Naar aanleiding van een artikel in het Financieele Dagblad van 19 december 2024 over vermeende online surveillance van klanten door Bunq, hebben de Kamerleden Kathmann en Van der Lee (GroenLinks-PvdA) vragen gesteld aan de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van Financiën en de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Minister Heinen (Financiën) heeft deze vragen op 21 februari 2025 beantwoord.
Aanleiding en inhoud van de Kamervragen
Volgens het bericht in FD zou Bunq klanten via haar bankapp hebben benaderd na online kritiek, mogelijk zelfs met de dreiging van beëindiging van de klantrelatie. De Kamervragen richtten zich op:
- De juistheid van de berichtgeving over deze klantbenadering.
- De mogelijke druk die Bunq uitoefende op klanten om hun openbare uitingen te beïnvloeden.
- De gronden waarop Bunq klantrelaties beëindigt en de bescherming van klanten hierbij.
- De toepasselijke wet- en regelgeving rond klantgegevens.
- Het beleid van Bunq ten aanzien van het monitoren van negatieve uitingen over de bank.
Reactie van de minister
Minister Heinen gaf aan dat hij voor de beantwoording van de Kamervragen contact heeft gehad met Bunq. De bank stelt dat zij klanten benadert om haar dienstverlening te verbeteren en dat zij niet actief op zoek is naar klanten die zich online negatief uitlaten over de bank. Ook ontkent Bunq klanten te hebben bedreigd met beëindiging van hun relatie. De in het FD-artikel genoemde klanten zijn volgens de bank nog steeds klant.
Daarnaast heeft Bunq laten weten dat het online uiten van kritiek geen reden is om een klantrelatie te beëindigen. Wel monitort de bank sociale media en fora om ‘de veiligheid van klanten te bevorderen’ en reageert zij op online uitingen om haar dienstverlening te verbeteren. Volgens Bunq wordt daarbij openbare online content bekeken, maar wordt er niet specifiek gezocht naar negatieve reacties.
Kathmann en Van der Lee vroegen ook of het is toegestaan dat Bunq klantgegevens, zoals gebruikersnamen, koppelt aan informatie verkregen op andere platforms, zelfs als dit anonieme uitingen betreft. Hierop antwoordde minister Heinen dat het uiten van kritiek op een bank geen geldige grondslag vormt voor het verwerken van klantgegevens.
Toezicht en handhaving
De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) is verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving van de privacywetgeving en kan onderzoek doen naar mogelijke overtredingen. De Nederlandsche Bank (DNB) houdt toezicht op financiële instellingen, maar mag geen informatie verstrekken over individuele gevallen. DNB hanteert een risicogebaseerde aanpak en kan ingrijpen als banken de wet niet naleven.
De minister benadrukte dat hij de AFM en DNB niet kan verzoeken een specifieke zaak te onderzoeken, omdat zij zelfstandige bestuursorganen zijn.
Beëindiging van klantrelaties
Zowel de bank als de klant heeft het recht om een bankrelatie te beëindigen. Mogelijke redenen voor beëindiging door de bank zijn witwasrisico’s of een onvolledig cliëntonderzoek. Banken hebben echter een zorgplicht en mogen een klantrelatie niet beëindigen als dit tot onaanvaardbare gevolgen leidt. Klanten die zich benadeeld voelen, kunnen terecht bij het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (Kifid) of de civiele rechter.
Conclusie
Minister Heinen bevestigt dat banken geen druk mogen uitoefenen op klanten om zich in het openbaar op een bepaalde manier te uiten. Bunq stelt zelf dat kritiek geen reden is om een klantrelatie te beëindigen. Eventuele onderzoeken door de AP en DNB zullen moeten uitwijzen of Bunq de privacywetgeving naleeft en of er sprake is van ongeoorloofde praktijken.