Frank Vranken
De dreiging van een potentiële “Brexit”, ofwel een Britse uittreding uit de Europese Unie, heeft nu al een invloed op de euro, waardoor de eenheidsmunt sterker wordt ten opzichte van het pond sterling, maar zwakker tegenover de dollar. Sommigen beschouwen de euro wellicht als een veilige haven ingeval het Britse pond serieus in de problemen komt in aanloop naar het referendum van 23 juni. Maar het besluit van de Britten zal de euro in meerdere opzichten kwetsbaarder maken, wat materiële gevolgen zal hebben voor de rest van de EU.
Mocht het Verenigd Koninkrijk (VK) vóór een exit stemmen, dan zal de gemeenschappelijke munt er niet ongeschonden uitkomen. Met nog een maand of vier te gaan tot het referendum, lijkt de Britse publieke opinie sterk verdeeld. De risico’s voor het VK in geval van een uittreding zijn aanzienlijk en met het forse tekort op de lopende rekening zal het pond sterling zeer zeker kwetsbaar blijven. Ook voor de rest van de EU zouden de risico’s, met name op lange termijn, aanzienlijk kunnen blijken.
Niet alleen economische consequenties, maar ook politieke
Vanuit economisch oogpunt is het Verenigd Koninkrijk een belangrijke handelspartner. Tussen 2008 en 2012 was het land zowel de grootste exportbestemming van de EU als de belangrijkste bron van import, hoewel dit deels te danken is aan de rol van Rotterdam als doorvoerhaven voor de wereldwijde handel. Bijgevolg zou een Brits besluit tot uittreding leiden tot grootschalige heronderhandelingen van de bilaterale handelsovereenkomsten, wat voor zowel het VK als het blok van de 27 overblijvende landen een negatieve impact zou hebben. De politieke gevolgen zouden nog veel schadelijker kunnen zijn. Door het vertrek van het VK uit de EU zou de deur openstaan voor sommige andere landen. De veruit belangrijkste drijfveer van het anti-EU-sentiment in het VK is de immigratie, maar dat is ook een groot probleem voor veel andere Europese landen. Een Britse exit als weerspiegeling van de anti-immigratiegevoelens in de publieke opinie zou de weg vrijmaken voor vergelijkbare referendums in andere EU-landen, waardoor er een domino-effect zou kunnen ontstaan. Denemarken en de zogenaamde “Visegrad Four”-landen (Tsjechische Republiek, Hongarije, Polen en Slowakije) lopen de grootste kans om te maken te krijgen met een druk vanuit de publieke opinie om uit te treden. Verder zou het vertrek van het VK uit de EU het broze machtsevenwicht in het hart van Europa verstoren. De drie belangrijkste politieke machten, het VK, Frankrijk en Duitsland, dragen ieder op hun eigen manier bij aan deze complexe dynamiek. Het verdwijnen van de ‘gemeenschappelijke vijand’ van de politieke integratie zou tot meer politieke eensgezindheid kunnen leiden in de EU.
Maar het is ook mogelijk dat sommige lidstaten zich nog meer ongerust gaan maken over de invloed van Duitsland en Frankrijk, en hun politieke energie gaan inzetten in de strijd naar macht en invloed. Het is namelijk mogelijk dat de EU na een Brexit niet méér, maar minder politiek eensgezind blijkt.
Hoe dan ook zal deze gebeurtenis, in een periode van onzekerheid, ten minste een voorbode zijn van hoe de nieuwe politieke dynamiek eruit zal zien in het hart van Europa. Tegenover een kwetsbare pond sterling lijkt er aanzienlijk opwaarts potentieel te zijn voor de euro en wij blijven dan ook fundamenteel positief over de vooruitzichten van de gemeenschappelijke munt. We moeten echter toegeven dat het referendum in het Verenigd Koninkrijk ook aanzienlijke neerwaartse risico’s inhoudt en de EU zowel vanuit economisch als politiek oogpunt dreigt te ontregelen, ongeacht het besluit op 23 juni.
De auteur, Frank Vranken is Chief Strategist van Puilaetco Dewaay, de Belgische dochtermaatschappij van KBL European Private Bankers. Dit artikel is van algemene aard en kan in geen geval worden beschouwd als een juridisch, boekhoudkundig, fiscaal of beleggingsadvies
De mogelijke gevolgen van een Brexit
14 maart 2016
Kennisbank