De Europese richtlijn uit 2018 inzake de kapitaalvereisten voor banken moet in de Nederlandse wetgeving worden omgezet en uiterlijk 29 december 2020 in werking treden. De ministerraad heeft ingestemd met het wetsvoorstel van minister Hoekstra van Financiën en het ter advisering naar de Raad van State gestuurd, opdat het op tijd behandeld kan worden door de Tweede en Eerste Kamer. Banken moeten namelijk een buffer aanhouden van minimaal 3% van het eigen vermogen ten opzichte van het geld dat is uitgeleend, de zogenaamde minimum leverage ratio. Daarbij komt een opslag voor de allergrootste banken. Deze afspraken vloeien voort uit in Europees verband gemaakte afspraken in 2018 onder de naam Bankenpakket. Daarnaast zijn afspraken gemaakt op het gebied van systeem- en specifieke kapitaalbuffers en de liquiditeitsbuffers. Kapitaalvereisten moeten er voor zorgen dat banken voldoende buffers aanhouden om hun eigen verliezen te kunnen opvangen, met name om te voorkomen dat de overheid in tijden van crisis moet bijspringen.
Wat zijn de belangrijkste maatregelen geweest? Voor de toezichthouders (DNB en ECB) komt er meer flexibiliteit om kapitaalvereisten voor zogeheten systeemrelevante banken te verhogen. In Nederland zijn dat ING, ABN Amro, Rabobank, SNS Bank en BNG. De toezichthouders krijgen meer flexibiliteit ten aanzien van de instelling specifieke vereisten. Zo kunnen ze bijvoorbeeld deze vereisten versoepelen om banken meer ruimte te geven een crisis te doorstaan. De ECB heeft inmiddels aangegeven deze vereisten te versoepelen in het kader van de coronacrisis. Aanpassingen van de beloningsregels over de samenstelling en uitkering van variabele beloningen. Nederland maakt daarbij gebruik van een uitzonderingsmogelijkheid waardoor het Nederlandse beloningsbeleid niet verandert.
Het toezichtkader voor topholdings van bankengroepen wordt versterkt. Sommige banken maken onderdeel uit van een grote bankengroep en door de wijziging wordt de top van de groep verantwoordelijk voor governance van de gehele groep en verschuift het overkoepelend toezicht daarop van de bank naar de top. Ook het toezichtkader op banken met een zogeheten ‘moeder’ buiten de EU (derde land) wordt versterkt.
Een aantal extra aanscherpingen van de kapitaalvereisten voor banken, vastgelegd in een wijzigingsverordening, gaan op 28 juni 2021 vanzelf in. Alle Europese banken moeten een buffer aanhouden van minimaal 3% van het eigen vermogen ten opzichte van het geld dat is uitgeleend (minimum leverage ratio). Er geldt een extra opslag op deze leverage ratio voor de mondiaal systeemrelevante banken. Ook worden de liquiditeitseisen voor alle banken aangescherpt en er worden eisen geïntroduceerd over de mate waarin banken hun (veelal langlopende) financiële verplichtingen op een stabiele manier dienen te financieren. Om te voorkomen dat de verhoogde kapitaalvereisten de bankensector in de problemen zou brengen tijdens deze coronacrisis, heeft de Europese Commissie op 28 april jongstleden maatregelen aangekondigd voor tijdelijke versoepelingen.