Ruud van Workum & Dick de Jong
Bodemdaling, lage grondwaterstanden en overvloedige regenbuien hebben invloed op de schade aan woningen. De klimaateffecten zullen de omvang van de funderingsproblematiek in de toekomst doen toenemen. Echter in de huidige situatie is ook reeds sprake van forse funderingsproblemen. Bovendien hebben de droge zomers van 2018 en 2019 wat dat laatste betreft het nodige losgemaakt bij huiseigenaren. Er is sprake van een groeiend bewustzijn. Funderingsschade lijkt een ‘vergeten rot dossier’. De voorlopige cijfers spreken boekdelen, terwijl de verantwoordelijkheid voor de aanpak van funderingsproblemen bij de huiseigenaren ligt. De huidige rol van de overheden bij het funderingsdossier is een te beperkte, goede voorbeelden ten spijt. De omvang van de huidige en toekomstige schade is nog onvoldoende in beeld gebracht. Even zeer is er maar weinig oog voor het vermijden van toekomstige schade door actief om te gaan met grondwater. Op 17 september aanstaande zal het KCAF (Kennis Centrum Aanpak Funderingsproblematiek) de analyse toelichten en aanbevelingen doen voor een plan van aanpak in het Provinciehuis Utrecht. In aanloop daar naartoe hebben we een viertal artikelen geschreven. Deel 1 gaat over het oppervlakte- en grondwater. Deel 2 gaat over de miljarden schadebedragen en hoe deze in beeld gebracht worden. Deel 3 gaat over het Fonds Duurzaam Funderingsherstel en het laatste deel gaat over onze concrete ervaringen met Rotterdam en met Friesland, waarna de aanbevelingen komen. Kortom een zeer lezenswaardige serie in aanloop naar 10 maart aanstaande.
Voor de bebouwde omgeving is het probleem van droogte vooral een grondwaterprobleem. Dat geldt voor de buiten- ruimte, de infrastructuur en de bebouwing zoals de Goudse wethouder Hilde Niezen betoogt in het themanummer Water Governance (2/2019) over droogte en watertekort naar aanleiding van de uitzonderlijk droge zomer van 2018. Er zijn meer onderwerpen die de bestaande woningvoorraad raken. Huiseigenaren krijgen te maken met thema’s zoals funderingen, bodemdaling, klimaatadaptatie, energietransitie en langer zelfstandig thuis blijven wonen. Er is een schaarste aan woningen. Er ligt een forse bouwopgave, de beschikbare ruimte is beperkt en de bestaande woningvoorraad zal toekomstbestendig moeten worden gemaakt. Huiseigenaren staan voor een grote investeringsopgave.
Het Kennis Centrum Aanpak Funderingsproblematiek (KCAF) zet zich in voor een meer integrale en meer preventieve benadering van de funderingsproblematiek. Het KCAF is een onafhankelijke kennis- en netwerkorganisatie en fungeert als nationaal funderingsloket voor alle vragen rond de aanpak en preventie van funderingsproblemen.
Oppervlakte- en grondwater
Van overstromingen, wateroverlast en lage waterstanden in rivieren, zijn de gevolgen direct zichtbaar. Iedereen is doordrongen van de urgentie om deze problemen aan te pakken. Hoe anders is dat nog bij de schade door lage grondwaterstanden voor kwetsbare funderingen! Dit is een sluipend proces zonder direct zichtbare, maar waarschijnlijk grote gevolgen. In het eerder aangehaalde themanummer worden bij de gevolgen van droogte, schaarste aan water en schade als kernbegrippen benoemd. Vorig jaar trad een landelijke crisisorganisatie in werking om het schaarse water zo goed mogelijk te verdelen. De waterbeheerders hielden de schade relatief beperkt en er zijn nog verbeteringen mogelijk. Daarom is de crisisorganisatie inmiddels procesmatig geëvalueerd en de door de minister ingestelde (tijdelijke) Beleidstafel Droogte (BD) is aan de slag gegaan om de leerervaringen van de droge zomer om te zetten in beleidsvoorstellen. Een van de aanbevelingen is dat water zoveel mogelijk moet worden vastgehouden en geïnfiltreerd in plaats van dit zo snel mogelijk af te voeren. Al met al blijkt dat Nederland goed is voorbereid op perioden van droogte. De watersector staat paraat, de minister toont zich slagvaardig en de politiek onderkent het belang van een stevig droogtebeleid.
Dit beeld behoeft een serieuze kanttekening als het om de bebouwde omgeving en funderingsschade door grondwaterproblemen gaat. Zo geldt voor oppervlaktewater vanaf 2013 een verdringingsreeks om in tijden van schaarste prioriteiten te kunnen stellen bij de verdeling van het water. Voor grondwater bestaat een dergelijke verdringingsreeks niet en die wordt ook niet zinvol geacht, terwijl er wel sprake is van conflicterende belangen zoals uiteengezet in het artikel ‘Droogte bedreigt monumenten’.
Oorzaken van funderingsproblemen
Droogte leidt tot lagere grondwaterstanden met ongelijkmatige zettingen van de bodem en droogstand van funderingshout tot gevolg. Net als bij de schade aan bijvoorbeeld de natuur en de biodiversiteit, de bebouwde omgeving en ons cultureel erfgoed zijn de gevolgen vaak pas op langere termijn zichtbaar.
De grondwaterproblematiek, zoals hier bedoeld, kent twee verschijningsvormen: grondwateroverlast en grondwateronderlast. Door allerlei oorzaken, zoals neerslag, bodemgesteldheid, bodemdaling, vervanging van lekke riolen of een hoog oppervlaktewaterpeil, kan de afstand tussen de grondwaterstand en maaiveld (de ontwateringsdiepte) kleiner worden. Wanneer dit tot problemen leidt, spreken we van grondwateroverlast. Er kan bijvoorbeeld water binnendringen in (te) laag gelegen (kruip)ruimtes of kelders of in tuinen en binnenterreinen wateroverlast veroorzaken. Als de ontwateringsdiepte groter wordt en dit tot problemen leidt, dan is er sprake van grondwateronderlast dat leidt tot funderingsproblemen. Dit kan bijvoorbeeld veroorzaakt worden door een verlaging van het oppervlaktewaterpeil in de omgeving, de tijdelijke invloed van bemaling van bouwputten, grondwateronttrekkingen of lekkage van riolen.
De oorzaken van funderingsproblemen die met een lage grondwaterstand te maken hebben zijn paalrot, negatieve kleef en ongelijkmatige zettingen. Bij paalrot vindt aantasting van funderingshout door schimmelvorming plaats omdat er door de droogstand er zuurstof bij het funderingshout komt. Bij een cumulatieve droogstand van 10 jaar gaan houten funderingen problemen opleveren. Negatieve kleef vindt plaats door bodemdaling. De zakkende grond trekt de fundering al dan niet gelijkmatig omlaag. Een lage grondwaterstand versterkt dit proces omdat een droge bodem zwaarder is dan een natte bodem. De opwaartse druk neemt immers af bij een lage grondwaterstand. Ongelijke zettingen door lage grondwaterstanden vormen ook de oorzaak van schade aan panden met ondiepe funderingen (vaak op staal gefundeerd genoemd). Een ondergrond die niet homogeen is veroorzaakt ongelijkmatige zettingen bij droogte.
Palenpest, aantasting van houten palen door bacteriën, heeft niets met inklinking of droogstand te maken, maar is ook een belangrijke oorzaak van funderingsproblemen. Deze aantasting vindt vooral plaats bij grenenhouten palen. Volgens de Stichting Hout Research (SHR) staat de helft van de woningen op houten palen op grenenhouten palen. De woningen staan vooral in gebieden waar men destijds dacht dat er niet zo diep (6 tot 8 meter) geheid hoefde te worden, zoals achter de duinen, rond het IJsselmeer en in delen van Friesland. In de slappe bodemgebieden gaat het al snel over inheidiepten van 20 meter of zelfs meer; daar zijn grenenhouten palen te kort voor. SHR zoekt in samenwerking met KCAF naar een innovatieve bestrijdingsmethode van palenpest. De eerste resultaten bieden hoop.
Panden met een fundering op staal in de veengebieden zijn vaak gevoelig voor wateroverlast omdat de huizen met de bodem mee zakken. Hierdoor neemt de afstand tussen begane grondvloer en het grondwaterpeil af. Wateroverlast en rioleringsproblemen zijn daardoor eerder het gevolg bij te veel neerslag. Daarnaast is er eerder sprake van vochtproblemen zoals optrekkend vocht in muren, natte kruipruimten en rottende houten vloeren. Vooral op plaatsen waar huizen op houten palen en op staal gefundeerde huizen in elkaars nabijheid staan, leidt dit tot complexe situaties door uiteenlopende belangen. Een grondwaterstand die voor de een goed is, is voor ander te hoog.
In het volgende deel van deze artikelenserie gaan we nader in op de schadebedragen en hoe deze in beeld gebracht worden.
Foto: Combinatie van panden met fundering op staal en op houten palen.
De ene auteur, Ruud van Workum is als zelfstandig adviseur funderingsproblematiek betrokken bij het project ‘Grondwater op peil!’ te Rotterdam en namens het Kennis Centrum Aanpak Funderingsproblematiek (KCAF) bij het project ‘Gouda Stevige Stad’, een structurele aanpak van de overlast door bodemdaling in de binnenstad van Gouda.
De andere auteur, Dick de Jong is directeur van het KCAF en ook nauw betrokken bij het project ‘Gouda stevige stad’ en het initiatief van Wetterskip Fryslân in de Groote Veenpolder in Friesland.