Een tekort aan grondwater in stedelijke gebieden kan een enorme kostenpost opleveren. De schattingen gaan uit van tientallen miljarden euro’s in de periode tot 2050. Door klimaatverandering zal dit bedrag verder stijgen, tenzij maatregelen worden genomen, zoals actief grondwaterpeilbeheer. Het onderzoek naar de technische en financiële haalbaarheid van dit systeem is uitgevoerd in opdracht van het Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie (DPRA), waar het KCAF (Kennis Centrum Aanpak Funderingsproblematiek) betrokken is, evenals Waternet, Rijkswaterstaat en het Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Stedelijke gebieden met slappe bodem zijn kwetsbaar voor de gevolgen van een tekort of een overschot aan grondwater. Het inzetten van actief grondwaterpeilbeheer kan grote schade voorkomen. Technisch is het mogelijk om zo’n systeem in te voeren op buurt- of wijkniveau; in veel gevallen is dit voor gemeenten zelfs financieel aantrekkelijk.
De basis van actief grondwaterpeilbeheer is een drainage-infiltratieleiding, die in verbinding staat met het oppervlaktewater. Is er te veel grondwater, dan wordt dat afgevoerd naar het oppervlaktewater. Een tekort wordt via dezelfde route aangevuld. In acht praktijksituaties in diverse steden is aangetoond dat actief grondwaterpeilbeheer haalbaar is in uiteenlopende situaties. De onderzoekers keken naar bodemopbouw, de dichtheid van het stedelijk gebied, hydrologie, de methode van wateraanvoer en naar de beoogde effecten.
De kosten voor de aanleg en het onderhoud van het systeem bleken vaak lager dan het vermeden schadebedrag. De gemeente verdient de uitgave in veel gevallen terug doordat de schade in de openbare ruimte afneemt door geringere bodemdaling. Dit geldt voor gebieden die gevoelig zijn voor maaivelddaling door te lage grondwaterstanden; het geldt nog sterker als de aanleg van het systeem samenvalt met de aanleg of vervanging van de rioleringen. In toekomstige nieuwbouwwijken kan de aanleg ook samenvallen met die van andere infrastructuur. Wordt funderingsschade meegenomen in de berekeningen, dan levert actief grondwaterpeilbeheer altijd veel meer op dan het kost. Voorwaarde is wel dat er voldoende oppervlaktewater aanwezig is. In hogere delen van ons land kan dit een probleem zijn.
Koppeling systeem met panden van particuliere woningeigenaren
Het bijzondere aan het systeem is de mogelijkheid om een koppeling te maken tussen openbaar en particulier grondbezit. Private eigenaren van woningen en gebouwen kunnen aansluiten op het gemeentelijke systeem en op die manier voorkomen dat schade ontstaat op hun eigen terrein. Bovendien versterkt zo’n koppeling het actief grondwaterpeilbeheer: hoe groter het gebied dat wordt bestreken door de drainage-infiltratieleiding, hoe groter het effect van de maatregel.
De gemeenten zouden bij iedere rioolvervanging een actief grondwaterpeilbeheer moeten overwegen. Wordt dit niet gedaan, dan doet de volgende kans zich pas op zijn vroegst voor over enkele decennia. Het KCAF adviseert dat actief grondwaterpeilbeheer standaard deel gaat uitmaken van regionale en landelijke waterbeheerstudies. In droge periodes zal het systeem invloed hebben op de stedelijke vraag naar zoet water. Het water dat nodig is om het tekort aan grondwater op te heffen, is immers afkomstig van het oppervlaktewater – leverancier van zoet water.