Diepgaand staatssteunonderzoek naar Vlaamse steun aan verenigingen voor landschapsbeheer

25 juni 2024
Kennisbank

De Europese Commissie heeft een diepgaand onderzoek geopend om na te gaan of de overheidssteun die tussen 2003 en 2018 aan Vlaamse verenigingen voor landschapsbeheer is verleend, in overeenstemming is met de EU-staatssteunregels. De beoordeling van de Commissie begon op basis van een klacht, waarin werd gesteld dat het Vlaams Gewest en zijn gemeenten onrechtmatige staatssteun hebben verleend aan drie natuurbeheerorganisaties, namelijk Natuurpunt Beheer, Limburgs Landschap en Vzw Durme, die natuurbeschermingsactiviteiten verrichten, alsook voorlichting- en onderwijsactiviteiten in verband met natuurbehoud en milieubescherming. De steun zou met name zijn verleend voor de aankoop van grond die moet worden omgezet in natuurreservaten en voor de exploitatiekosten van bezoekerscentra in die gebieden.

Uit het vooronderzoek van de Commissie is gebleken dat de Vlaamse steun is verleend in de vorm van subsidies met een dekking tot 100 % van de kosten van de aankoop van grond en van de in de bezoekerscentra georganiseerde onderwijsactiviteiten. Bovendien verrichtten de verenigingen voor landschapsbeheer bepaalde nevenactiviteiten, zoals de verkoop van hout, pacht van grond of cafetaria’s in de bezoekerscentra.

Op basis van haar voorlopige beoordeling betwijfelt de Commissie of de Vlaamse overheidssteun in overeenstemming was met de EU-staatssteunregels. Volgens de jurisprudentie van de rechterlijke instanties van de EU vormen activiteiten op het gebied van milieubescherming met een sociaal karakter, of onder toezicht van de staat staande onderwijs- en voorlichtingsactiviteiten voor het grote publiek, geen economische activiteit en wordt staatssteun aan deze activiteiten derhalve niet als staatssteun beschouwd.

Naast hun niet-economische kernactiviteiten kunnen marktdeelnemers ook betrokken zijn bij bepaalde nevenactiviteiten. Alleen nevenactiviteiten die hetzelfde belang hebben als en onlosmakelijk verbonden zijn met de hoofdactiviteiten, kunnen echter als niet-economisch worden beschouwd, waardoor steun voor die activiteiten dus niet als staatssteun wordt aangemerkt. Zo niet, zouden de nevenactiviteiten afzonderlijk worden beoordeeld en als economische activiteiten kunnen worden beschouwd, en wordt overheidssteun daarvoor wel beschouwd als staatssteun.

Daarom heeft de Commissie besloten een diepgaand onderzoek in te stellen om na te gaan of de secundaire activiteiten van de verenigingen voor landschapsbeheer staatssteun hebben ontvangen. De Commissie onderzoekt dus of zij hetzelfde belang van natuurbehoud en -educatie nastreven als de hoofdactiviteiten, en onlosmakelijk verbonden zijn met de hoofdactiviteiten. De opening van een diepgaand onderzoek stelt alle belanghebbenden, waaronder de vermeende begunstigden van de steun en de klager, in de gelegenheid opmerkingen te maken over de maatregel. Dit zegt evenwel niets over de uitkomst van het onderzoek.

Overeenkomstig artikel 107, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie vormt een maatregel staatssteun indien aan alle vier voorwaarden hierna is voldaan: i) de maatregel moet door de lidstaten met staatsmiddelen zijn bekostigd; ii) de maatregel moet bepaalde ondernemingen een selectief economisch voordeel bieden; iii) de maatregel moet de mededinging vervalsen of dreigen te vervalsen; en iv) de maatregel moet de handel tussen de lidstaten ongunstig beïnvloeden.



Plaats uw reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *