De Europese Commissie heeft een reeks maatregelen aangekondigd om de toepassing van de EU-verordening inzake ontbossing (EUDR) te vereenvoudigen. Deze nieuwe wet is bedoeld om ervoor te zorgen dat producten die de EU binnenkomen of verlaten, niet langer bijdragen aan wereldwijde ontbossing en aantasting van bossen.
De EUDR werd oorspronkelijk in november 2021 geïntroduceerd en heeft als doel producten die in verband staan met ontbossing effectief te weren van de EU-markt. De verordening legt strikte nalevingsverplichtingen op aan bedrijven die belangrijke grondstoffen en producten verhandelen, zoals palmolie, rundvlees, hout, koffie, cacao, rubber en soja — evenals afgeleide producten zoals leer, chocolade, autobanden en meubels.
Volgens de nieuwe regels moeten bedrijven die dergelijke producten op de EU-markt willen brengen of exporteren, verplicht een zorgvuldigheidsonderzoek (due diligence) uitvoeren. Ze moeten kunnen aantonen dat de producten afkomstig zijn van percelen waar sinds eind 2020 geen ontbossing heeft plaatsgevonden, en dat ze in overeenstemming zijn met alle toepasselijke wetten in het land van herkomst.
De regelgeving trad in juni 2023 in werking en zou eind 2024 van toepassing worden op grote bedrijven, en vanaf juni 2025 op micro- en kleine ondernemingen. In oktober 2024 kondigde de Commissie echter een uitstel van een jaar aan, mede vanwege zorgen van internationale handelspartners over hun voorbereiding. Ook binnen de EU bleek de mate van voorbereiding onder betrokken partijen sterk uiteen te lopen.
De wijzigingen maken deel uit van een bredere vereenvoudigingsslag binnen de EU. Eerder, in januari, presenteerde de Commissie haar “Competitiviteitskompas” — een nieuwe strategie om de productiviteit en het concurrentievermogen van Europa te versterken. Daarin werd onder andere het doel gesteld om de administratieve lasten voor bedrijven met minstens 25% te verminderen, en zelfs met 35% voor het mkb.
Een van de belangrijkste aanpassingen aan de EUDR is dat bedrijven voortaan jaarlijks een due diligence-verklaring mogen indienen, in plaats van bij elke afzonderlijke zending of batch. Grote bedrijven mogen ook eerder ingediende verklaringen hergebruiken wanneer goederen opnieuw op de EU-markt worden gebracht. Daarnaast wordt het mogelijk voor gemachtigde vertegenwoordigers om verklaringen in te dienen namens leden van een bedrijvengroep.
De Commissie verduidelijkte bovendien dat bedrijven mogen volstaan met het verzamelen van referentienummers van due diligence-verklaringen van hun leveranciers, die ze vervolgens kunnen gebruiken voor hun eigen rapportage. Deze wijzigingen zouden volgens de Commissie de administratieve kosten voor bedrijven met 30% verlagen.