Pensioenhervorming opmaat naar parlementaire enquête over enkele jaren?

16 januari 2023
Kennisbank

Michel  Klompmaker

De grootste operatie uit de geschiedenis van de Nederlandse pensioenwereld staat voor de deur, waarbij het maar de vraag is of het optimisme van de pensioenfondsen terecht is. Hoe gaan de ongeveer 1.500 miljard euro aan pensioengelden op tijd verdeeld kunnen worden? Immers, de haalbaarheid van de streefdatum pensioenhervorming is in gevaar en er dreigt een capaciteitsprobleem door het opschuiven van het zogenaamde invaren. Ongeveer twintig procent van de fondsen heeft nog niet besloten of ze gaat invaren, oftewel het opgebouwde pensioen inbrengen in het nieuwe pensioenstelsel. Een kwart stelt dit uit tot 2026/2027. Dat blijkt uit het recent gepubliceerde onderzoek ‘Transitieproof?’ van BDO Accountants & Adviseurs, waarover we in gesprek gingen met Geertje Strampel, voorzitter van de Industry Group Financial Services en Ryan de Waard, Director Financial Services. Is dit de opmaat tot een nieuwe parlementaire enquête over enkele jaren? We vrezen van wel.

Geertje Strampel, voorzitter van de Industry Group Financial Services, tevens partner bij BDO verwoordt het als volgt: “Het is maar de vraag of die vele honderden miljarden euro’s aan pensioengelden op tijd verdeeld kunnen worden over de individuele pensioenaanspraken zoals de bedoeling is. Wat wij zien is dat er een piekbelasting ontstaat met mogelijk zelfs een opstopping bij met name pensioenuitvoeringsorganisaties, toezichthouders en adviseurs. Dit is een serieus probleem, met als gevolg het risico op vertraging en dat zet de haalbaarheid van de pensioentransitie nu al onder druk.”

Zoals gezegd, staat de pensioenwereld aan de vooravond van één van de grootste financiële operaties uit de Nederlandse geschiedenis. Het onderzoek van BDO geeft op basis van 31 ondernemingspensioenfondsen, bedrijfstakpensioenfondsen, beroeps- en algemeen pensioenfondsen, aangevuld met interviews met pensioenfondsen, pensioenuitvoerders en wetenschappers het overzicht tot 2027. Uit het onderzoek blijkt dat 84 procent van de pensioenfondsen aangeeft goed voorbereid te zijn, maar toch verwacht ongeveer een derde dat de streefdatum niet gehaald gaat worden. Dertien procent van de pensioenfondsen heeft de pensioenuitvoeringsorganisatie (PUO) nog niet betrokken bij de plannen.

Ryan de Waard benadrukt het belang om de PUO op tijd te betrekken om piekbelasting te voorkomen: “De PUO’s moeten voldoende tijd krijgen om de nieuwe regeling per fonds te implementeren”.

Uitstellen en vooruitschuiven

Mede door het uitstellen van de nieuwe Pensioenwet worden keuzes vooruitgeschoven. De wet is nog niet goedgekeurd. “Die onzekerheid en onduidelijkheid maken het ingewikkeld om keuzes met verstrekkende gevolgen te maken. De beslissingen die genomen moeten worden, gaan sowieso zorgen voor verdeeldheid. Want: hoe worden de belangen van de verschillende deelnemers behartigd?” aldus Geertje Strampel. Meer dan de helft (52%) van de pensioenfondsen heeft nog geen keuze gemaakt voor het type contract. Bijna één op de drie is nog niet gestart met het risicopreferentie-onderzoek dat wettelijk minimaal eens in de vijf jaar gedaan moet worden uitgevoerd onder fondsdeelnemers. Strampel: “Hoeveel risico’s willen en kunnen deelnemers lopen? Die vraag is relevanter en omvangrijker dan ooit”.

Draagvlak

Uit het onderzoek blijkt dat de uitlegbaarheid van de nieuwe regels en risico’s een aandachtspunt is. Zeker in dit geval dient de communicatie eerlijk, helder, toegankelijk en transparant te zijn, ondanks het feit dat de materie complex en genuanceerd is. Deelnemers zouden bovendien geactiveerd moeten worden om zich te verdiepen in de impact op hun eigen pensioenregeling, maar zo’n 30 procent van de fondsen is hier nog niet mee gestart. “Beperkt draagvlak ligt daardoor op de loer, met als mogelijk gevolg klachten en rechtszaken. Er is ook een proactieve rol weggelegd voor werkgevers om hun werknemers goed voor te lichten. Voor de werknemers geldt er uiteraard ook een zogeheten haalplicht door zelf op zoek te gaan naar relevante informatie”, aldus Ryan de Waard.

Buffers

De dekkingsgraad van pensioenfondsen bevindt zich gemiddeld genomen ruim boven de 100%. De vraag is of dit zo blijft. Pensioenfondsen zullen moeten kiezen of ze gaan indexeren of niet. Indexeren zou nu gunstig zijn voor gepensioneerden, maar is minder aantrekkelijk voor jongeren die nog ver van hun pensioen verwijderd zijn. Uiteraard moet het pensioenfonds zelf ook na de transitie financieel toekomstbestendig zijn. In het geval indexering toegepast gaat worden – zeker nu de wetgever de regels hiervoor heeft versoepeld – zal het vermogen hoogstwaarschijnlijk afnemen. De financiële positie van fondsen kan er door renteontwikkelingen en fluctuaties op de aandelenbeurzen dan opeens anders uitzien. Strampel: “Het is immers nog maar kortgeleden dat een groot aantal fondsen niet aan hun toekomstige verplichtingen kon voldoen”.

Uit het onderzoek blijkt verder dat bijna de helft van de fondsen verwacht dat de uitvoeringskosten eerder hoger dan lager zullen worden. “De kleinere fondsen kunnen mogelijk straks voor grote financiële uitdagingen komen te staan wanneer de kosten toenemen. Dit kan een bedreiging vormen voor de continuïteit van deze kleinere ondernemingspensioenfondsen”, aldus Ryan de Waard.

Zelfoverschatting datakwaliteit?

Wellicht de meeste schrijnende uitkomst uit het onderzoek is dat de pensioenfondsen aangeven dat de kwaliteit van data geen of nauwelijks een punt van zorg is. Blijkbaar hebben pensioenfondsen hier een geheel andere opvatting over dan de toezichthouder De Nederlandsche Bank (DNB). Ook experts ter zake waarschuwen de pensioenfondsen voor overschatting. Ryan de Waard merkt in dit verband op: “Onze praktijkervaring is anders en ook uit onderzoeken van bijvoorbeeld DNB blijkt dat daar nog winst te behalen valt. Het venijn zit vaak in complexe mutaties en handmatige verwerking. We zien dat fouten in data nu vooral naar voren komen naar aanleiding van datagerichte onderzoeken door het fonds of klachten van deelnemers. Het is zaak dat de data kloppen. De data vormen immers de basis voor de verdeling van de pensioengelden over de persoonlijke potjes. Dat moet in één keer en goed gebeuren. Na de transitie kan namelijk niet met terugwerkende kracht nog een mutatie doorgevoerd worden.”

Vooral dit laatste punt, de datakwaliteit, zou wel eens de aanleiding kunnen worden naar de parlementaire enquête. Men kan zich dan niet meer verschuilen achter het argument dat dit risico niet bekend was.

Foto: Is deze foto symbolisch voor gepensioneerden? Donkere wolken hangen in de lucht boven het typisch Nederlandse landschap… tegenwind ligt op de loer en wat zou er in de fietstassen zitten? Van huis meegenomen boterhammetjes? Of zou er nog wat geld zijn om in het eerstkomende stadje of dorp te kunnen lunchen?    



  • Hester Bais

    Eind 2008 ontstond door omlaag manipuleren van de rente een liquiditeitstekort (hoog liquide onderpand) bij banken (in het geval dat de rente omhoog gaat verschuift dat naar de pensioenfondsen//verzekeraars). Volgens de parlementaire enquête financieel stelsel hadden Nederlandse bankverzekeraars op dat moment €200 miljard liquiditeitstekort.

    In 2009 werd door Donner (CDA) de pensioenhervorming gestart.

    Pensioenfondsen hadden in 2011 ineens € 200 miljard nodig:

    https://www.cashcow.nl/pensioenfondsen-hebben-200-miljard-nodig/ [2011]

    Pensioenfondsen werden vervolgens als ‘hypotheekbank’ aangeprezen:

    https://www.bnnvara.nl/joop/artikelen/pensioenfonds-als-hypotheekbank [2013]

    Waar kwam dit tekort in de pensioensector in 2011 vandaan en is er link met het € 200 miljard liquiditeitstekort (onderpandtekort) van grootbanken ABN Ameo, Rabobank, ING en SNS dat eind 2008 bestond? Waarom zijn er in 2009 clearing huizen alsook beleggingsfondsen (die als prime broker gingen fungeren) opgetuigd onder PFZW en ABP? Is er een relatie tussen het onderpandtekort, de liquiditeitsopslag bij banken aan het mkb, zorg, onderwijs etc en de pensioenfondsen? Wat is de relatie tussen de majeure balanscorrecties van de bankverzekeraars in 2016 over de jaren 2014 en 2015 (circa €200 miljard) en dit onderpandtekort? Wat is de relatie tussen Euro-obligaties, het Europese Stabiliteits Mechanisme, NextGenerationEU, SDGs, pensioenfondsen (en verkochte vermogensbeheerders als Actiam (SNS), NN Investment Partners (ING) etc. en deze onderpandtekorten?

    Lees Worst Bank Scenario en ontdek waarom de pensioenhervorming nu wordt doorgedrukt.

    Bankenfraude.nl

Plaats uw reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *