Hans Bevers
Er bestaat geen eensgezindheid over de oorzaken van de verloren jobs in de Amerikaanse verwerkende nijverheid. Sommigen kijken naar landen als China en Mexico en dus de mondialisering. Vele waarnemers, voornamelijk als reactie tegen Trump, wijzen de voorbije weken bijna uitsluitend naar de automatisering als reden voor de dalende tewerkstelling. Hoe zit het nu?
Eerst de cijfers. Tussen 1970 en 2000 was de tewerkstelling in de Amerikaanse nijverheid relatief stabiel en varieerde ze rond de 17-18 miljoen werkers. Vanaf 2000 volgde echter een sterke daling en gingen er maar liefst vijf miljoen banen verloren, waarvan 1,3 miljoen sinds de start van de Grote Recessie. De industrie kent doorgaans snellere productiviteitsstijgingen dan de dienstensector. Liet de brede Amerikaanse economie tussen 2000 en 2015 een productiviteitsgroei optekenen van rond de 20% dan was dat in de verwerkende nijverheid meer dan dubbel zo snel. De aanhangers van de robot-theorie lijken hun slag binnen te halen.
Niet zo snel
Maar het verhaal dat de grote productiviteitsstijging de enige schuldige is, wankelt wanneer we de cijfers onder de loep nemen. Binnen de verwerkende nijverheid is er namelijk een eerder kleine tak, de computers inclusief halfgeleiders en elektrische apparaten, verantwoordelijk voor de sterke productiviteitsgroei van de sector als geheel. Zonder die superprestatie van de computertak blijft er van die snelle productiviteitsgroei in de verwerkende nijverheid niet veel meer over. Een tweede belangrijk punt is dat de enorme toename van de toegevoegde waarde in de computerindustrie kan verklaard worden door de manier waarop statistici de forse verbetering van die computer gerelateerde producten berekenen. Een computer die je vandaag koopt, kost misschien evenveel als vorig jaar maar heeft meer mogelijkheden en is sneller. Dat is ontegensprekelijk technologische vooruitgang, gebaseerd op onderzoek en ontwikkeling, maar die grotere toegevoegde waarde is daarom niet het gevolg van automatisering. Het biedt onvoldoende verklaring waarom er in de Amerikaanse computerindustrie 750.000 banen verloren gingen sinds 2000.
De rol van China
Er is wel degelijk meer aan de hand. De daling van de werkgelegenheid in de Amerikaanse industrie kan niet losgezien worden van de internationale opkomst van China, en vooral diens toetreding tot de Wereldhandelsorganisatie in 2001. Daardoor liep het handelstekort van de VS met China fors op. Door de band is er een duidelijke overlap tussen de takken binnen de verwerkende nijverheid die een belangrijke werkgelegenheidsdaling kenden en de takken die het meest blootstonden aan de concurrentie met China. Onderzoek van de universiteit MIT toont aan dat tussen 1999 en 2011 zo’n 2,2 miljoen banen verloren gingen door de gestegen concurrentie met China. Trump heeft wel degelijk een punt. Alles toeschrijven aan de automatisering gaat dus te ver.
De conclusie is dat de mondialisering wel degelijk een rol heeft gespeeld in de teloorgang van de Amerikaanse industriële werkgelegenheid. Toch is de kans dat Trump die verloren jobs zomaar zal kunnen terughalen door een protectionistisch beleid zeer klein. En de robot zit intussen ook niet stil.
De auteur Hans Bevers is Chief Economist bij Bank Degroof Petercam in Brussel.