Meer middelen voor de prioriteiten van Europa in EU begroting 2025

28 juni 2024
Kennisbank

De Commissie heeft op 19 juni jongstleden de jaarlijkse EU-begroting van 199,7 miljard euro voor 2025 voorgesteld. De begroting zal worden aangevuld met naar schatting 72 miljard euro aan betalingen in het kader van NextGenerationEU. Met deze aanzienlijke financiële middelen kan de EU haar politieke prioriteiten verwezenlijken en worden tegelijkertijd de wijzigingen geïntegreerd die zijn overeengekomen in de tussentijdse herziening van het meerjarig financieel kader (MFK) in februari 2024. In de ontwerpbegroting 2025 worden middelen toegewezen waar zij het grootste verschil kunnen maken, in samenwerking en in overeenstemming met de behoeften van de EU-lidstaten en onze partners in de hele wereld om Europa veerkrachtiger en toekomstbestendiger te maken ten voordele van de EU-burgers en -bedrijven. Hiertoe wordt de groene en de digitale transitie bevorderd en wordt gezorgd voor werkgelegenheidscreatie en wordt tegelijkertijd de strategische autonomie en de mondiale rol van Europa versterkt. De begroting maakt het mogelijk belangrijke kritieke technologieën te ondersteunen via het platform voor strategische technologieën voor Europa (STEP).

De ontwerpbegroting 2025 zal – in overeenstemming met de tussentijdse herziening van het MFK – ook voorzien in voortgezette steun voor Syrische vluchtelingen in Turkije en de ruimere regio, het zuidelijk nabuurschap, met inbegrip van de externe dimensie van migratie, en de Westelijke Balkan. Cruciaal is dat met de ontwerpbegroting 2025 stabiele en voorspelbare steun aan Oekraïne wordt geboden.

De Commissie stelt voor de volgende bedragen toe te wijzen aan de verschillende prioriteiten van de EU (in vastleggingen):

*53,8 miljard euro voor het gemeenschappelijk landbouwbeleid en 0,9 miljard euro voor het Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur, maar ook om de veerkracht van de agro-voedingssector en de visserijsector te versterken en de nodige ruimte te creëren voor crisisbeheer;
*49,2 miljard euro voor regionale ontwikkeling en cohesie ter ondersteuning van de economische, sociale en territoriale cohesie, en voor infrastructuur ter ondersteuning van de groene transitie en prioritaire projecten van de EU;
*16,3 miljard euro om onze partners en belangen in de wereld te ondersteunen, uitgesplitst over onder andere 10,9 miljard euro voor het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking – Europa in de wereld (NDICI – Europa in de wereld), 2,2 miljard euro voor het instrument voor pretoetredingssteun (IPA III), 0,5 miljard euro voor de hervormings- en groeifaciliteit voor de Westelijke Balkan en 1,9 miljard euro voor het instrument voor humanitaire hulp (HUMA).
*Nog eens 4,3 miljard euro zal beschikbaar zijn in de vorm van subsidies in het kader van de faciliteit voor Oekraïne, aangevuld met 10,9 miljard euro aan leningen.
*Voor onderzoek en innovatie wordt 13,5 miljard euro uitgetrokken, grotendeels voor Horizon Europa (12,7 miljard euro), het EU-vlaggenschipprogramma voor onderzoek. De ontwerpbegroting omvat ook de financiering van de Europese chipverordening in het kader van Horizon Europa en door herschikking van middelen uit andere programma’s.
*4,6 miljard euro voor Europese strategische investeringen, met bijvoorbeeld 2,8 miljard euro voor de Connecting Europe Facility ter verbetering van grensoverschrijdende infrastructuur, 1,1 miljard euro voor het programma Digitaal Europa dat de digitale toekomst van de Unie moet vormgeven, en 378 miljoen euro voor InvestEU, bestemd voor kernprioriteiten (onderzoek en innovatie, groene en digitale transitie, de zorgsector en strategische technologieën);
*2,1 miljard euro voor ruimtevaart, voornamelijk voor het Europees ruimtevaartprogramma, dat het optreden van de Unie op dit strategische gebied zal bundelen;
*11,8 miljard euro voor veerkracht en waarden, met onder andere 5,2 miljard euro voor de stijgende financieringskosten voor NGEU, 4 miljard euro in het kader van Erasmus+ voor het creëren van onderwijs- en mobiliteitsmogelijkheden, 352 miljoen euro ter ondersteuning van uitvoerende en scheppende kunstenaars in heel Europa en 235 miljoen euro ter bevordering van justitie, rechten en waarden;
*2,4 miljard euro voor milieu- en klimaatactie, dat grotendeels gaat naar het LIFE-programma ter ondersteuning van de mitigatie van klimaatverandering en de adaptatie aan klimaatverandering (771 miljoen euro), en 1,5 miljard euro voor het Fonds voor een rechtvaardige transitie om te garanderen dat de groene transitie iedereen ten goede komt;
*2,7 miljard euro voor de bescherming van onze grenzen, dat grotendeels gaat naar het Fonds voor geïntegreerd grensbeheer (IBMF) (1,4 miljard euro) en 997 miljoen euro (totale EU-bijdrage) voor het Europees Grens- en kustwachtagentschap (Frontex);
*2,1 miljard euro voor migratiegerelateerde uitgaven binnen de EU, dat grotendeels bestemd is om migranten en asielzoekers te ondersteunen in overeenstemming met onze waarden en prioriteiten (1,9 miljard euro);
*1,8 miljard euro voor uitdagingen op defensiegebied, grotendeels ter ondersteuning van capaciteitsontwikkeling en onderzoek in het kader van het Europees Defensiefonds (EDF) (1,4 miljard euro) en 244,5 miljoen euro ter ondersteuning van militaire mobiliteit;
*977 miljoen euro om de werking van de eengemaakte markt te waarborgen, waarvan 613 miljoen euro voor het programma voor de eengemaakte markt en 205 miljoen euro voor werkzaamheden op het gebied van fraudebestrijding, belastingen en douane;
*583 miljoen euro voor EU4Health, om te zorgen voor een brede zorgrespons die aansluit op de behoeften van mensen, en 203 miljoen euro voor het EU-mechanisme voor civiele bescherming (rescEU) om bij crises snel operationele bijstand te kunnen verlenen;
*784 miljoen euro voor veiligheid, waarvan in het bijzonder 334 miljoen euro voor het Fonds voor interne veiligheid (ISF), waarmee terrorisme, radicalisering, georganiseerde misdaad en cybercriminaliteit kunnen worden bestreden;
1*96 miljoen euro voor beveiligde satellietverbindingen in het kader van het nieuwe programma van de Unie voor beveiligde connectiviteit.

De ontwerpbegroting voor 2025 maakt deel uit van de langetermijnbegroting van de Unie die eind 2020 is goedgekeurd en in februari 2024 is gewijzigd, met inbegrip van de daaropvolgende technische aanpassingen, en heeft tot doel de prioriteiten van de Unie om te zetten in concrete jaarlijkse resultaten.

De jaarlijkse begroting voor 2025 moet vóór het einde van het jaar formeel door de begrotingsautoriteit worden vastgesteld.

Achtergrond

De ontwerpbegroting van de EU voor 2025 omvat de uitgaven die zijn gedekt met uit eigen middelen gefinancierde kredieten binnen de maxima van de langetermijnbegroting. Deze uitgaven worden aangevuld met uitgaven in het kader van NextGenerationEU, die zullen worden gefinancierd uit leningen op de kapitaalmarkten. Voor de “kernbegroting” worden in de ontwerpbegroting voor elk programma twee bedragen voorgesteld: vastleggingen en betalingen. “Vastleggingen” zijn de bedragen waarvoor in een bepaald jaar contracten kunnen worden gesloten; en “betalingen” zijn de bedragen die daadwerkelijk worden uitbetaald. Alle bedragen zijn vermeld in lopende prijzen.

Johannes Hahn, commissaris voor Begroting en Administratie : “De EU-begroting blijft Europa de middelen verschaffen om de huidige en toekomstige uitdagingen aan te pakken, met name door de groene en de digitale transitie te ondersteunen en de algehele veerkracht van de Unie te vergroten. We hebben ook onze positie extern kunnen versterken: de tussentijdse herziening van het MFK was essentieel om de Unie een stabiele basis te geven om te reageren op de gevolgen van de Russische aanvalsoorlog in Oekraïne, het vermogen van de EU te versterken om te reageren op natuurrampen en een antwoord te vinden op de wereldwijde concurrentie op het gebied van belangrijke kritieke technologieën.”



Plaats uw reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *