Anne Scheltema Beduin
Nu de Panama Papers de chaos onthullen die veroorzaakt is door verborgen “lege” vennootschappen, is het noodzakelijk dat Europese lidstaten de transparantievereisten rondom eigendom geldend voor brievenbusfirma’s op scherp zetten. De implementatie van de vierde Europese Anti-witwasrichtlijn (2015/849) biedt hiervoor een mooie kans. Deze anti-witwasrichtlijn is een gemeenschappelijk Europees kader, ontwikkeld om een EU-brede aanpak te bewerkstelligen voor het voorkomen van het witwassen van criminele opbrengsten en het voorkomen van terrorismefinanciering. Deze richtlijn moet medio 2017 in de gehele Europese Unie in werking treden. Als de voorgestelde wetgeving in diverse lidstaten niet wordt aangescherpt, zal misbruik door brievenbusfirma’s mogelijk juist vereenvoudigd worden in Europa.
Naast enkele andere aandachtspunten die betrekking hebben op de implementatie van de Vierde Anti-witwasrichtlijn (gratis toegankelijk publiek register, in open data format, zonder ruime toepassing van uitzonderingssituaties), wordt in dit artikel ingegaan op de kwestie van geheimhouding en de ‘nominee director’.
Geheimhouding en de ‘nominee director’
De rode draad in de Panama Papers is geheimhouding. Hierdoor kunnen illegale opbrengsten uit onder andere corruptie, belastingontduiking en drugsgeld, witgewassen worden. Om te kunnen ontsnappen aan handhaving is geheimhouding essentieel. Deze geheimhouding wordt vaak bewerkstelligd door het gebruik van lege vennootschappen, trusts en stichtingen; bedrijfsvormen die in de meeste landen ter wereld beschikbaar zijn. Faciliterende tussenpersonen zoals advocaten, notarissen, accountants, belastingadviseurs en banken helpen deze structuren op te zetten en beheren.
Volgens de bestaande regels uit 2005 (2005/60), moet de uiteindelijke belanghebbende binnen de EU een natuurlijke persoon zijn die de wettelijke entiteit ook daadwerkelijk bezit, ongeacht het aantal advocaten, lege vennootschappen of trusts dat ertussen wordt geplaatst (zie artikel 3.6, pagina 8). Dus een bedrijf dat geregistreerd is in Panama of op de Britse Maagdeneilanden, moet de werkelijke uiteindelijke belanghebbende openbaren aan betrokken autoriteiten. Indien niet voldaan wordt aan deze verplichtingen (door bijvoorbeeld het opgeven van een ‘nominee director’ in plaats van de werkelijke uiteindelijk belanghebbende) wordt gesanctioneerd en kan strafbaar zijn.
Nu staat de Vierde Europese Anti-witwasrichtlijn een uitzondering toe op deze eis. Deze nieuwe regelgeving bevat hiermee een dubbelzinnigheid die uitnodigt tot misbruik. Er wordt namelijk een uitzondering toegestaan in gevallen waarin het “onmogelijk is een natuurlijke persoon aan te duiden die uiteindelijk de eigenaar is van, of zeggenschap uitoefent over, een juridische entiteit.” In dergelijke gevallen kunnen meldingsplichtige entiteiten, na uitputting van alle andere identificatiemiddelen, en mits er geen gronden voor verdenking bestaan, het “hogere leidinggevend personeel” als de uiteindelijk begunstigde(n) beschouwen.
Dit “hoger leidinggevend personeel” zou dus ook een ‘nominee director’ kunnen zijn. Een nominee director is een aangestelde lokale directeur die zijn rechten afgeeft aan de cliënt, of een andere door de cliënt aangestelde persoon, op basis van een volmacht. Het effectieve management van de vennootschap zal dan worden uitgevoerd door de volmachthouder (de werkelijke uiteindelijk belanghebbende). Op deze manier verdienen onder andere trustkantoren hun geld met geheimhouding en vormen een schild tussen de bedrijven (en de activa in hun bezit) en de daadwerkelijke belanghebbende eigenaren. Deze beheren soms enkelen duizenden lege vennootschappen.
UBO
In Nederland sprak de Tweede Kamer onlangs onbegrip en verontwaardiging uit voor het gebrek aan controle op dergelijke constructies in Nederland. De Nederlandsche Bank (DNB) gaf enkele weken geleden aan onvoldoende wettelijke mogelijkheden te hebben om trustkantoren te controleren. Minister Dijsselbloem heeft aangegeven bezig te zijn met nieuwe maatregelen. Overigens is niet iedereen altijd bewust van het opvoeren van hun naam als aandeelhouder of nominee director. Nederlanders zijn soms ook soms onbewust eigenaar van offshore bedrijven, bleek uit de Panama Papers.
Een kleine greep uit google levert op dat door sommige bedrijven actief geadverteerd wordt met de geboden geheimhouding door dergelijke constructies. Zo schrijft een bedrijf op hun website: “Can I set up an anonymous Dutch BV? Certain Dutch structures can indeed maintain privacy. In this regard please see your options related to the creation of Dutch Foundation and nominee directors.” En een ander bedrijf: “Deze dienst [nominee shareholderschap] is vooral interessant voor personen die niet zichtbaar als aandeelhouder kunnen of willen zijn”.
Transparency International Nederland wijst op het risico van misbruik van deze structuren en bepleit vergaande transparantie van eigenaarschap van diverse juridische structuren. Tevens moeten faciliterende tussenpersonen verantwoordelijkheid nemen voor hun rol in het proces.
Brievenbusondernemingen kunnen worden gebruikt voor criminele activiteiten, zoals belastingontduiking en het verbergen van corruptie. Er is een maatschappelijk belang om het witwassen van geld tegen te gaan, want alleen al in Nederland wordt er naar schatting ruim 16 miljard euro per jaar witgewassen. In de EU gaat dit over een bedrag van ruim 70 miljard euro. De eerste stap in het ontmaskeren van corruptie is nu genomen. De implementatie door de lidstaten zal bepalen of zij ook echt bereid zijn een einde te maken aan geheime vennootschappen en brievenbusmaatschappijen.”
De auteur, Anne Scheltema Beduin, is Executive Director bij Transparency International Nederland.
PS : Het thema van het ochtendprogramma van het komende Risk & Compliance Congres dd 2 juni in Baarn is “Risico’s van transacties met offshorevennootschappen”. Meer info over het programma en de sprekers op www.riskcompliancecongres.nl
Panama Papers: geheimhouding is key
25 april 2016
Kennisbank