Michel Klompmaker
Vorige week, op de dag voor Koningsdag in de late namiddag vond een bijzondere zitting plaats bij de Wrakingskamer van de Rechtbank Amsterdam. Mr. Klaas Blankevoort, voormalig voorzitter van de wrakingskamer was nu zelf beklaagde. Het betrof een zaak aangespannen door Mr. Jan Michiel Wagenaar uit Enschede, voor zijn klant, eigenaar van een grote veehouderij in Overijssel. De veehouder voelde en voelt zich door de Rabobank in de steek gelaten, heeft het een en ander via de Rechtbank trachtte te beslechten, maar hij stuitte daar blijkbaar op een volgens hem vooringenomen rechter, in casu Mr. Klaas Blankevoort, met als gevolg het wrakingsverzoek dat afgelopen woensdag 26 april ter zitting behandeld werd. Het geschil tussen de veehouder en Rabobank ging over de lening met rente swap contract die de Rabobank verkocht had aan de veehouder.
Mr. Klaas Blankevoort meldde in zijn hoedanigheid als voorzitter van de Wrakingskamer Amsterdam dat zelden een rechter echt partijdig is. “Het gaat vrijwel altijd om de schijn van vooringenomenheid, die is gewekt door een verspreking of een onhandig optreden van een rechter. Van bijna ieder wrakingsverzoek dat ik voor me krijg, denk ik: dit had mij ook kunnen overkomen. We kunnen er altijd van leren. Wat ging eraan vooraf, hoe escaleerde dat, kan je dit voorkomen?” Landelijk is het aantal wrakingsverzoeken de afgelopen tien jaren verdubbeld. In 2019 waren het er 693. Klaas Blankevoort: “Sommige mensen zien rechters als lid van de zwarte jurkenmaffia, die niet te vertrouwen is. Veel wrakingsverzoeken komen uit die hoek. Of van mensen die het niet eens zijn met een beslissing van de rechter. Daarvoor is wraking niet bedoeld, daar is het hoger beroep voor.” Moeite met oordelen over collega’s heeft hij niet. “Een rechter zou een wraking niet persoonlijk moeten opvatten. Het enige dat telt, is het belang van integere rechtspraak. Een eerlijk proces is belangrijk voor de rechtzoekende, de gewraakte rechter en de samenleving. De wrakingskamer kan helpen het vertrouwen in de rechtspraak te versterken. Dat maakt dit werk zo mooi.”
Mr. Blankevoort is sinds enige tijd geen algemeen voorzitter meer van de wrakingskamer Amsterdam en is als zodanig opgevolgd door mr. Martens. De wrakingskamer heeft geen bestuur, maar alleen een algemeen voorzitter en een aantal plaatsvervangend voorzitters die als voorzitter kunnen optreden ter zitting. Mr. Blankevoort is daar één van. Verder is een behoorlijk aantal rechters lid van de wrakingskamer, die in voorkomend geval naast de voorzitter de zitting bemensen. Iedere rechter kan worden gewraakt, ook rechters die zitting hebben in de wrakingskamer. In geval een rechter is gewraakt maakt hij of zij uiteraard geen deel uit van de combinatie die de zaak behandelt. Dat geldt ook als het gaat om een naaste collega.
Zorgplicht banken
Tot zover de theorie. Nu over de zitting zelf. De advocaat van de veehouder, Mr. Wagenaar benadrukte dat de Rabobank een zorgplicht heeft voor niet professionele partijen zoals zijn cliënt, die ter zitting duidelijk aangaf dat hij veel verstand heeft van koeien, maar dat hij nog nooit van een rente swap gehoord had toen hij in 2008 een nieuwe lening aanvroeg bij zijn huisbankier om zijn bedrijf te kunnen uitbreiden. Wagenaar gaf duidelijk aan dat een rechter in zijn oordeel bij een dergelijke zaak moet meewegen of hij te maken heeft met een professionele partij, die op de hoogte is van alle risico’s die aan een financieel product kleven of een niet professionele partij zoals de veehouder, die altijd via de Rabobank met flexibele rente gewerkt heeft, omdat dat het beste paste bij zijn bedrijfsvoering.
Volgens de veehouder stelde Rabobank de rente swap verplicht. Ik had geen keuze, zei hij ter zitting. Mr. Wagenaar had tijdens de zitting bezwaar gemaakt tegen bepaalde opmerkingen van de rechter mr. Blankevoort, waarbij de rechter de standpunten van de bank als conclusie noemde aan de cliënt van mr. Wagenaar. Opmerkelijk is dat de griffier ter zitting dat toentertijd niet correct in het proces-verbaal heeft opgenomen, aldus de veehouder en zijn advocaat. Wagenaar meldde ter zitting dat hij zo’n twintigtal rente swap zaken in kaart heeft gebracht bij de Rechtbank Amsterdam. De uitkomst bij acht verschillende rechters was steeds hetzelfde en er zou beleid zijn bij de rechtbank Amsterdam, hij noemde dit zorgwekkend. Verschillende hoger beroep zaken lopen daarom nog bij het Hof. Op 7 juni 2021 verscheen hierover overigens een artikel in het FD. De voorzitter van de wrakingskamer vroeg mr. Blankevoort naar dit beleid. Hij ontkende dat niet en verwees naar een uitspraak van de Hoge Raad over prejudiciële vragen. Daarop antwoordde mr. Wagenaar dat dit alleen ging over dwaling en niet over schending zorgplicht.
Wagenaar wees Blankevoort op een arrest van het Gerechtshof uit Den Bosch (waarbij in hoger beroep werd geoordeeld dat de bank haar zorgplicht had geschonden ECLI:NL:GHSHE:2022:1239), waarop Blankevoort antwoordde dat de Rechtbank Amsterdam daar anders over denkt. Waar het in feite op neerkomt is dat Blankevoort de veehouder voorhoudt dat hij zijn handtekening onder de overeenkomst gezet heeft en daarmee basta. Gedurende de zitting werd duidelijk dat ook de drie vrouwelijke rechters niet helemaal op de hoogte waren van de risico’s rond rente swaps. De beklaagde, in casu mr. Blankevoort, probeerde via een afleidingsmanoeuvre nog wat onrust te zaaien door opeens met een betoog te komen over verschillende opslagpercentages bij variabele rentetarieven. Dit had echter niets met de zaak te maken en de advocaat van de veehouder, mr. Wagenaar, ging er dan ook niet op in.
Het vonnis is voorzien op 10 mei aanstaande.
H.B. Sodenkamp Reageren
Zou het niet zinnig zijn zijn om het vonnis van 10 mei 2024 hier te plaatsen en van commentaar te voorzien, want hier heeft de lezer natuurlijk niet zo veel aan?