Dina-Perla Portnaar
De Ashton Whiteley Boilerroom Fraude laat zien hoe financiële criminaliteit in de praktijk werkt. Zelden worden persoonlijke zaken hierover publiekelijk gedeeld, vaak uit schaamte van de slachtoffers. Dit keer niet. In dit artikel worden de gevolgen van financial crime tastbaar. Een overzicht van de gebeurtenissen, opgetekend uit naam van één van de vele slachtoffers van de Ashton Whiteley Fraude die enkele jaren geleden plaatsvond. De man in kwestie deelde zijn verhaal met mij. We hebben inmiddels zijn verhaal in een paar artikelen op ons platform geplaatst. Dit is deel drie en tevens het laatste deel.
Het stof is inmiddels neergedaald in de weken na de laatste grote scam. Alhoewel ik in die periode nog vaak telefonisch wordt lastig gevallen, soms tot zeven keer per dag, zijn mijn emoties weer gekalmeerd tot een acceptabel niveau. Ik begin na te denken over wat ik nu kan doen. Oproepen worden niet meer aangenomen. De oplichters zitten ver weg en zijn onbereikbaar: Shanghai China, Hong Kong of Japan – als ze er tenminste zitten zoals ze me willen laten geloven.
Nooit heb ik een gezicht gezien, ook al heb ik regelmatig om een persoonlijke ontmoeting of videoconferentie gevraagd. Dan maar terug naar mijn computer en verder met het online onderzoek. Het ligt voor de hand om bij de politie aangifte te doen. Ik bel voor een afspraak. Ook de AFM stel ik op de hoogte. Helaas kunnen ze niets voor me doen. Gelukkig heb ik alle documentatie van mijn neptransacties overzichtelijk bijgehouden. De volgende stap is om de informatie die ik heb, aan te vullen met wat ik nog weet en met zoveel mogelijk additionele details.
Het heft in eigen handen
De agente op het politiebureau is vriendelijk en begripvol. Toch is haar conclusie al snel dat deze zaak duidelijk ingewikkelder is dan een lokaal politiebureau aankan. Een leidinggevende wordt erbij gehaald, maar hij heeft er nauwelijks iets aan toe te voegen, anders dan zijn medeleven uitspreken. Nu al bekruipt me het gevoel dat aangifte doen van een misdrijf tijdverspilling is en niet tot een oplossing zal leiden. Laat staan dat het zal helpen om mijn geld terug te krijgen.
Geld verliezen, is één ding. Maar de manier waarop is extra zuur. Door de frustratie, maar vooral doordat ik niet stil kan zitten en wachten totdat de politie iets doet, ben ik zelf in actie gekomen. Daarbij heb ik uiteraard alle informatie met de politie gedeeld.
Eén van de eerste zaken die ik doe, is documenten verzamelen en digitaliseren. Het informatiepakket bestaat uit een groot aantal e-mails, opgenomen telefoongesprekken, een lijst met gebruikte telefoonnummers en de aantekeningen die ik maakte tijdens de telefoongesprekken wanneer dat mogelijk was.
Er wordt niets gedaan
Het volgende is op zoek gaan naar manieren om de oplichters op te sporen. Omdat we in moderne tijden leven, lijkt het logisch om de digitale route te bewandelen. In het voorjaar van 2018 neem ik contact op met het N.F.O.B., het Nederlands Forensisch Onderzoeks Bureau, een sterk aanbevolen organisatie met een goede reputatie, die ook nauw samenwerkt met de Nederlandse Justitie. Door onderzoek in beschikbare bronnen voor het publiek, worden verschillende sporen van informatie gevonden. Die zijn direct gedeeld tussen de N.F.O.B. en de politie.
Ondanks de hoge kwaliteit van de informatie die de onderzoeker met de politie deelt, wordt er niets gedaan. Elke keer is er een ander aanspreekpunt. E-mails worden nauwelijks of met grote vertraging beantwoord. In 2019 moet een advocaat het uitblijven van actie van de politie aanpakken om eindelijk een reactie te krijgen. Het resultaat? Na meer dan 2,5 jaar:
Geachte heer, juridische bescherming bij handelen, is niet onbeperkt. Er wordt van u verwacht dat u voorzichtig bent met het aangaan van overeenkomsten. Iedereen heeft zijn eigen verantwoordelijkheid om schade te voorkomen. We vragen ons af of u in deze kwestie voldoende alert bent geweest. Mijn conclusie is dat u niet genoeg heeft gedaan. Maatschappelijk gezien, betekent dit dat er onvoldoende belang is om een gerechtelijk onderzoek en actie door de Nederlandse politie te rechtvaardigen.
Dezelfde regering die eist dat ik elke week, maand en jaar een groot deel van mijn inkomen aan belastingen betaal, vertelt me nu dat ik onvoldoende waarde heb voor de samenleving, om een misdaadrapport te behandelen. Ik ben stomverbaasd.
Lokale wetshandhavers en Europol aan het werk krijgen
In de tussentijd kom ik in contact met verschillende mensen zoals ik, die in een soortgelijke situatie verkeren: hoogopgeleid zoals wetenschappers, ondernemers, managers enzovoorts. Mensen die het nepbedrijf en de gedane investeringsvoorstellen hebben onderzocht. Mensen die meer dan voldoende overtuigend bewijs hebben gevonden. Denk aan websites, persberichten en artikelen van vooraanstaande financiële uitgevers. Ik ben zelfs gebeld door Nederlandse referenties. De slachtoffers zijn er in het proces van overtuigd geraakt dat ze met echte bedrijven schakelden, die reële investeringsmogelijkheden bieden.
Opvallend is dat vrijwel alle oplichters vloeiend Engels spreken, weliswaar met een Londens accent, en gebruikmakend van financieel jargon. Dat is erg overtuigend voor de slachtoffers, omdat ze zelf niet dagelijks in de financiële sector werken. Teleurstellend is dat iedereen, ondanks het gedegen onderzoek, nu slachtoffer is van een zeer geavanceerde en georganiseerde, financiële misdaad. Eentje die blijkbaar onder de informele bescherming van de lokale politie in bijvoorbeeld een land als Maleisië kan gedijen.
De slachtoffers zijn afkomstig uit verschillende Europese landen en hebben zich georganiseerd in een groep, genaamd Investment Scam Asia (ISA). Ze werken samen met een advocatenkantoor uit Oostenrijk. De leden van ISA hebben gezamenlijk een bedrag van meer dan €10 miljoen verloren, wat amper te bevatten valt. Er zijn aanwijzingen dat de fraude van deze oplichters in Europa de €100 miljoen overstijgt. ISA probeert de wetshandhavers en Europol aan het werk te krijgen.
Daarnaast moeten politici ervan op de hoogte worden gebracht om vragen in de Tweede Kamer te stellen en wetgeving voor politie en financiële instellingen te kunnen aanpassen. De Europese Unie, individuele regeringen en vooral Europese Ministeries van Buitenlandse Zaken middels ambassades, moeten krachten bundelen en druk uitoefenen op de landen waar de daders vandaan komen en waar ze opereren.
Banken zoals HSBC, Hang Seng Bank, Agricultural Bank of China, Standard Chartered Bank, Bank of China, Mashreq Bank Dubai, UOB Singapore, OCBC Bank en vele anderen profiteren meer van de winsten die verkregen zijn door financiële fraude te faciliteren, dan door de richtlijnen te implementeren en na te volgen. Tegelijkertijd beweren ze allemaal dat ze die richtlijnen wel degelijk naleven. Het klinkt als een Cruijffiaanse waarheid: veel misdrijven zijn opgelost door het geldspoor te volgen.