Economie 1: Fed 0
Ondanks een resem brutale tackles, die één voor één een rode kaart verdienden, slaagt de Federal Reserve er niet in om de economische groei af te remmen. Met de Amerikaanse consument en een beresterke arbeidsmarkt op de flanken en de dienstensector als diepe spits, blijft de economie scoren en kan de verdediging terugvallen op een opvallend weerbare industrie en doorgedreven overheidsinvesteringen. Uit de laatste werkloosheidsstatistieken (gepubliceerd op 2 december) blijkt een stevige vooruitgang van het aantal nieuwe banen, die met een jobcreatie van 263.000 eenheden (!) in november, de initiële verwachting (opnieuw) in ruime mate overtrof en weinig ruimte laat voor het argument dat de Amerikaanse arbeidsmarkt binnen afzienbare tijd zwicht onder het geweld van de renteverhogingen die de centrale bank sinds maart 2022 doorvoert. Wie op zoek gaat naar barsten in de arbeidsmarkt, kan hooguit vaststellen dat het aantal vacatures stagneert en het job hopping -fenomeen zijn hoogtepunt voorbij is. Beide zijn elementen die de loonmassa doen versnellen en dat zien we momenteel liever niet gebeuren. Uit de recentste cijfers blijkt echter dat de jaarlijkse groei van de lonen wel degelijk verder toeneemt en dat tegen een versneld tempo. Bijzonder slecht nieuws, want het was precies de moderate groeivoet van de lonen die de hoge inflatie min of meer acceptabel maakte, ondanks het schrikbarende niveau van de algemene prijsstijgingen.
Het optimisme dat in november was ontstaan, na de verrassend milde vooruitgang van CPI, PPI en PCE-prijsindicatoren, sloeg snel om in een reeks van opeenvolgende dalingen op de meeste aandelenmarkten. Het blijft nu afwachten tot de publicatie van nieuwe kengetallen over de recente ontwikkeling van de kleinhandelsprijzen (CPI) op 12 december jl, voorafgegaan door de groothandelsprijzen (PPI) op 9 december jl.
Op langere termijn heerst er weinig twijfel over het neerwaartse potentieel van de inflatie. De meeste grondstoffen- en voedselprijzen staan nu beduidend lager dan het niveau, net voor de invasie. De olieprijs staat zelfs lager dan een jaar geleden. Maar deze gunstige evolutie zal echter slechts met vertraging doorgang vinden in de prijzen aan de kassa. De gasprijzen blijven intussen nog steeds relatief hoog en met de winter voor de deur, kun je niet op veel mededogen rekenen.
Toch kan, zij het over een periode van 12 maanden, het algemene inflatiepeil in de VS en de Eurozone zelfs teruglopen met 4 % of meer. Deze prognose is echter onvoldoende om de centrale banken nu al aan te sporen tot een soepelere houding. We zijn momenteel al meer dan tevreden met het vooruitzicht dat de Fed het opwaartse pad van haar beleidsrente wat af zal buigen. Dat houdt in dat het tempo van het recente kwartet verhogingen met 75 basispunten, in december naar een half procent wordt gebracht.
Al moet je ook hier beducht blijven want op 14 december (de dag van de FOMC-vergadering van de Amerikaanse centrale bank) zijn de nieuwste inflatiecijfers over de voorbije maand reeds bekend. Maar voor zover deze voldoende nauw aansluiten bij de huidige verwachtingen, vormt een verhoging met 50 basispunten een plausibel uitgangspunt. De grote onbekende blijft echter op welk niveau de Fed het volgend jaar welletjes zal vinden. In het huidige scenario wordt er nog een stijging in februari en maart 2023 verwacht, telkens met een kwart procent.
De Amerikaanse economie zal dit overleven, maar de open vraag blijft of de verwachte (en onvermijdelijke) conjuncturele verzwakking in 2023, de dimensie van een doorgedreven recessie zal aannemen of eerder een mild karakter zal vertonen. Dat laatste is zeker mogelijk, gelet op de blijvende sterkte van de arbeidsmarkt en de volgehouden consumptieve bestedingen bij de Amerikaanse consument.
Verlies hierbij niet uit het oog dat, ondanks de onmiskenbare monetaire verkrapping, de fiscale politiek nog altijd zeer expansief is. De uitgaven van de overheid blijven toenemen en met de komende presidentsverkiezingen in het vooruitzicht zal de Biden-administratie niet snel geneigd zijn om in te binden. De Republikeinen zullen ongetwijfeld op de rem staan, maar durven dit ook niet te ver te drijven om niet tot de zondebok te verworden, die in 2024 de schuld van een diepgravende economische terugval toegeworpen krijgt.
De ECB zal maar al te graag zien dat de druk op de rente-ketel wat wordt verlaagd. Als de Amerikaanse centrale bank genoegen neemt met minder opwaartse stappen van haar beleidstarieven, dan wordt ook in de Eurozone het monetaire juk minder zwaar om dragen.
Het blijft ons overigens aangenaam verbazen dat de Europese economieën, ondanks de zeer ongunstige omstandigheden, toch nog stand weten te houden. Wellicht vormt deze verrassing mee de aanleiding voor de relatief gunstige ontwikkeling van de Europese beurzen over de voorbije weken.
Over de laatste maand zijn de rentetarieven op Europese obligaties (in de 7 tot 10 jaar zone) gemiddeld met 63 basispunten afgenomen[2]. Een dergelijke beweging is goed voor een stijging van de obligatiekoersen in de Eurozone met 5 %. Zeer welgekomen, na de ergste koersverliezen sinds mensenheugenis, maar er rest nog altijd 14 % (!) om het verlies goed te maken, dat ontstond sinds het begin van dit vervloekte jaar.
Intussen tracht ook China zich op eigen kracht uit het diepe dal te tillen. Een dal dat de Chinese overheid zelf uitgroef, na een reeks politieke misstappen die vooral te wijten waren aan een flinke dosis zelfoverschatting en halsstarrigheid. Een aantal beperkende economische maatregelen werden recentelijk teruggeschroefd (onder meer in de bouwsector), terwijl ook het verstikkende zero covid-beleid wordt versoepeld.
Wij blijven sceptisch voor de onmiddellijke toekomst van de Rode Reus. Het lijkt allemaal te veel op een van de zeer sterke verhalen van Baron Von Munchhausen[3], die beweerde zich aan zijn eigen haren uit het drijfzand te hebben getrokken. Vooral het afbouwen van de covid-restricties is een gewaagde gok, gelet op bevolkingsconcentratie in de grote steden en de lage vaccinatiegraad (vooral van ouderen) in de rurale gebieden.
In deze donkere dagen voor Kerstmis blijft het vandaar lastig een prognoses te maken voor de onmiddellijke vooruitzichten op de financiële markten. Eens de laatste horden (in dat geval, de inflatiecijfers van december) genomen zijn, wordt het wellicht wat eenduidiger.
Maar de Deense atoomgeleerde Niels Bohr wist ons dit lang geleden al te melden: Voorspellen blijft altijd moeilijk. Vooral als het om de toekomst gaat.
Stefan Duchateau