Het Techno-Optimist Manifesto
Onlangs publiceerde de bekende Marc Andreessen een interessant manifest. We kennen Marc als software-ingenieur (Netscape Navigator), zakenman maar vooral als medeoprichter van Andreesen Horowitz, het bekende durfkapitaal bedrijf in Silicon Valley. Als angel investeerder aan de wieg van bedrijven als Facebook, Pinterest, Twitter en Skype. Marc gaat fel in tegen de vele tech sceptici in de wereld en vooral de ‘leugens’ die zij vertellen over technologie. Hij gelooft dat techniek oplossingen blijft leveren voor de uitdagingen die er zijn. Techniek als ‘oplossing’ voor milieuproblemen. AI als ‘steen der wijzen’ die ziekten kan genezen en goedkopere energie kan maken als drijver van welvaart. We moeten intelligentie en energie zo goedkoop maken dat ‘alle fysieke goederen zo goedkoop worden als potloden‘. Techno optimisme is een geloof in de mensheid – en in alle bewuste wezens – dat ons voortstuwt naar de oneindige toekomst. Ik heb het manifest in één adem uitgelezen. Marc schrijft terecht ‘er wordt tegen ons gelogen’. Er wordt verteld dat techniek banen afpakt, lonen verlaagt, ongelijkheid vergroot, gezondheid bedreigt, milieu ruïneert, onze menselijkheid schaadt en onze toekomst bedreigt. En we ‘dus’ verbitterd en verontwaardigd moeten zijn over techniek. Ons pessimistisch ellendig moeten voelen over de toekomst. Het alom aanwezige doemdenken van tegenwoordig.
Maar, stelt hij, ‘onze beschaving is gebouwd op technologie.’ Techniek is de glorie van menselijke ambitie en prestatie. Speerpunt van vooruitgang en potentieel. Honderden jaren lang hebben we dit terecht verheerlijkt – tot voor kort. Marc wil weer dat goede nieuws brengen. We kunnen vooruit gaan naar een meer superieure manier van leven en zijn. We hebben de gereedschappen, de systemen, de ideeën. Genoeg mensen willen niet meer pessimistisch zijn. Het is opnieuw tijd om de technologievlag te hijsen. Het is tijd dat doemdenken plaatsmaakt voor techno optimisme!
Techniek heeft ons telkens verlost van problemen zoals honger, ziekte, duisternis, hitte, kou en zelfs armoede. Vele wereldproblemen losten we de afgelopen eeuwen met techniek op. Waarom zou dat ‘nu opeens’ niet meer geldig zijn? Waarom kan techniek huidige problemen niet wederom oplossen? En de vrije markt blijkt telkens weer het meest effectief om een op techniek gebaseerde economie te organiseren. Een bereidwillige koper ontmoet een bereidwillige verkoper, er wordt een prijs bepaald, beide partijen profiteren van de ruil, of er gebeurt niets. Winsten zijn de prikkel om een aanbod te produceren dat aan de vraag voldoet.
Marc’s ziet de markteconomie als een ontdekkingsmachine, een vorm van intelligentie – een verkennend, evolutionair, adaptief systeem. Alle feitelijke informatie bevindt zich aan de randen, in de handen van de mensen die het dichtst bij de koper staan. Decentralisatie maakt gebruik van complexiteit ten voordele van iedereen; centralisatie hongert je steeds verder uit. Markten zijn verreweg de meest effectieve manier om grote aantallen mensen uit armoede te halen. Dat zijn ze altijd geweest. Zelfs in totalitaire regimes leidt een stapsgewijze opheffing van repressie tot snel stijgende inkomens en levensstandaarden. Markten zijn een inherent individualistische manier om superieure collectieve resultaten te bereiken.
David Friedman wees er al op dat mensen alleen dingen voor andere mensen doen om drie redenen: liefde, geld of geweld. Liefde schaalt niet, dus een economie kan alleen draaien op geld of geweld. De ultieme morele verdediging van vrije markten is dat ze mensen, die anders legers en religies zouden oprichten, nu naar vreedzaam productieve bezigheden leiden. De manier waarop we zorgen voor mensen die we niet kennen. Om maatschappelijke welvaart te genereren voor al het andere waarvoor we willen betalen, inclusief fundamenteel onderzoek, sociale welzijnsprogramma’s en nationale defensie. Marc ontkent dat er een conflict is tussen kapitalistische winsten en sociale zekerheidsstelsels die de kwetsbaren beschermen.
Integendeel: markten creëren economische rijkdom die betaalt voor al het andere dat we als samenleving willen. Centrale economische planning haalt vaak de slechtsten onder ons naar boven, die uiteindelijk iedereen omlaag halen. Centrale sturing is een spiraal omlaag, terwijl de vrije markt een opwaartse spiraal is. Bedenkers van technologie en bouwers van techniek ontvangen slechts 2% van de economische waarde die zij ontwikkelen. De overige 98% komt ten goede aan de gehele maatschappij. Technische innovatie in een vrij marktsysteem is inherent filantropisch, in een verhouding van 50:1. Wie zou daar niet voor willen kiezen?
Milton Friedman schreef eerder dat de succesvolste economieën altijd zijn gebaseerd op winstmaximalisatie en ‘zo min mogelijk’ overheidsregulering. Decentrale marktkrachten moeten altijd belangrijker blijven dan centrale overheidsregulering. Als liberaal woorden naar mijn hart. We zien om ons heen hoe de uit de hand gelopen centrale overheidsbemoeienis nu zelfs bepaalt wanneer boeren hun aardappelen uit de grond moeten halen. Ambtenaar en politicus, blijf toch bij je leest, de boer weet dat immers als uitvoerende teler vele malen beter!
Marc haalt in zijn manifest de observatie van Milton Friedman aan dat menselijke wensen en behoeften oneindig zijn en alleen (!) de markt die kan realiseren. De overheid is er om die te reguleren; niet te bepalen, niet te sturen en zeker niet over te nemen. Als een markt de lonen vaststelt als functie van marginale productiviteit, drijft techniek – die productiviteit verhoogt – de lonen omhoog, niet omlaag. Dit is misschien wel het meest contra-intuïtieve idee in de hele economie, maar het is waar. We hebben 300 jaar geschiedenis die dit bewijst. Markten vergroten het maatschappelijk welzijn door werk te genereren waarin mensen productief kunnen werken. De markt kan door welvaartsvergroting armoede verminderen; een overheid kan nooit welvaart creëren, maar deze slechts democratisch ‘eerlijker’ verdelen.
De kernboodschap is dat techno-kapitalisme niet anti menselijk is, zoals sommigen ons doen willen geloven, maar het meest pro menselijke is dat er bestaat. Het dient ons. De techno-kapitaalmachine werkt voor ons. Alle machines werken voor ons allen. De hoekstenen van de opwaartse spiraal van techno-kapitaal zijn goedkope intelligentie en energie. En de kracht om deze tot werkelijkheid te maken. Digitalisering en kunstmatige intelligentie als onze Steen der Wijzen – ‘we zetten zand letterlijk aan het denken en werken’. Augmented Intelligence stimuleert de marginale productiviteit, die loongroei stimuleert, vraag stimuleert en nieuw aanbod creëert en stimuleert . . . zonder bovengrens!
Er is ook geen conflict tussen de techno-kapitaalmachine en onze natuurlijke omgeving. De CO2-uitstoot per hoofd van de bevolking in de VS is nu lager dan honderd jaar geleden, zelfs zonder kernenergie. Techniek is de oplossing om de aantasting van het milieu te verminderen. Een technisch geavanceerde samenleving verbeterde altijd zijn natuurlijke omgeving, een technologisch stagnerende samenleving, zoals we die nu zien, ruïneert deze. Als je de verwoesting van het milieu wilt zien, bezoek dan een voormalig communistisch land. De socialistische USSR was uiteindelijk veel slechter voor het natuurlijke milieu dan de kapitalistische VS.
Onze beschaving is gebouwd op de geest van ontdekking, verkenning en industrialisatie. Welke wereld bouwen we voor onze kinderen, hun kinderen en hun kinderen? Een wereld van angst, schuldgevoel en wrok? Of een wereld vol ambitie, overvloed en avontuur? We hebben de plicht optimistisch te zijn. Omdat de toekomst open is, niet vooraf bepaald en daarom niet zomaar geaccepteerd kan worden: we zijn allemaal verantwoordelijk voor wat zij in petto heeft. Het is dus onze plicht om te vechten voor een betere wereld. We zijn het verleden en de toekomst verschuldigd. Het is tijd om een techno-optimist te zijn. Het is tijd om weer te bouwen . . .