De Corruption Perceptions Index (CPI) over 2016

18 februari 2017
Kennisbank

Mark Dunn
Transparency International publiceerde onlangs de Corruption Perceptions Index (CPI) over 2016. De CPI meet van 176 landen en gebieden hoe corrupt hun publieke sector wordt gezien. De index is samengesteld op basis van verschillende bronnen, waaronder de visie van ondernemers en landenexperts.

Transparency International toont met de CPI aan dat “er een dringende behoefte is aan actie om corruptie tegen te werken”. Het scoringssysteem gaat van 0 (zeer corrupt) naar 100 (zeer schoon). Dus, hoe minder punten, hoe corrupter het land. In de index scoorden meer dan tweederde van de landen en gebieden lager dan 50, met een wereldwijd gemiddelde van 43. Meer landen ontvingen slechtere dan betere scores in vergelijk met de voorgaande CPI’s.
In 2015 was Nederland een van de vijf minst corrupte landen, met een score van 87 punten. Maar in 2016 daalde Nederland op de ranglijst naar de achtste plaats met 83 punten. De best scorende landen waren Denemarken (90), Nieuw-Zeeland (90), Finland (89), Zweden (88) en Zwitserland (86). Somalië (10), Zuid-Soedan (11), Noord-Korea (12), Syrië (13), Libië (14), Soedan (14) en Jemen (14) scoorden het slechtst.
Score in 2016 (2015)
• Duitsland – 81 (81)
• Australië – 79 (79)
• Brazilië – 40 (38)
• India – 40 (38)
• Verenigde Staten – 74 (76)
• Canada – 82 (81)
• Verenigde Emiraten – 66 (70)
• Rusland – 29 (29)
• China – 40 (37)
Scandinavische landen hebben een goede reputatie op het gebied van ingegriteit in de publieke sector, met Denemarken (90), Finland (89), Zweden (88) en Noorwegen (85) in de top 6 van de CPI.
Corruptie heeft effect op de economie van een land
In een analyse bij de CPI waarschuwt Transparency International voor het verband tussen corruptie en ongelijkheid. José Ugaz, voorzitter van Transparency International, zegt: ‘In teveel landen zijn mensen onthouden van de meest basale voorzieningen en gaan elke dag met honger naar bed vanwege corruptie, terwijl de machthebbers en corrupten baden in weelde en straffeloos genieten van extravagante levensstijl’. Hij onderstreept hiermee het standpunt van de Verenigde Naties die ze hebben geuit op Anti-Corruption Day in december vorig jaar, dat corruptie ‘sociale en economische ontwikkeling in alle maatschappijen ondermijnt.’
De CPI is verder een bewijs dat er economische voordelen zijn voor een land als zij het probleem van omkoping en corruptie aanpakken. De landen met de hoogste scores in de CPI, hebben meestal de sterkste economieën. Singapore is een mooi voorbeeld: het is het enige land of gebied in Azië in de top 10 van de CPI, op een zevende plaats met een score van 84. In een rapport dat vorig jaar is verschenen door ethiXbase, werd aangetoond dat het ferme standpunt tegenover corruptie in de private en publieke sector, het land een ‘significant concurrentievoordeel heeft ten opzichte van de buurlanden’.
CPI waarschuwt voor corruptie op alle niveaus
Transparency International meldt dat de landen onderin de CPI de neiging hebben om “ongeloofwaardige en slecht functionerende publieke instellingen te hebben zoals politie en de rechterlijke macht” en zelfs als ze anti-corruptie wetten hebben, worden ze nauwelijks nageleefd. Om het contrast aan te geven: landen bovenin de CPI hebben een sterke persvrijheid, toegang tot informatie over de overheidsuitgaven, sterkere integriteitsstandaarden voor publieke functies, en onafhankelijke rechterlijke machten. Maar het rapport meldt ook dat de beter scorende landen niet immuun zijn voor corruptie, conflicts of interest, ongeoorloofde financiën en fragmentarische rechtshandhaving die de openbare orde verstoren en corruptie kan verergeren in zowel binnen- als buitenland”. De boodschap is duidelijk: zelfs in landen met de sterkste anti-corruptieregels is er geen ruimte voor inschikkelijkheid in de strijd tegen omkoping en corruptie.
Een erkende tool om corruptie te meten
De CPI is wereldwijd geaccepteerd als een nuttig middel om corruptie te meten. Het wordt gebruikt door veel bedrijven om hun strategische risico’s in te schatten als ze zaken willen doen in een bepaald land. Mocht een bedrijf zaken willen doen met een land laag op de CPI-lijst, dan zal het haar niveau van controle in het kader van een op risico gebaseerde due diligence-aanpak moeten opschalen.
De auteur, Mark Dunn, is Segment Leader for Entity Due Diligence Monitoring bij LexisNexis.

Plaats uw reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *