Het vertrouwen in het succes van het slotoffensief tegen het virus blijkt onwrikbaar
Hoe hadden we ons het afscheid van dit onding eigenlijk voorgesteld? Samengetroept op een treinperron, wuivend met witte zakdoeken naar het COVID-19-virus dat langzaam wegschuift in de richting van de thuisbasis, in zijn Oost-Aziatische vleermuizengrotten? Zelf nog een traan wegplengend bij de dankbare gedachte aan het lange en gastvrije onthaal dat de mensheid het heeft geboden? Neen, dit virus zal vechten voor iedere morzel grond dat het veroverd heeft en iedere zwakte in onze verdedigingslinie genadeloos afstraffen. De gunstige trend in de huidige besmettingscijfers ten spijt, moet een gelijkaardige ontwikkeling in juni en juli 2020 in herinnering worden gebracht. Ook toen leidde dit tot voorbarige bevrijdingsfeesten, die gevolgd werden door een zeer betreurenswaardige versnelling van het aantal infecties en vooral van het aantal fataliteiten in het najaar. Dankzij de beschikbare vaccins kunnen we deze keer wel een doortastend wapen in de strijd gooien, maar dat vormt geen excuus voor de onvoorzichtige aanpak waarbij opnieuw een exponentiële toename van het aantal contacten tussen mensen wordt toegelaten. De deltavariant van het virus blijkt nochtans erg besmettelijk en minder controleerbaar maar is gelukkig ook minder fataal. We hebben deze keer meer geluk dan in 1919 toen de besmettelijkste variant ook de meest dodelijke was.
Ondanks alle lovenswaardige pogingen om tot een verregaande vaccinatie te komen, is deze methode pas doeltreffend wanneer 70 % van de bevolking hierin wordt betrokken[1]. Zover zijn we echter nog niet. Een beetje geduld zou onze kans op een eindoverwinning zoveel keer groter hebben gemaakt maar tegen de lobbykracht van koning voetbal, het wielercircus en de reis- en entertainmentsector valt weinig te beginnen.
De financiële markten delen deze bezorgdheid echter niet. Over het laatste jaar hebben we ons overigens meermaals van deze opmerking bediend. Beurzen kijken vooruit en zien oplossingen. Dat volstaat om aandelenmarkten naar nieuwe topniveaus te loodsen voor zover aan de basisvoorwaarden voldaan blijft: lage rente, substantiële overheidsinvesteringen, vertrouwen in de vaccins en groeiende bedrijfsresultaten.
Het vertrouwen in het succes van het slotoffensief tegen het virus blijkt onwrikbaar. Ondanks het opflakkerende aantal besmettingen (deels toe te schrijven aan het toegenomen aantal testen) blijkt de fataliteitsgraad sterk af te nemen, terwijl er steeds minder twijfels zijn over de effectiviteit van de vaccins, ondanks de oprukkende deltavariant van het virus.
De overheden blijven gedetermineerd om kost wat kost de economische gevolgen van deze gezondheidscrisis terug te dringen. We hebben er in het verleden dikwijls op gewezen dat door de zelfopgelegde besparingen na de eurocrisis van 2011 de afwezigheid van de overheid als investeerder de economische groei in Europa belemmerde, de economische malaise verdiepte, de verschillen tussen de landen binnen de Europese muntunie aanscherpte en de overheidstekorten in landen als Italië en Spanje zelfs deed oplopen. Nu de overheid terug haar rol als investeringsmotor terug zeer actief opneemt, geeft dit een adrenalinestoot aan de Europese economie. Cruciaal hierbij is echter dat deze investeringen doelgericht en rendabel zijn en de rente voldoende laag blijft om de financieringskosten binnen de perken te houden.
Het beste nieuws op dat vlak valt te lezen in de maandelijkse werkloosheidsstatistieken die afgelopen vrijdag werden gepubliceerd. Niet zozeer omwille van de indrukwekkende aangroei van het aantal banen of omwille van de spectaculaire toename van het aantal (openstaande) vacatures maar wel omwille van de vastgestelde loonontwikkeling. Dit vormde in het verleden steeds een van de meest obstinate elementen bij een escalatie van het prijspeil.
Met een moderate maand-op-maand groei van 0,33 % blijft de gemiddelde toename van de salarissen binnen een aanvaardbaar bereik. Hierdoor wordt de sterke opwaartse trend van de voorbije maanden sneller dan verwacht doorbroken en ebt de angst voor een escalatie van de arbeidskosten (voorlopig) weg. Deze gunstige evolutie laat toe dat de langetermijnrente een verfrissende duik neemt en terugvalt naar een niveau van 1,37 % in de VS voor een looptijd van 10 jaar, terwijl ook in Europa de rente op overheidsobligaties lagere regionen opzoekt.
Maar toegegeven, het blijft onwennig aanvoelen wanneer de rentetarieven het zuiden opzoeken terwijl zowel de inflatie als de conjunctuurindicatoren manifest de tegenovergestelde richting zijn ingeslagen. In de VS geven de meest recente ISM-indicatoren overigens een meer realistisch beeld van de verwachte conjuncturele ontwikkeling. De ongeloofwaardig hoge niveaus die in de voorbije maanden werden opgetekend, zijn wat afgezwakt en weerspiegelen nu een robuuste groei in de komende maanden, zowel in de industrie als in de dienstensectoren.
Stefan Duchateau