Eens in de vijf jaar voert het IMF een Financial Sector Assessment Program (FSAP) uit in landen met een systeemrelevant financieel stelsel. Dan beoordelen IMF-experts de financiële gezondheid van de financiële instellingen en de kwaliteit van het toezicht. Daarvoor doen zij ook on-site onderzoek, onder meer bij DNB. Met deze regelmatige monitoring beoogt het IMF bij te dragen aan de mondiale financiële stabiliteit. De Nederlandsche Bank (DNB) gaat aan de slag met de IMF-aanbevelingen voor het toezicht. Over deze aanbevelingen laat Paul Hilbers, Divisiedirecteur Financiële Stabiliteit bij DNB zich hierna als volgt uit.
Wat zijn de belangrijkste conclusies over de Nederlandse financiële sector?
Paul Hilbers: “Het IMF ziet geen grote kwetsbaarheden in de Nederlandse financiële sector. Als potentiële risico’s voor de financiële stabiliteit ziet het IMF de lage rente omgeving, de hoge schuldniveaus van huishoudens en de afhankelijkheid van banken van marktfinanciering. Het IMF oordeelt positief over de financiële weerbaarheid van de Nederlandse bankensector. Uit de stresstesten blijkt dat de Nederlandse bankensector goed is gekapitaliseerd: banken blijven boven het minimumniveau van 7% kernkapitaal. Tegelijkertijd signaleert het IMF dat de lage rente omgeving vooral een impact heeft op de verzekeringssector en de pensioensector.”
Wat gaat DNB doen met de aanbevelingen van het IMF?
Paul Hilbers: “DNB zal in samenwerking met de regering en de AFM de opvolging van de IMF-aanbevelingen verder vormgeven. Zo pleit het IMF ervoor de LTV-ratio na 2018 verder omlaag te brengen naar 90% en om de reeds ingezette afbouw van de hypotheekrenteaftrek te versnellen. Beide maatregelen zullen huishoudens weerbaarder maken tegen financiële schokken, zo meent het IMF. Daarmee onderschrijft zij de voorstellen van het Nederlands Financieel Stabiliteitscomité, waarin DNB en de AFM deelnemen.”
Wat betekenen de aanbevelingen voor de Nederlandse banken?
Paul Hilbers: “Het IMF merkt op dat de financiële hefboom in de sector nog altijd relatief hoog is en adviseert daarom de kapitaalbuffers van banken verder te verhogen. Dit past bij het streven van DNB om het eigen vermogen van vier systeemrelevante banken te verhogen naar minimaal 4% van de bankbalans. Ook zal DNB meer aandacht gaan geven aan het voorzieningenbeleid van banken. En daarbij gaat het SSM scherper kijken naar de risicomodellen van banken: het project TRIM.”
Hoe oordeelt het IMF over het toezicht?
Paul Hilbers: “Het algehele oordeel is positief. Het IMF concludeert dat in antwoord op de crisis het toezicht is versterkt in de afgelopen vijf jaar. Het IMF benoemt specifiek de vernieuwingen in het toezicht van DNB: de focus op meer vooruitblikkend toezicht, het toezicht op gedrag en cultuur, het macroprudentiële toezicht, de focus op bedrijfsmodellen. Daarbij verwijst het IMF ook naar het optuigen van het gezamenlijke Europese toezicht- en resolutiemechanisme, het nieuwe toezichtraamwerk voor verzekeraars en de ontwikkeling van belangrijke instrumenten voor het macroprudentiële toezicht. Het IMF roept de Nederlandse autoriteiten op om verder te gaan op de ingeslagen weg in de komende jaren.”
De onderzoeksresultaten zijn vastgesteld door de Raad van Bewindvoerders van het IMF. Het rapport over Nederland is terug te vinden op de IMF-website.
Bron: DNB
DNB reageert op IMF-aanbevelingen
26 april 2017