Het Bureau Financieel Toezicht (BFT) heeft een nadere invulling gegeven aan de verplichting voor Wwft-instellingen om te beschikken over adequate voorzieningen waarmee werknemers (of personen in een vergelijkbare positie) overtredingen van de Wwft intern kunnen melden. Deze verplichting vloeit voort uit artikel 20a Wwft. Meldingen dienen anoniem te kunnen worden gedaan via een specifiek en onafhankelijk kanaal. De invulling van deze verplichting moet passen bij de ‘aard en omvang’ van de instelling. De toezichthouder heeft deze criteria nu verder gespecificeerd.
Invulling van het begrip ‘aard en omvang’
In de Algemene Leidraad Wwft is aangegeven dat artikel 20a Wwft aansluit bij de bepalingen uit de Wet Huis voor klokkenluiders. Op basis van deze wet moeten werkgevers een procedure vaststellen voor het melden van vermoedens van misstanden binnen hun organisatie. Bij de invoering van de Wet bescherming Klokkenluiders is echter in de wetgeschiedenis opgenomen dat de beperking van ten minste vijftig werknemers niet geldt voor organisaties die actief zijn in sectoren zoals financiële diensten, producten en markten, en de voorkoming van witwassen en terrorismefinanciering.
Ondergrens bij tien werknemers
Het BFT concludeert dat het opportuun is om ook Wwft-instellingen met minder dan vijftig werknemers te verplichten een anonieme meldingsregeling in te voeren. Na consultatie van andere Wwft-toezichthouders hanteert het BFT een ondergrens van tien werknemers. Dit betekent dat Wwft-instellingen met tien of meer medewerkers een meldingsregeling conform artikel 20a Wwft moeten hebben. Voor instellingen met minder dan tien werknemers blijft het niet verplicht, maar is het wel toegestaan.
