Michel Klompmaker
Het is vandaag precies 10 jaar geleden dat Lehman Brothers omviel. Ik herinner me dat nog als de dag van gisteren, want ik was toen in mijn hoedanigheid als uitgever-hoofdredacteur van Banking & Finance op SIBOS in Wenen. Ik kan het niet nalaten om even terug te kijken en kan u zeggen dat ik minder optimistisch ben dan menigeen. Dat heeft te maken met de grote roerganger, of manipulator zo u wilt, die het op dit moment voor het zeggen heeft in de Verenigde Staten, daar waar ruim tien jaar geleden de basis gelegd werd voor de crisis.
Laten we eerst even teruggaan naar Wenen. Op deze jaarlijkse bijeenkomst van alle topbankiers heerste een surrealistische sfeer. De organisatie (SWIFT) trachtte het programma in stand te houden, maar niemand van de bezoekers was er mee bezig. In de rookruimtes buiten waren bankiers druk al rokend aan het bellen, liepen zenuwachtig heen en weer en snauwden hun Personal Assistants af…
Ze moesten zo snel als mogelijk terug naar Headquarters om de zaken daar te kunnen regelen. Ondertussen reden taxi’s af en aan naar het vliegveld, werden keynote sprekers vervangen en probeerden de hostessen van de organisatie in de avonduren toch nog de Weinstubes vol te krijgen in opdracht van de sponsoren.
In de perskamer zat ik met collega’s van de Angelsaksische wereld… Zoiets hadden ze nog nooit meegemaakt. De kettingreactie was een feit en er werd serieus gesproken over wie de volgende dag als slachtoffer gepubliceerd moest worden…
Dan even naar het heden. De autoriteiten zeggen dat er veel ten goede veranderd is. Dat klopt, in die zin dat er maatregelen (lees wet- en regelgeving) genomen zijn, dus op papier zou het moeten in orde zijn met Basel, MiFID, Solvency en hoe dat allemaal maar mag heten. Telkens wordt er weer een nummertje aan toegevoegd, dus op papier wordt het dan nog beter… In ieder geval voor al die consultants en advocaten, die daar een dikke boterham mee kunnen verdienen.
Maar ondertussen zitten er mensen aan het roer, bij de toezichthouders, bij de rechterlijke macht en bij de colleges die moeten toezien op de naleving van de eigen door de groep opgestelde gedragsregels. Op papier klopt het allemaal, maar de werkelijkheid is helaas anders. Ik geef slechts drie voorbeelden: Het beleid rond seponering bij het Openbaar Ministerie en de “bereidheid” van de Politie om een aangifte op te nemen en deze op te volgen. Een ander vaag teken is de weigering van toezichthouders om in te gaan op vragen van journalisten, onder het mom van “Over individuele financiële instellingen kunnen wij geen mededelingen doen” en dan als laatste de notarissen, die met hun eigen ‘klachteninstituut’ de collega’s het hoofd boven het hoofd kunnen houden, door klachten af te doen met de mededeling “U weet toch dat er een vertrouwensrelatie bestaat tussen de notaris en zijn clientèle?’ Het is al weer een tijdje geleden dat de notaris “onkreukbaar” was.
Meer wil ik er nu niet meer over kwijt, anders word ik alleen maar verdrietig en boos tegelijk.
Eigenlijk is er nauwelijks iets veranderd in de kern van de zaak
15 september 2018