Bestuurders, accountants en adviseurs hebben een probleem
Dat er consultancy bureaus en universiteiten zijn die ‘om dit probleem op te lossen’ met S-curves en transformatieprocessen op de proppen komen en besturen die daar dan weer in geloven, is een droevige vertoning. Het is tekenend voor het gebrek aan kennis en inzicht in wat er werkelijk speelt. Alsof zo’n ontwikkeling maakbaar zou zijn. Alsof het maakbaar is dat je samen naar je eigen gedragsrealiteit kan kijken en dan ook nog kan bepalen wat uit de daarmee verkregen inzichten komt: de sprong naar een of andere volgende S-curve waarin mensen ineens geen zwemmers meer zijn maar bergbeklimmers. Alsof identiteit en cultuur maakbaar zijn. Het is onvoorstelbare wetenschappelijke armoede dat tot op de dag van vandaag dit soort verhalen op universiteiten verteld worden.
Het is goed om erop te wijzen dat in de nieuwe Governance code (commissie Van Manen) bestuurders van grote ondernemingen verantwoordelijk zijn voor en afgerekend worden op de bijdrage van cultuur aan het overleven van de onderneming. Dus verantwoordelijk zijn voor de intelligentie waarmee de onderneming overleeft. De tendens tot steeds meer centralisatie van macht bij CEO en daarna op gepaste afstand de CFO, ís de ontwikkeling naar steeds meer rups worden. De organisatie wordt fragieler: steeds kwetsbaarder voor verandering.
Cultuurmetingen kunnen dit rupsen-patroon feilloos in beeld brengen. Je kunt scherp zien hoe de top en werkvloer niet meer afgestemd zijn in wat gecommuniceerd wordt dan wel gecommuniceerd zou moeten worden om geen doodgaande rups te zijn.
Dan komt de kracht van de data-driven benadering weer om de hoek kijken. Organisaties zijn data. Elke handeling van een mens laat een ‘hard’ dataspoor achter (wat mensen hebben gedaan, gezegd, geschreven) dat tegelijk verbonden is met zich ontwikkelende patronen van houding, gedrag en denken in de organisatie. Dat laatste zijn ‘zachte’ datasporen die je met slimme camera’s en meetinstrumenten kunt zichtbaar maken.
De revolutie in datamarketing en het data-driven werken is de stap van stupid data naar smart data: het koppelen van harde aan zachte datasporen. Metaforisch kun je dit vergelijken met hoe forensische experts gebruik maken van technologische hulpmiddelen zoals 3D-camera opnames, 3D-laserscanner, infraroodcamera. Deze technieken hebben forensisch onderzoek op z’n kop gezet: er bleek oneindig veel meer zichtbaar te maken met meetinstrumenten, dan wat wij mensen met onze eigen zintuigen aan mogelijkheden hebben om dingen te ‘zien’.
Dat is wat bestuurders zich moeten realiseren: je hebt instrumenten nodig om zachte sporen zichtbaar te maken. Dan pas krijg je gedrag en cultuur in beeld. Dan pas beschik je over sense-data. Nu pas kun je ‘smart’ worden. Nu heb je de eigen gedragsrealiteit in beeld. Nu kun je zien welk gedrag tot welke uitkomsten leiden. Nu kun je die uitkomsten dus veranderen. Nu heb je grip op de eigen reputatie. Alleen al vanuit de optiek van reputatiemanagement – en dus lijfsbehoud – zou bestuur deze data-driven benadering moeten omarmen.
Smart data is een disruptie van ongekende omvang. Of bestuurders dat nou inzien of niet: het zijn onafwendbaar sneller voortschrijdende ontwikkelingen. Data-driven werkende organisaties organiseren zich anders en werken met nieuw geïnspireerde en data-driven georganiseerde governance en audit. Data-driven werken heeft veel van de oude opgebouwde oude informatie-infrastructuur en –architectuur niet nodig. Met weinig mensen is veel te bereiken, ook in termen van verdienvermogen. De ‘bakstenen lineaire werkelijkheid’ van het oude bestuurlijke denken – vervat in top-down uitgerolde informatiesystemen met een achterhaalde informatie-architectuur als basis – is daarin de grootste handicap. Het zijn deze oude infrastructuren die nu op allerlei manieren ‘lekkages’ vertonen. Met man en macht zijn oude organisaties bezig deze lekken te dichten, terwijl de omgeving vraagt om een heel ander soort organiseren.
De echte werkelijkheid is dat oude ‘fundamentals’ van onze economische huishouding versneld worden afgeschreven en vervangen worden door horizontaal georganiseerde intelligente netwerken die smart data door de aderen – een intelligente en decentrale informatie architectuur en infrastructuur – hebben stromen. Dat is de wereld van de vlinders en niet meer van de rupsen.
Chris Juta