Drôle de guerre …
Om de expansiedrang van het vreemdbesnorde heerschap dat onze oosterburen destijds achternaliepen, enigszins af te stoppen, verklaarden Frankrijk en Groot-Brittannië op 3 september 1939 de oorlog aan Nazi-Duitsland, nadat dit laatste zonder enige invitatie dienaangaande Polen was binnen binnengemarcheerd. 77 jaar later blijkt het overigens nog altijd gemakkelijk om grote menigten op te zwepen met karikaturale boodschappen en een simplistisch vijandsbeeld maar zou een schemeroorlog deze keer wel de juiste strategische aanpak kunnen zijn. Het intussen welbekende artikel 50 uit het desbetreffende EU-verdrag kan immers alleen worden ingeroepen door het Verenigd Koninkrijk zelf en niet worden opgelegd door de andere lidstaten van de Europese Unie. Zolang het Verenigd Koninkrijk niet zelf op de knop van de schietstoel drukt, zal er dus weinig gebeuren.
De motivatie om deze sprong in het duister uit te stellen, is snel gevonden. Niemand in de VK heeft immers een scenario klaar om een brexit ook effectief uit te voeren. Boris leek immers nog het meest verbaasd van allen toen hij met de uitslag van het referendum werd geconfronteerd. De dreiging van een Schotse afscheuring kan tevens als argument worden ingeroepen om de parlementaire ratificatie op de wat langere baan te schuiven.
Op die manier kan het VK intussen de uitslag van het Brexit referendum als dreigmiddel gebruiken om de EU tot enkele aanpassingen van haar beleid te dwingen, hetgeen dan weer aan de lokale achterban als een overwinning kan worden verkocht. Dat het EU-beleid moet worden bijgestuurd is overigens niet alleen een Britse eis en zal ook op veel goedkeurend gebrom worden onthaald in Duitsland. Het lovenswaardige Europese project werd immers al te gemakkelijk gekaapt door broodpolitici, die enkel aan hun eigen lokale achterban verantwoording verplicht zijn en anonieme en ongrijpbare bureaucraten, wier uitvoerende besluiten als willekeurig en wereldvreemd worden ervaren.
Alleszins kan en moet worden vermeden dat de situatie uitmondt in een vechtscheiding met verharde en irrationele standpunten van beide partijen. Merkel (overigens een ervaringsdeskundige ter zake) heeft dit het best begrepen. Niemand heeft baat bij een abrupte breuk en in het beste geval blijft de Brexit een blaffende hond die de EU tot een herpositionering geïnspireerd heeft. In een alternatief scenario zou het scheidingsproces tot een geprivilegieerde handelsstatus kunnen leiden in de stijl van de huidige samenwerkingsakkoorden met Noorwegen en Zwitserland. Bij ons weten is in die contreien de hongersnood nog niet uitgebroken.
Dat vooral financiële waarden rake klappen hebben moeten incasseren als naschokken van de onverwachte uitslag van het referendum (alleszins niet volgens de professionele bronnen die we hiervoor hebben gevolgd) vindt zijn aanleiding in de vrees voor een liquiditeitscrisis die ook aan de bron lag van de moeilijkheden in de bankensector in 2007.
Maar hiervoor is momenteel geen enkele tastbare reden. De liquiditeit kan zowel door de ECB als de Bank of England worden voorzien. De Londense banken zullen de situatie snel als een voordeel ervaren want een eventuele, goed georganiseerde, afscheiding kan hen een extra vrijheidsgraad opleveren ten opzichte van de continentaal-Europese banken.
De recente aankoopgolf die de Europese continentale aandelen terug naar hogere regionen brengt, past volledig in ons verwachtingspatroon en zal zich bestendigen voor zover het politieke proces constructief blijft.
We hadden op korte termijn natuurlijk liever een andere uitslag gezien (en verwacht) van het Brexit-referendum maar zien op langere termijn steeds meer de voordelen hiervan in, voor zover de Europese leiders deze bedreiging in een opportuniteit weten te vertalen waarmee het Europese project terug op het juiste spoor kan worden gepositioneerd.