Crelan Bank is in 2013 ontstaan uit de fusie van Landbouwkrediet en Centea. Na deze fusie trachtte de directie van Crelan de handelsagentuurovereenkomsten van haar bankagenten te uniformiseren. Er werd daarbij getracht bankagenten te duwen in de richting van een nieuw commercieel beleid dat de directie van de bank uitstippelde. Belangrijk is dat het nieuwe beleid de onafhankelijkheid van de agenten op het vlak van krediet- en verzekeringsmakelarij probeert te ondergraven door hen te dwingen aan Crelan exclusiviteit te verlenen op vlak van kredieten en verzekeringen, wat uiteraard gevolgen heeft voor de consument. Elke noodzakelijke autonomie om hun krediet- en verzekeringscliënteel op de hun vertrouwde manier verder te kunnen bedienen, werd de agentschappen de facto onmogelijk gemaakt, gelet op de financiële penalisatie die Crelan hieraan verbond. Om dit beleid af te dwingen, werden agenten onder druk gezet door de kosten in sommige agentschappen substantieel te verhogen, commissies te reduceren of enkel nog uit te keren voor preferente producten (bijvoorbeeld complexe financiële producten zoals Notes). Het spreekt voor zich dat enkel de agentschappen die zich niet wensten te schikken naar het beleid werden geviseerd. Voormelde problematiek werd door een aantal agenten, na verwoede pogingen om in gesprek te gaan met de Crelan-directie, voorgelegd aan de ondernemingsrechtbank en later het Hof van Beroep te Antwerpen.
Het Hof van Beroep te Antwerpen beslechtte recent deze kwestie. Het Hof veroordeelde Crelan wegens het eenzijdig wijzigen van financiële voorwaarden en “het manifest ter kwader trouw” uitvoeren van agentschapsovereenkomsten. Het Hof laakt de “deloyale houding van Crelan als principaal”.
Crelan had de onafhankelijkheid van de agenten als krediet- en verzekeringsmakelaar moeten eerbiedigen, om zo, minimaal in deze domeinen het belang van de klant te respecteren. Crelan wordt door het Hof verder gekapitteld wegens het invoeren en opleggen van haar commercieel beleid, zoals het ‘Crelan-Trophy’- programma en het invoeren van het systeem van ‘referentiekantoren’, (beide vormen zijn een systeem van bonificatie- en penalisatie), omdat dit het verder uitvoeren van de bestaande agentschapscontracten de facto onmogelijk maakt.
“Dit arrest is van cruciaal belang voor tussenpersonen in de verzekerings- en banksector. Het Hof stelt immers in niet mis te verstane woorden dat een commercieel beleid van een bank- of verzekeringsprincipaal begrensd wordt door enerzijds de initieel gemaakte afspraken en anderzijds de reeds jarenlange invulling die in de praktijk aan agentschapsovereenkomsten wordt gegeven. Banken dachten al te lang hun strategie te kunnen opleggen aan hun bankagenten zonder rekening te houden met bestaande contracten en afspraken. Het Hof stelt hier paal en perk aan”, aldus Laurent De Clercq en Bert Bekaert van Everest advocaten.
BZB-Fedafin zegt dat “de Kredietinstellingen en verzekeraars er goed aan doen om dit arrest grondig te bestuderen en hun commerciële politiek daaraan aan te passen. Een van de belangrijkste pijnpunten van de jongste jaren in de relatie tussen agent en principaal was de druk op de agenten om beleggingsproducten te verkopen en vooral om met de partners van de bank te werken inzake verzekeringen. Deze druk wordt gezet door commissiesystemen daaraan aan te passen en door agenten op basis van het al dan niet volgen van de strategie van de bank in aparte categorieën onder te brengen. Op die manier wijzigt de bank de voorwaarden van het agentschapscontract. Deze uitspraak, samen met de nieuwe bepalingen uit de wet B2B biedt de agenten en de beroepsvereniging meer slagkracht om de banken en verzekeraars een halt toe te roepen wanneer ze misbruik maken van de afhankelijkheid van de zelfstandige financiële tussenpersonen. Tot slot vragen we ook aan de toezichthouders om hier meer aandacht voor te hebben en kordaat op te treden.”
Bron: BZB-Fedafin
BZB-Fedafin is de beroepsvereniging van zelfstandige tussenpersonen in België. In 2020 telt ze meer dan 2600 leden die individueel of via het collectieve lidmaatschap van hun vriendenkring of belangenvereniging zijn aangesloten.