De aarde is plat
Althans volgens Jay Powell, dienstdoend voorzitter van de Amerikaanse Centrale Bank. Hij sluit zich met dit standpunt aan bij een selecte groep die koppig volhoudt dat de vermeende ronde vorm van onze planeet slechts een onderdeel is van één grote complottheorie. Zijn dwangmatige neiging tot het opzoeken van simplistische regeltjes teisterde de financiële markten al in 2015, toen hij nog als tweede viool mocht optreden naast de toenmalige Fed-baas, Ben Bernanke. Zijn visie was dat de balans van de Federal Reserve via een vaste mechanische regel moest worden gestuurd – of in mensentaal uitgedrukt: wat de economische omstandigheden ook mogen zijn, we blijven steeds dezelfde richting aanhouden. Wat de evidentie ook moge zijn, de aarde is plat. Dit leidde destijds tot onnodige rentestijgingen en drukte de markten in een sombere stemming. Maar als je dacht dat betrokkene toen zijn les had geleerd, dan hebt u het bij het verkeerde eind. Hij wist de financiële markten in diepe wanhoop te dompelen door deze (absurde) stelling in 2018 opnieuw te herhalen en – om zich te verzekeren van maximale schade – zelfs stijgingen van de beleidsrente in het vooruitzicht te stellen, terwijl alle economische indicatoren nadrukkelijk wezen op de noodzaak van het omgekeerde. Wie intussen op ’s mans bekering – of beter nog: op enige flexibiliteit – had gerekend, komt dezer dagen helaas opnieuw bedrogen uit. In zijn meest recente toespraak, na het FOMC(1) van 16 september, reduceert hij het monetaire beleid opnieuw tot de toepassing van een simplistisch regeltje: de beleidsrente blijft nog 3 jaar op 0 %. De wereld is een vlakke schijf.
Het is natuurlijk niet slecht bedoeld. De gouverneur van de centrale bank hoopt hiermee zekerheid te brengen in deze duistere tijden, geteisterd door de hoge volatiliteit op de aandelenbeurzen en moeilijk in te schatten economische vooruitzichten, die het voor het bedrijfsleven moeilijk maken om investeringen te plannen. Maar ongewild creëert dit standpunt van de Fed-voorzitter opnieuw verregaande ongerustheid. Zal het dan nog zo lang zo slecht gaan met de Amerikaanse economie? Wat als er intussen toch tekenen zijn van heroplevende inflatie? Wat als het intussen toch nodig zou blijken dat de beleidsrente verder moet dalen? Om een verlies aan geloofwaardigheid te vermijden kan een centrale bank echter niet zomaar afwijken van haar ingenomen standpunten. Door alle flexibiliteit weg te nemen dreigt hierdoor immers een doemscenario te ontstaan waarbij het monetaire beleid te laat zal reageren op een wijzigend conjunctuurbeeld.
In de eurozone valt het overigens op dat interbancaire rentetarieven steeds verder wegzakken en zich zelfs onder het extreem lage niveau (-0,50 %) van de Europese depositorente(2) bevinden. Dit duidt er alleszins op dat de kans op een ontwikkeling van een financiële systeemcrisis als onbestaand wordt beschouwd. De kanttekening hierbij is dat banken geen blijf meer weten met hun excessieve cashreserves, bij gebrek aan kredietvraag en een overmatig aanbod aan spaargelden. Een verdere daling van de beleidsrente van de ECB lijkt in een dergelijk scenario zelfs niet langer uitgesloten, waardoor de roep om het toelaten van negatieve rentevoeten op de spaarrekeningen alleen maar dreigt toe te nemen.
De reactie van de internationale financiële markten de laatste dagen was terecht erg negatief, in tegenstelling tot de verwachting van de Amerikaanse centrale bankier. Erger nog, de markten zagen de commentaren van de Fed-voorzitter eerder als een afleidingsmanoever, onder meer om het gebrek aan politieke consensus over de noodzakelijke financiële en economische stimuli uit de aandacht te houden. De nakende presidentsverkiezingen hebben immers een verlammende werking op de goedkeuring van verdere financiële stimuli.
Hoe dan ook, het komt allemaal erg ongelegen nu de context zienderogen versombert door het opflakkerde virus in Europa. De recente cijfers over de verdere verspreiding van het coronavirus verhogen de kans op een nieuwe economische vergrendeling, wat een zeer dramatische economische impact zou hebben en van aard is om een diepe depressie uit te lokken. De versnelling van het aantal virusinfecties nam een dramatische dimensie aan in Spanje en Frankrijk, maar lijkt nu te stabiliseren. De cijfers in Nederland, België en Tsjechië, toch landen met een notoir goede gezondheidszorg, zijn echter ronduit alarmerend.
Een groeiend deel van de bevolking ziet de pandemie eerder als een stevige verkoudheid die jonge mensen weinig of niet treft. De situatie lijkt te evolueren naar een soort intergenerationeel conflict. We hadden dat overigens al eerder verwacht op basis van de torenhoge pensioenfactuur die ongegeneerd werd doorgeschoven naar de volgende generatie, maar die lijdzaam werd gedragen. De spreekwoordelijke druppel is blijkbaar de jonge bevolking hun geliefde sociale activiteiten te ontzeggen.
Het is zonder meer ook duidelijk dat het geen enkele zin meer heeft om maatregelen op te leggen, zonder tegelijk de bereidheid en capaciteit te hebben om die af te dwingen. Door de roekeloosheid, het gebrek aan discipline en controle en de gebrekkige solidariteit bij de mensensoort, wrijft het virus zich intussen in zijn handjes – spreekwoordelijk althans – en voltrekt zich momenteel een worstcasescenario.
Toch hoeft dit geen economische ramp te vormen. De kans lijkt zeer beperkt dat er opnieuw een totale economische en sociale blokkade zal worden ingesteld. Deze techniek werkt overduidelijk onvoldoende en draagt een onbetaalbaar geworden kostprijsplaatje. Maar zelfs een kleine verhoging van de kans op een nieuwe lockdown is van aard om de beurzen bergaf te laten schuiven, zoals we in de afgelopen dagen helaas aan den lijve hebben ondervonden.
Het maatschappelijk signaal lijkt erop te wijzen dat de bevolking bereid is om het risico te lopen, in de hoop dat de huidige maatregelen op zich voldoende impact hebben en dat de infecties grotendeels beperkt zullen blijven tot een relatief jeugdig segment dat voldoende weerstand kan bieden. Dit in het realistische vooruitzicht dat er binnen afzienbare tijd een probaat vaccin ter beschikking zal zijn.
Stefan Duchateau