Volgens de Nederlandsche Bank, afgekort DNB, worden Nederlandse woninghypotheken steeds minder vaak gefinancierd door de verkoop van obligaties met deze hypotheken als onderpand. Dit als gevolg van de verminderde populariteit van securitisaties bij banken vanwege toegenomen gebruik van andere financieringsvormen, waaronder met name de uitgifte van gedekte obligaties, de zogenaamde ‘covered bonds’. Om afgesloten woninghypotheken te financieren en nieuwe hypotheken te kunnen verstrekken, kunnen de verstrekkers van deze hypotheken geld ophalen door obligaties aan beleggers te verkopen. Gebeurt dit met de hypotheken als onderpand, dan kan dat in de vorm van securitisaties of gedekte obligaties. Het gezamenlijk uitstaande bedrag aan Nederlandse externe securitisaties en gedekte obligaties nam in 2022 af met 4,4%, tot 114 miljard euro. Ten opzichte van de totaal uitstaande woninghypotheken van huishoudens verstrekt door Nederlandse financiële instellingen (799 miljard euro) is dat 14%. In 2013 was dit nog 21%.
Bij securitisaties worden leningen aan huishoudens en bedrijven gebundeld en als obligaties opnieuw ‘verpakt’ via speciaal daarvoor opgerichte ondernemingen. In Nederland gaat het daarbij overwegend om woninghypotheken; in dat geval worden de obligaties ‘Residential Mortgage-Backed Securities’ genoemd. Daarmee kunnen de oorspronkelijke kredietverstrekkers, zoals banken maar ook niet-bancaire partijen, middelen vrijspelen om bijvoorbeeld nieuwe leningen te verstrekken.
Gedekte obligaties (‘covered bonds’) zijn door banken uitgegeven obligaties met – in Nederland – woninghypotheken als onderpand. Zij kunnen voor banken een alternatief zijn voor securitisaties. Het grote verschil met securitisaties is dat de uitgegeven obligaties op de balans van de banken zelf staan en dat de obligatiehouder niet alleen een claim op het onderpand heeft, maar ook op de bank.
De uitgegeven securitisaties en gedekte obligaties kunnen aan beleggers worden verkocht. Dit zijn de zogeheten externe (‘placed’ of ‘non-retained’) obligaties. Cijfers in dit bericht hebben alleen betrekking op deze obligaties. Deze obligaties kunnen ook zelf worden aangehouden voor eventueel gebruik als onderpand, bijvoorbeeld voor het verkrijgen van leningen van centrale banken. Dit worden interne (‘zelf gehouden’ of ‘retained’) obligaties genoemd. Deze zijn hier niet meegerekend.
Uitgifte van securitisaties en gedekte obligaties verbreedt de financieringsmogelijkheden van woninghypotheken en helpen mee de Kapitaalmarktunie in Europa te versterken, waardoor bedrijven en consumenten beter toegang tot kapitaal kunnen krijgen. Dat is weer belangrijk voor de stabiliteit en diversiteit van ons financiële stelsel, en is goed voor onze economie.
Uitstaande securitisaties sterk afgenomen
In 2022 nam de uitstaande omvang van – bij beleggers geplaatste – Nederlandse securitisaties van woninghypotheken af met 5,3 miljard euro (-17%) tot 25,9 miljard euro. Relatief was de daling bijna tweemaal zo groot als gemiddeld sinds 2010. De dalende trend hangt onder meer samen met het gebruik van andere financieringsvormen voor banken, waarmee zij in de afgelopen jaren makkelijker en goedkoper aan geld konden komen. Voorbeelden hiervan zijn de extra leenfaciliteiten van de Europese Centrale Bank (ECB) en de uitgifte van gedekte obligaties, de ‘covered bonds’.
Ook het afgenomen aandeel van banken bij nieuwe hypotheekverstrekkingen droeg daaraan bij. Pensioenfondsen en verzekeraars zijn – al dan niet via beleggingsinstellingen – sinds 2014 juist fors meer gaan investeren in woninghypotheken zelf, daarbij minder beleggend in securitisaties. De aantrekkelijkheid van hypotheken als belegging voor institutionele beleggers nam toe, bijvoorbeeld doordat de lange looptijden van nieuwe hypotheken goed aansluiten bij het langlopende karakter van hun verplichtingen.
In 2022 vond nog wel voor 3,1 miljard euro aan nieuwe externe securitisatie uitgiftes van woninghypotheken plaats (5,9 miljard euro in 2021), hoofdzakelijk door niet-bancaire hypotheekverstrekkers. Deze waren echter niet genoeg om de afloop van bestaande securitisaties te compenseren en de dalende trend te doen keren.
Obligaties
Het uitstaande bedrag aan gedekte obligaties van Nederlandse banken bleef in 2022 vrijwel onveranderd (88,3 miljard euro), hoewel er voor 11,4 miljard euro aan nieuwe emissies werd verricht (2021: 8,2 miljard euro). Sinds 2015 is de uitstaande omvang van gedekte obligaties hoger dan die van securitisaties. Daarbij kunnen verschillende factoren een rol spelen, zoals de lagere financieringskosten van gedekte obligaties, de geringere kosten voor het opzetten en beheren van een gedekte obligatieprogramma en de gestelde eisen aan securitisaties vanwege hun complexere aard.
Hoewel gedekte obligaties in Nederland de voorbije jaren populairder zijn geworden als financieringsinstrument, hebben zij de daling bij de securitisaties niet volledig tenietgedaan. De gezamenlijke uitstaande omvang nam in 2022 af met 5,3 miljard euro (-4,4%) tot 114,2 miljard euro. Ten opzichte van de totale uitstaande woninghypotheken van huishoudens verstrekt door Nederlandse financiële instellingen (799 miljard euro) bedroeg dit in 2022 14%, terwijl dit in 2013 nog 21% was. Het deel van de totaal verstrekte woninghypotheken dat via securitisaties en gedekte obligaties wordt gefinancierd via de obligatiemarkt is ten opzichte van het hoogste punt in 2013 dus met een derde gedaald.
Bron: DNB