De omgang met betalingen door advocaten is de laatste jaren een belangrijk punt van aandacht geworden. Een recent verschenen rapport van de Erasmus Universiteit Rotterdam, in opdracht van de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA), onderzoekt de praktijk en uitdagingen rondom dit thema.
De belangrijkste regel is helder: betalingen aan advocaten dienen in principe giraal te geschieden. Deze regel, vastgelegd in artikel 6.27 van de Verordening op de advocatuur (Voda), is bedoeld om te voorkomen dat advocaten betrokken raken bij criminele activiteiten zoals witwassen. Toch blijkt uit de praktijk, met name uit tuchtrechtelijke uitspraken, dat er zich regelmatig onregelmatigheden voordoen. Het rapport identificeert vier belangrijke oorzaken die hieronder kort worden toegelicht.
Spanning tussen rechtsbijstand en het aannemen van mogelijk besmet geld
Advocaten, met name in het strafrecht, staan voor het dilemma dat hun cliënten mogelijk geld hebben verdiend met criminele activiteiten. Zij moeten enerzijds hun cliënten kunnen bijstaan en daarvoor betaald worden, maar anderzijds willen zij zich niet schuldig maken aan witwassen. Deze spanning wordt versterkt doordat de vergoeding voor zaken op basis van gefinancierde rechtsbijstand door sommige advocaten als te laag wordt ervaren, wat de verleiding om geld uit dubieuze bronnen te accepteren kan vergroten.
Onduidelijkheid over de regels
Hoewel de hoofdregel duidelijk lijkt – betalingen dienen in principe giraal te geschieden (artikel 6.27 Voda) – blijkt de praktijk weerbarstiger. Een belangrijk punt van onduidelijkheid is de definitie van een ‘betaling’. Het rapport schetst situaties waarin advocaten geschenken ontvangen van cliënten en de grens tussen een ‘geschenk’ en een ‘betaling’ vervaagt. De regelgeving geeft hierover geen concrete richtlijnen en er is geen eenduidig beleid op alle kantoren, wat tot onduidelijkheid leidt.
Hoewel de hoofdregel giraal betalen is, bestaan er uitzonderingen. Advocaten mogen contante betalingen accepteren als er ‘feiten en omstandigheden’ zijn die dat rechtvaardigen. Echter, de precieze interpretatie van deze uitzondering is niet altijd duidelijk, wat tot verschillende opvattingen leidt. Zo denken sommige advocaten ten
De regelgeving geeft geen concrete richtlijnen over de afhandeling van specifieke situaties, zoals het ontvangen van cryptocurrency, het omgaan met een onvindbare cliënt die recht heeft op schadevergoeding of het ontvangen van betalingen in natura. Dit gebrek aan concrete richtlijnen draagt bij aan de onduidelijkheid en kan ertoe leiden dat advocaten onbedoeld in de fout gaan.
Reactief toezicht
Het rapport wijst erop dat het huidige toezicht op betalingen aan advocaten grotendeels reactief is, wat betekent dat het voornamelijk gebaseerd is op meldingen en klachten. Dit systeem heeft verschillende nadelen. Zo bestaat de kans dat veel misstanden niet worden opgemerkt, doordat er alleen actie wordt ondernomen naar aanleiding van meldingen. Dit wordt versterkt door de vrees voor reputatieschade binnen de beroepsgroep, wat de meldingsbereidheid van advocaten onderling kan belemmeren. Daarnaast kan het reactieve karakter van het toezicht de indruk wekken dat er weinig controle is en dat “knoeien loont”. Dit kan advocaten die minder scrupules hebben, aanmoedigen om de regels te overtreden.
Tweedeling binnen de advocatuur
Aan de ene kant is er een groep advocaten die de risico’s bagatelliseert. Zij stellen dat de regels duidelijk zijn, er voldoende voorlichting is geweest en dat onregelmatigheden zelden voorkomen. Zij vinden het vraagstuk van contante betalingen in relatie tot ondermijnende criminaliteit overdreven, omdat het vaak om kleine bedragen gaat en de ‘echte’ risico’s van witwassen zich volgens hen voordoen bij girale betalingen of virtuele valuta. Deze groep advocaten ziet weinig reden voor meer regelgeving of een hardere aanpak.
Aan de andere kant is er een groep advocaten die zich wel zorgen maakt over de risico’s en pleit voor meer bewustwording en een hardere aanpak van misstanden. Zij vinden dat onregelmatigheden rondom betalingen de integriteit en onafhankelijkheid van de advocaat in gevaar brengen en de beroepsgroep kwetsbaar maken voor inmenging van criminelen. Zij vinden dat er meer aandacht moet komen voor de ethische aspecten van betalingen en dat advocaten zich bewuster moeten zijn van hun rol als poortwachter. Deze groep advocaten staat open voor strengere regels, zoals een verbod op alle contante betalingen of een algemene vergewisplicht voor elke betaling die vragen oproept.
Deze tweedeling bemoeilijkt een eenduidige aanpak van het probleem. Het is lastig om consensus te bereiken over de ernst van de risico’s en de beste manier om die aan te pakken. Dit kan leiden tot onduidelijkheid en willekeur in de praktijk, wat de integriteit van de advocatuur verder kan schaden.