Michel Klompmaker
Rond de Wwft is nog steeds veel te doen. Wie herinnert zich niet de enorme boetes die een paar jaar geleden uitgedeeld zijn aan enkele grootbanken. Het een en ander had tot gevolg dat veel topmanagers van financiële instellingen zich flink achter de oren gingen krabben, met als uitvloeisel een aanscherping inzake acceptatie van nieuwe klanten bij met name de banken. Duizenden nieuwe banen werden gecreëerd, de digitalisering werd versneld doorgezet en het aantal bankkantoren nam verder af. Al de hierboven genoemde issues hebben de vertrouwensband tussen de bank en de gemiddelde bank klant bepaald niet bevorderd. Het verschijnsel ongebruikelijke transactie deed zijn intrede, maar wie bepaalt eigenlijk wat ongebruikelijk is? We spraken onlangs met de Rotterdamse jurist Ellen Timmer over de Wwft.
Wat vindt u van de beweging die De Nederlandsche Bank inmiddels gemaakt heeft met de verschuiving van ongebruikelijke naar verdachte transacties?
Ellen Timmer: “Die verschuiving is er in de praktijk niet. Nederland kent nog steeds het afwijkende systeem van melding van ‘ongebruikelijke transacties’, wat leidt tot een veel lagere meldingsdrempel dan bij melding van verdachte transacties het geval zou zijn. Bovendien zijn banken en andere meldingsplichtige instellingen zo bang geworden voor de boetes van toezichthouders en andere instanties, dat ze onnodig veel melden. De mededeling van DNB dat de witwasbestrijding nu eindelijk aan de internationale norm – dat het risicogebaseerd moet gebeuren – moet voldoen verandert daar volgens mij niets aan. Opvallend aan de witwasbestrijding in Nederland is dat wordt gefocust op aantallen gemelde transacties in plaats van op de kwaliteit er van, lees de jaarverslagen van FIU-Nederland er maar op na. Daar komt het grote probleem in de witwasbestrijding bij dat taken bij bedrijven worden neergelegd, waar ze niet geschikt voor zijn. Zo zie ik medewerkers van banken goedbedoelde maar ondeskundige vragen aan consumenten en het midden- en kleinbedrijf stellen. Die klanten op hun beurt begrijpen helemaal niets van de gestelde vragen en geven onjuiste antwoorden, waarna er hopeloze spraakverwarring kan ontstaan. Hiermee wordt veel geld verspild en leidt ongetwijfeld tot veel onterechte meldingen, waarvan ik de omvang niet kan kwantificeren. Daar komen nog allerlei andere risico’s bij, zoals het via onveilige weg (bijvoorbeeld e-mail) uitwisselen van persoonsgegevens en andere vertrouwelijke gegevens en het verzamelen van veel te veel vertrouwelijke gegevens met alle cybersecurity risico’s van dien. Vanuit de verantwoordelijke ministeries wordt steeds gezegd dat het doel van de witwasbestrijdingswet zou zijn dat financiële instellingen misdaad ‘voorkomen’. Dat klopt niet en de ministeries verhullen hardnekkig en stelselmatig het werkelijke doel. Al is de witwasbestrijding juridisch geen ‘opsporing’, het detecteren van ‘ongebruikelijke transacties’ (dat zijn transacties waarvan redelijkerwijze kan worden vermoed dat witwassen of terrorismefinanciering in het spel is) komt praktisch op hetzelfde neer. Het betekent privatisering van de criminaliteitsbestrijding. Het is een taak die specialistische deskundigheid vergt, die financiële instellingen en andere witwasbestrijdingsplichtigen niet hebben.”
Dan even naar een andere belangrijke speler op dit gebied, het ministerie van Justitie en Veiligheid. Daar speelde en speelt het een en ander. Kunt u ons daarover wat meer inzicht geven?
Ellen Timmer: “Vanuit dat ministerie zijn opvallende uitlatingen gedaan. Zo bevestigde de minister onlangs tijdens een overleg in een commissie van de Tweede Kamer dat de grote georganiseerde criminaliteit niet via het reguliere bancaire systeem in Nederland werkt, wat betekent dat de inspanningen van banken in dit verband niet zo zinvol zijn. Eerder hoorde ik haar dat ook op de radio zeggen. De minister zegt in een recent verslag [*1] dat het ministerie goed zicht heeft gekregen op de criminele geldstromen en heeft geconstateerd dat het reguliere bancaire systeem er geen rol in speelt. Onder meer zegt ze: “Geld gaat via ondergronds bankieren het land uit en wordt in het buitenland uitgegeven. Het geld dat we hier kunnen afpakken en de realistische doelen die daarbij horen, staan dus niet in verhouding tot de criminele miljarden die erin rondgaan”. Ze meldt dat dit bekend is geworden dankzij gehackte berichten. Ze deelt mee dat de afpak inspanningen weinig zin hebben: “Als het gaat over crimineel geld afpakken en je weet dat van die 16 miljard het grootste deel niet in Nederland is, dan kunnen we met elkaar rondjes blijven draaien en denken dat dat wel in Nederland had moeten zijn en dat de doelen daarom hoger moeten, om vervolgens gefrustreerd te raken dat het niet zo is”. Ook constateert ze dat de georganiseerde misdaad vergeleken kan worden met multinationals. De uitlatingen van deze minister maken duidelijk dat het geld dat al die Wwft-plichtigen in het midden- en kleinbedrijf moeten uitgeven aan witwasbestrijding volledig verspild is. Maar dit geldt niet alleen voor hen. De inspanningen die banken en betaaldienstverleners zich getroosten op grond van de witwasbestrijdingswet hebben eveneens weinig zin, nog erger: ik zou willen zeggen dat het geld dat zij besteden aan de opsporing van grote criminelen over de balk wordt gegooid. Over de ineffectiviteit van de bancaire activiteiten is al eerder gerapporteerd, maar de beleidsmakers willen er niet van horen.”
Zou dit theoretisch nog tot een mogelijke claim tegen de overheid kunnen leiden van de “slachtoffers” in deze?
Ellen Timmer: “Dat lijkt me lastig, want het gaat hier om wetgeving, waar het Nederlandse parlement verantwoordelijk voor is. Daarbij valt op dat het Nederlandse parlement kritiekloos het internationale concept achter de witwasbestrijding accepteert. Dat concept is ontworpen door financiële topmensen uit de westerse wereld (G7, FATF, FSB, Europese Commissie en Parlement e.d.). Het is bedacht door mensen die geen enkele interesse tonen voor de praktische uitvoerbaarheid van hun goed bedoelde plannen. Ook ontbreekt belangstelling voor het ‘doenvermogen’ van de bedrijven die de private criminaliteitsbestrijdingstaken moeten uitvoeren en voor de grondrechten voor burgers. Zo vind ik het onbehoorlijk dat alle politiek prominente personen per definitie een hoog criminaliteitsrisico zouden opleveren. Dus ook nette Nederlandse burgers die lid van de Tweede Kamer zijn. Nog erger is dat hun ouders en kinderen en straks ook broers en zussen in dat onbehoorlijke systeem worden mee gesleept, evenals de ‘naaste geassocieerden’, een bizar begrip. De onjuistheid van het internationale witwasbestrijdingsconcept zal politiek moeten worden aangekaart. Mensen moeten het niet over zich heen laten komen en de beleidsmakers aanspreken op hun verplichting om maatschappelijk betamelijke regelgeving tot stand te brengen.”
Wat is uw conclusie nu, anno 2024, over de Wwft?
Ellen Timmer: “Het wordt steeds duidelijker dat het systeem niet werkt. Dat is niet alleen omdat de regels niet Europees geharmoniseerd zijn, zoals de Europese instanties denken. Onlangs is er in Europa overeenstemming bereikt over het AML Package. In dat pakket maatregelen is er opnieuw geen enkele belangstelling voor de praktische uitvoerbaarheid, de kosten en de gevolgen voor de grondrechten voor burgers. Kennelijk is een machtige Europese overheid een doel op zich en moeten de burgers wijken. Zoals ik al eerder meldde, heeft de minister van Justitie en Veiligheid meegedeeld dat de grote criminele geldstromen niet verlopen via het reguliere financiële systeem. Deze bevinding zou er volgens mij toe moeten leiden dat het concept van de privatisering van de criminaliteitsbestrijding grondig wordt herzien. Het moet volledig anders en veel slimmer, waarbij op een positieve manier gebruik wordt gemaakt van de kennis en vaardigheden van bedrijven en waarbij af wordt gestapt van het one-size-fits-all. Het valt mij trouwens op dat veel leden van de Tweede Kamer met misdaadbestrijdingspretenties nog steeds denken dat ‘de poortwachters’ nuttig zijn. Een voorbeeld is mevrouw Michon-Derkzen, van de partij die heeft gezorgd voor grote bezuinigingen op politie en justitie, in casu de VVD. Deze partij belijdt alleen met de mond dat zij van ‘law & order’ zijn. Wie maakt het parlement wijzer? De vraag is nu wie de handschoen oppakt.”
Onlangs is bekend geworden dat de nieuwe overkoepelende Europese Anti-Money Laundering Authority, afgekort AMLA, in Frankfurt gevestigd wordt en in de loop van 2025 operationeel zal worden. Enig idee wat de impact zal zijn op de Nederlandse Wwft?
Ellen Timmer: “De Nederlandse Wwft zal door het AML Package, waarvan AMLA deel uitmaakt, volledig van karakter veranderen. Het zal een implementatiewet worden, aangezien de belangrijkste regels straks in een Europese verordening staan, de Anti-Money Laundering Regulation (AMLR). Op grond van de nieuwe regels zal AMLA een zeer machtig instituut worden dat regels, richtlijnen e.d. zal maken, die zullen gaan gelden voor alle witwasbestrijdingsplichtige bedrijven, van de boekhouder in Tubbergen tot en met de internationaal opererende grootbank. Bij het opstellen van die regels zal naar mijn verwachting geen rekening worden gehouden met de specifieke kenmerken van de verschillende branches binnen de witwasbestrijdingsplichtigen en ook niet met nationale karakteristieken. Aangezien in het AML Packages geen mechanismen zijn opgenomen die zorgen voor hoogwaardige tegenspraak, zullen de Europese instanties ongehinderd hun gang kunnen gaan. Ik vind dat gevaarlijk en vrees nog meer excessen dan die die de witwasbestrijding nu oplevert.”
[*1] Het ongecorrigeerde verslag van het antwoord in eerste termijn in het kader van de begrotingsbehandeling (Justitie en Veiligheid (36410-VI) antwoord 1e termijn + rest) van 8 februari jl..
Voor diegenen die graag met de Wwft experts in Nederland in gesprek willen gaan verwijzen we naar het Risk & Compliance Jaarcongres op 13 juni aanstaande in Baarn.