Commissie Ottow komt met rapport over toetsingen van bestuurders en commissarissen

13 december 2016
Kennisbank

Volgens een gezamenlijk bericht van AFM en De Nederlandsche Bank is er brede steun in de financiële sector voor het doel en het belang van de toetsingen van bestuurders en commissarissen. Goede toetsing wordt gezien als een belangrijk instrument dat het lerend vermogen van de sector kan verhogen. De Commissie ‎Ottow doet verschillende voorstellen om het proces van de toetsingen verder aan te passen en te verbeteren zodat de toezichthouders nog beter aan hun wettelijke opdracht kunnen voldoen. Zo moeten de toezichthouders transparanter zijn over het proces.

Het rapport onder voorzitterschap van professor Annetje Ottow komt met nuttige aanbevelingen om de zorgvuldige besluitvorming te behouden en verder te waarborgen, de diversiteit in de financiële sector te bevorderen en het proces efficiënter en effectiever in te richten. Voor financiële instellingen is er ook een belangrijke rol weggelegd, zij zijn mede verantwoordelijk om de diversiteit in de sector te bevorderen en het proces efficiënter in te richten. Dat zijn voor de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en De Nederlandsche Bank (DNB) de belangrijkste conclusies uit het rapport van de Commissie Ottow dat dinsdag 13 december is gepubliceerd. De commissie spreekt van een ‘adequate invulling’ door de toezichthouders van haar taak bij het toetsen van bestuurders.
Toetsingen
De toetsing van bestuurders en commissarissen is sinds de financiële crisis aangepast. De eisen die aan geschiktheid (voorheen deskundigheid) werden gesteld zijn verder uitgewerkt en de wetgever heeft deze ook ingevoerd voor commissarissen en later ook voor meer medewerkers bij financiële instellingen. Beter bestuur in de financiële sector wordt gezien als een belangrijke pijler onder het voorkomen van nieuwe crises. Jaarlijks worden er circa 2.500 aanvangstoetsingen uitgevoerd, waarbij 96% leidt tot een positief oordeel. Tevens worden 10 tot 20 hertoetsingen per jaar gedaan, waarbij zittende bestuurders opnieuw worden getoetst als daar een ‘redelijke aanleiding’ voor is.
De Commissie Ottow
AFM en DNB stelden een onafhankelijke, externe commissie in om onderzoek te doen naar de opzet en werkwijze bij toetsingen van bestuurders en commissarissen in de financiële sector. De commissie stond onder leiding van prof. dr. Annetje Ottow en bestond daarnaast uit prof. dr. Janka Stoker en drs. Jan Hommen. In de afgelopen anderhalf jaar zijn door DNB en AFM belangrijke stappen gezet om het proces rond toetsingen te versterken. Met deze versterkingen is het toetsingsproces bij DNB en de AFM duidelijk verder tot ontwikkeling gekomen‎. Het rapport van de Commissie Ottow biedt aldus de beide toezichthouders de juiste basis om nadere vervolgstappen te nemen. Ze  hebben in een uitgebreide reactie aan de minister van Financiën toegelicht welke dat zijn. Kort gezegd zal er onder meer uitgebreidere en betere informatie voor en tijdens een toetsing beschikbaar komen om de transparantie te vergroten. Om de zorgvuldige besluitvorming verder te waarborgen zullen de toezichthouders duidelijker laten zien hoe het proces van besluitvorming loopt. Ook zullen DNB en de AFM een pilot starten waarin de rol van de externe adviseur (‘senior advisor’) nader zal worden uitgewerkt.
Perceptie vanuit de financiële sector
Uit het rapport van de commissie blijkt dat de perceptie in de financiële sector is dat er te weinig ruimte zou zijn om meer diversiteit aan te brengen in hun kandidaten. De commissie beveelt aan dat financiële instellingen bovendien meer zelf moeten doen om de diversiteit te vergroten. Instellingen zullen de ruimte die er is moeten benutten om die kandidaten te selecteren die zij op dat moment het meest geschikt vinden voor hun organisatie, ook als deze kandidaten geen langdurige financiële achtergrond hebben. DNB en de AFM zullen, om de diversiteit te stimuleren, duidelijker communiceren dat het mogelijk is om kandidaten met andere achtergronden voor te dragen en aangeven welke eisen dit stelt aan een dossier.
De efficiëntie van het toetsingsproces zal worden verbeterd door onder meer verdere digitalisering van de aanvraag via een digitaal loket en afhandeling van een toetsing. Ook zal er worden gekeken naar verdere stappen om de verantwoordelijkheid van de instelling voor het voordragen van geschikte kandidaten meer invulling te geven, zoals de commissie ook concludeert. De commissie beveelt aan dat instellingen een analyse maken van de huidige en toekomstige samenstelling van de raad van bestuur en raad van commissarissen, ingedeeld naar competentie, ervaring en de gewenste aanvullende kennis of ervaring.
De commissie komt met de aanbeveling dat instellingen bij iedere voorgestelde benoeming een volledig en juist ingevuld document inleveren bij DNB en de AFM, waaruit blijkt wie de kandidaat is en waarom deze wordt voorgedragen. Wanneer dit compleet en uitputtend is, kan dit het toetsingsproces versnellen en vergemakkelijken en op termijn leiden tot een minder zwaar proces.
Internationale ontwikkelingen
Internationale ontwikkelingen krijgen een steeds belangrijkere invloed. De huidige consultatie van EBA en ESMA over nieuwe richtsnoeren voor de geschiktheidstoets en de consultatie van het SSM laten zien dat de Europese harmonisatie verder toe neemt. DNB en de AFM verwelkomen deze ontwikkeling in Europa. Zoals eerder ook uit een ‘peer review’-rapport van EBA wordt de Nederlandse praktijk als goed voorbeeld gezien en komt het voorgestelde Europese toetsingsproces in belangrijke mate overeen met de huidige Nederlandse aanpak.

Plaats uw reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *