaar maken, zonder tussenkomst van de minister. Ook wordt helder omschreven wanneer een minister aanwijzingen mag geven. Toch vindt de Inspectieraad de balans tussen onafhankelijkheid en ministeriële verantwoordelijkheid nog onvoldoende uitgewerkt.
Te veel ministeriële invloed op werkprogramma
Een belangrijk kritiekpunt is de ruime bevoegdheid die het voorstel aan ministers geeft om het werkprogramma van een inspectie af te keuren – zonder heldere begrenzing. Dit kan de onafhankelijkheid ondermijnen, zet de deur open voor politieke beïnvloeding en tast het evenwicht van de wet aan.
Noodzaak tot aanpassing
Volgens de Inspectieraad zijn er op meerdere punten aanpassingen nodig om de wet effectief te laten werken. Zo zouden inspecties een eigen begrotingsartikel moeten krijgen, zelf Woo-verzoeken moeten kunnen afhandelen, en zelfstandig inspectierapporten openbaar moeten kunnen maken. Als een inspectie dat wenst, moet de minister het rapport vervolgens aan de Tweede Kamer doorsturen. Ook het proces rond de benoeming van inspecteurs-generaal vraagt om nadere waarborgen voor onafhankelijkheid.
Gelijk speelveld voor toezicht op overheid en samenleving
De Inspectieraad maakt bovendien bezwaar tegen het onderscheid dat in de wet lijkt te worden gemaakt tussen toezicht op burgers en bedrijven en toezicht op overheidsdiensten. Verschillende rijksinspecties houden ook toezicht op uitvoeringsorganisaties van het eigen of andere ministeries. Daarvoor moeten dezelfde normen gelden als voor toezicht op de samenleving. Alleen zo kan het vertrouwen in eerlijk en onpartijdig toezicht worden behouden.
Vertrouwen als sleutelwoord
Samenvattend stelt de Inspectieraad dat het wetsvoorstel in de huidige vorm te weinig vertrouwen uitstraalt in de rijksinspecties. Als toezichthouders hun werk goed willen doen, moeten ze voldoende ruimte krijgen binnen de grenzen van de ministeriële verantwoordelijkheid. Met enkele gerichte aanpassingen kan de wet alsnog zorgen voor het stevige fundament dat nodig is voor onafhankelijk, transparant en betrouwbaar overheidstoezicht.