Grotere aansprakelijkheidsrisico’s mogen niet leiden tot een hogere beloning voor bestuurders en toezichthouders
Bestuurders en toezichthouders in de semipublieke sector maken zich na de Meavita-uitspraak van de Ondernemingskamer steeds meer zorgen over hun aansprakelijkheidsrisico’s. Dat is niet ten onrechte, want de eisen die aan het functioneren van deze bestuurders en toezichthouders worden gesteld zijn niet lichter dan in de private sector. In één opzicht heeft men in de semipublieke sector zelfs een lastiger taak. In de semipublieke sector wordt het speelveld niet zelden bepaald door grillige Haagse wensen.
De beleidsvrijheid van instellingen wordt regelmatig drastisch overhoop gegooid door van overheidswege bedachte stelselwijzigingen en regelgeving. Daarnaast bevinden semipublieke instellingen en hun bestuurders en toezichthouders zich in een spagaat tussen de behartiging van de mede aan hen opgedragen publieke taak en het private belang van de eigen rechtspersoon. In welke mate mag (of moet) je het belang van de rechtspersoon ondergeschikt maken aan het publieke belang, waarvoor de rechtspersoon is opgericht? Mag of moet een thuiszorgorganisatie onder de kostprijs werken en daardoor een financieel risico voor lief nemen, als dat nodig is om de zorgverlening en werkgelegenheid veilig te stellen?
Men hoort wel eens zeggen dat de hoogte van de remuneratie van bestuurders en commissarissen in de semipublieke sector niet meer in verhouding staat tot deze toegenomen aansprakelijkheidsrisico’s. Er kunnen natuurlijk vele argumenten genoemd worden waarom de normering van de inkomens van bestuurders en toezichthouders in de semipublieke sector te ver is doorgeschoten, maar het argument van het toegenomen aansprakelijkheidsrisico is in elk geval niet steekhoudend.
Op een bouwplaats lopen mensen risico. Iedereen die daar aanwezig is moet een helm dragen en bouwsteigers zijn met netten beveiligd. En aan politiemensen worden kogelvrije vesten ter beschikking gesteld. Zo bestaan er zeer vele maatregelen die werkgevers treffen om de (veiligheids-)risico’s van hun werknemers te verminderen. Zouden deze werknemers beter af zijn, wanneer hun werkgever het geld voor deze maatregelen zouden besteden aan een loonsverhoging? Er zullen niet veel mensen zijn, die een hoger salaris verkiezen boven veilige arbeidsomstandigheden. Risico’s moeten in eerste instantie zoveel mogelijk gemitigeerd worden. Daarna komt eventueel pas gevarengeld aan de orde.
Zo behoort het ook te gaan met het aansprakelijkheidsrisico van bestuurders en toezichthouders. Het is in hun belang dat de organisatie zo wordt ingericht dat risico’s tijdig worden gesignaleerd, dat voldaan wordt aan wet- en regelgeving (waaronder statuten en medezeggenschapsregels), dat de informatievoorziening toereikend is e.d. Naast de aanstelling van een (bestuurs-)secretaris en een compliance officer is verankering van kennis over relevante wet- en regelgeving een vereiste. Met dergelijke maatregelen verbetert men de kwaliteit van het bestuur en het toezicht en verkleint men het aansprakelijkheidsrisico. Vanzelfsprekend is ook de organisatie zelf en de maatschappij hiermee gediend. Het toekennen van een hogere beloning aan bestuurders en toezichthouders louter vanwege de grotere aansprakelijkheidsrisico’s is dus niet nodig en niet in het belang van de instelling.