Paul Ruijs
Wat vielen vier oppositie- en vier coalitiepartijen, verenigd in heilige en demonstratieve verontwaardiging weer voorspelbaar over elkaar heen toen het over Thierry Baudet ging. Selectieve verontwaardiging, opportunisme en een flinke dosis hypocrisie zijn de meeste politici niet vreemd, dus was het een schot voor open doel toen Baudet na een berisping van de Integriteitscommissie van de Tweede Kamer zijn neveninkomsten bleef verzwijgen. En hij kreeg niet eens een sanctie of schorsing want daartoe was het College niet bevoegd. Vooral D66 greep dit buitenkansje aan om de obsessieve afkeer van Baudet en de eigen politieke correctheid nog eens te benadrukken. En natuurlijk om te waarschuwen voor die gevaarlijke politicus die nog boeken schrijft ook! Het past in de D66 traditie om bij gebrek aan eigen inhoud politieke tegenstanders te besmeuren. Zo had D66-er Tom de Graaf, inmiddels de hoogste (maar niet de betrouwbaarste) rechter in de Raad van State, bij gebrek aan weerwoord destijds Anne Frank nodig om Pim Fortuyn openlijk in verband te brengen met de Endlösung. Alsof Fortuyn de gasleidingen en ovens al besteld had! En Pechtold, ach… die kon alleen dankzij Wilders uitgroeien tot chef rijbewijzen terwijl de nieuwe D66 lichting Thierry Baudet heeft verkozen tot boksbal. Het verzwijgen van nevenbanen, inkomsten en giften is in strijd met een gedragscode van de Tweede Kamer. Behalve toen Pechtold een geschonken appartement in Scheveningen (ter waarde van 135.000 euro) had verzwegen lag dat natuurlijk anders. Van enige verontwaardiging was geen sprake bij D66 en de vraag hoe Pechtold die gift voor de fiscus had verantwoord werd door het OM, gesteund door de Hoge Raad, al helemaal niet onderzocht. Ook bij D66 nemen ze de regels niet zo nauw als die niet in de eigen kraam te pas komen en ‘vervelende’ regels zijn alleen voor anderen.
Maar gelukkig hebben we nu ene Joost Sneller, een D66 backbencher met een ‘indrukwekkende’ loopbaan die hogerop wil en niet gehinderd wordt door teveel kennis. Joost vindt het namelijk onverteerbaar dat de regels het niet toelaten dat er steviger tegen Baudet kan worden opgetreden. “Als de regels volgens het college toelaten dat een aanwijzing wordt genegeerd, moeten we zien wat we daaraan kunnen doen” om daaraan toe te voegen dat hij het er niet bij laat zitten en het moment in de herfst aangrijpt, als de Kamer het functioneren van de gedragscode en de handhaving evalueert, om de regels te veranderen.
Joost kan het weten of weet niet dat D66 minister Winnie Sorgdrager ooit in 1996 de Wet Rechtspositie Rechterlijke ambtenaren (Wrra) aanvulde met artikel 44 dat rechters per januari 1997 verplichtte hun nevenbaantjes en inkomstem bekend te maken. Heel veel rechters begrepen in al hun wijsheid en wereldvreemdheid toen al niet dat je eigenlijk geen zaken moet behandelen waarbij je familie en/of vrienden betrokken zijn of waar je via een (betaalde) nevenfunctie mee verbonden bent. Ze waren stomverbaasd of verbolgen over het gebrek aan vertrouwen dat uit die wettelijke verplichting naar voren kwam hoewel iedereen snapt waarom je ook geen trainer een wedstrijd van zijn eigen elftal laat fluiten. Zelfs niet bij de jeugd zaterdagmiddagamateurs uit de 4e klasse!
Alleen voor de dames en heren in toga was dat terra incognita en waren er regeltjes nodig toen duidelijk werd dat er nogal wat thuisfluiters rondliepen. Achter die houding ging echter veel geveinsde naïviteit en verontwaardiging schuil. Voor veel justitiabelen procedeert het immers een stuk prettiger als niemand weet dat de rechter op de payroll staat of een kantoorgenoot van je eigen advocaat als plaatsvervangend rechter dienst heeft. Dat ‘Unique Selling Point’ en die positie lieten rechters (en advocaten) zich niet zomaar afpakken. Dat bleek ook toen presidenten van rechtbanken en gerechtshoven meteen na invoering van die wet moesten toegeven dat veel rechters het vertikten om die gegevens te verschaffen. De president van de Haagse rechtbank riep in mei 1996 in het Algemeen Dagblad zelfs machteloos uit dat ook ‘zijn’ rechters het vertikten, zelfs nadat hij ze er meerdere keren tevergeefs op had aangesproken. Maar ook presidenten kunnen er goed omheen draaien. Dezelfde president had aan die uitspraak namelijk geen actieve herinnering meer toen hij een half jaar later glashard tegenover de pers verklaarde dat in zijn rechtbank niemand kende met verzwegen nevenfuncties.
De rol van de Volkskrant
Het kwam er toen en dus nog steeds op neer dat het bevoegd gezag niet eens weet waar en bij wie een deel van het personeel overdag bijverdient en dat bij dat o zo zorgvuldig toewijzen van zaken niet bekend is of de toegewezen rechter vanwege een nevenbaantje belang heeft bij een uitkomst. Dus blijft het register met nevenbanen onbetrouwbaar, onvolledig en opzettelijk vaag en onduidelijk. Want wat moet je nu met de informatie van plaatsvervangend rechter JADIB die opgeeft dat ze per 01-05-2016 als schrijver, ZZP-er in Den Haag werkzaam is. Waarom staat daar niet gewoon dat ze al jaren een gezichtsbepalende columniste van de Volkskrant is zodat iedereen kan weten hoe uitgesproken mevrouw de rechter over bepaalde zaken denkt (en waarom je nooit kritische stukjes over rechters van haar hand in de Volkskrant zult tegenkomen).
Nevenfuncties van drukke rechters
Maar dat rechters sjoemelen met hun nevenfuncties vindt eigenlijk niemand een groot probleem. Uit allerlei vage, niet gefundeerde onderzoeken blijkt immers dat we wereldwijd tot de top horen met onze rechtspraak. Dus mocht een rechter een keertje betrapt worden op een verzwegen maar relevante bijbaan dan was de registratie daarvan gewoon aan zijn/haar aandacht ontsnapt (druk, druk, en nog eens druk…). Sommige politici, juristen en hoogleraren kan je van alles wijsmaken en die roepen in die gevallen dan ook om het hardst – zonder het dossier te kennen – dat vanwege zo’n slordigheidje niet ineens sprake is van een oneerlijk en partijdig proces. Deze nergens op gebaseerde mening wordt doorgaans nog verder onderbouwd met de bewering dat Nederlandse rechters zo professioneel en goed opgeleid zijn dat ze conflicterende belangen heel goed van elkaar kunnen scheiden.
Na diverse tussentijdse perspublicaties over rechters met verzwegen nevenfuncties en – inkomsten bleef het beeld dan ook de afgelopen 25 jaar hetzelfde. Het deed een minister (Van der Scheur, VVD) in 2013 voor de vorm verzuchten “dit valt niet meer viel uit te leggen aan het volk”. Maar aangemoedigd door zoveel slappe knieën en incompetentie verzwegen rechters daarna ook hun nieuwste, uiterst lucratieve schnabbels. Ondanks het geklaag en gejammer over werkdruk en wachttijden konden advocaten inmiddels via louche bureautjes rechters overdag ook inhuren (tarieven in overleg). Onder het mom van ‘in company’ trainingen kon in alle beslotenheid alles aan de orde komen en was er een directe geldstroom ontstaan tussen advocaat (en diens klant) en rechter. Met die typisch Nederlandse benadering kon onder de vlag van professionalisering en kwaliteitsverbetering regelrechte omkoping van rechters gefaciliteerd worden. En een zwart geld circuit, ervan uitgaande dat ook de inkomsten (tarieven in overleg!) onder werktijd niet afgedragen werden aan de rechtbank en fiscus.
Tijd voor sancties voor rechters die willens en weten de wet overtreden
De verloedering gaat inmiddels zo ver dat de eerste strafzaak bekend is waar pas na afloop toegegeven werd dat de toegewezen rechter en de verdachte bevriend waren. Het liep voor de verdachte dan ook goed af. Maar hoe kan een incompetente organisatie die niet eens garant kan staan voor een juist en volledig overzicht van bijbaantjes voorkomen dat rechters met de verkeerde types bevriend raken of zelfs gehuwd zijn? Wat niet weet wat niet deert. Met veel aanhang onder juristen geeft D66 altijd hoog op van de rechtstaat in Nederland. Dat doen justitiabelen met een rechter op de payroll na een gewonnen proces ook. Maar als het Joost Sneller dit najaar lukt om Baudet met nieuwe regels tot de orde te roepen, kan hij misschien in een moeite door pleiten voor sancties voor rechters die willens en wetens de wet overtreden. Maar dan niet weer met zo’n bloedeloos verhaal waar geen rechter zenuwachtig van wordt, maar een regeling met dezelfde impact waar Baudet volgens hem te maken gaat krijgen. Zelf denk ik aan ontslag. Een piloot met een drankprobleem hoort immers ook niet thuis in een cockpit.
Tony de Bree Reageren
Dit platform lijkt me niet geschikt voor dit soort tendentieuze eenzijdige politieke meningen. Netwerkcorruptie is niet uitgevonden door D66 en dit soort berichtgeving ondermijnt de Rechtsstaat in Nederland volgens de agenda van bepaalde politieke partijen in de 2e kamer die Rechters net als in Polen en Hongarije door de politiek willen laten benoemen en waarvoor de EU met steun van onze regering en de 2e kamer die landen willen korten op hun Corona-miljarden.
Het valt daarbij keer op keer op dat er niets of nauwelijks iets wordt vermeld over de dubbelfuncties van (ex-)politici van de traditioneel grote partijen in Nederland uit het CDA en de PvdA waaronder binnen en rond de financiele sector uit het netwerk van ex-PvdA-er Gerrit Zalm en zijn (ex-)vrienden op het Ministerie van Financien. Inclusief bij toezichthouders zoals mijn ex-senior executive bij ABN Amro al in 2001 constateerde (zie ‘Dagboek van een bankier’): ‘die zeggen niets want die komen hier vandaan’.
Tot slot. Mbt ‘alcoholprobleem’. Als alle mensen die ik in de 26 jaar in en rond de financiele sector en bij de Overheid inclusief bij de grote politieke partijen met een alcoholprobleem ben tegengekomen ontslagen zouden moeten worden, dan zou het waarschijnlijk in sommige kringen redelijk stil worden.
Hetzelfde geldt trouwens voor mannen die niet van vrouwen af konden blijven. Ook dat gedrag heeft vanaf 1985 toen ik bij de Amro Bank ging werken praktisch nooit tot ontslag geleid. Inclusief bij (ex-)hoogeplaatste politici. Integendeel.