De Europese Commissie heeft gisteren 8 december jongstleden een reeks maatregelen voorgesteld om het btw-stelsel van de EU te moderniseren en fraudebestendiger en bedrijfsvriendelijker te maken door digitalisering te omarmen en te bevorderen. Het voorstel van vandaag is ook bedoeld om btw-gerelateerde problemen aan te pakken die het gevolg zijn van de ontwikkeling van de platformeconomie. In 2020 hebben de lidstaten, volgens de meest recente cijfers over de btw-kloof, die ook op 8 december 2022 zijn gepubliceerd, maar liefst 93 miljard euro aan btw-inkomsten misgelopen. Volgens voorzichtige schattingen kan een kwart van de misgelopen inkomsten rechtstreeks worden toegeschreven aan btw-fraude bij handel binnen de EU. Deze verliezen zijn nadelig voor overheidsfinanciën in een tijd waarin de lidstaten hun begrotingen aanpassen om het hoofd te kunnen bieden aan de sociale en economische gevolgen van de recente pieken in de energieprijzen en de oorlog tegen Oekraïne. Bovendien zijn btw-regelingen in de EU soms nog omslachtig voor bedrijven, met name voor kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) en voor andere bedrijven die grensoverschrijdend actief zijn of willen uitbreiden naar andere landen.
De belangrijkste vandaag voorgestelde maatregelen zullen de lidstaten helpen om jaarlijks tot 18 miljard euro extra btw-inkomsten te genereren en zullen tegelijkertijd bedrijven, waaronder kmo’s, helpen groeien, aldus de EU. De vraag blijft echter waar het verschil van 93 – 18 miljard euro blijft.
Digitaal realtimerapportage voor bedrijven die grensoverschrijdend actief zijn in de EU
Het nieuwe systeem voorziet in digitale realtimerapportage voor btw-doeleinden op basis van e-facturering. Dit zal de lidstaten waardevolle informatie verschaffen om de strijd tegen btw-fraude, met name carrousel fraude, op te voeren. Dankzij e-facturering kan de btw-fraude volgens de EU met 11 miljard euro per jaar worden teruggebracht en kunnen de administratieve en nalevingskosten voor EU-handelaren de komende tien jaar met meer dan 4,1 miljard euro per jaar dalen. Het nieuwe systeem zorgt ook voor convergentie tussen de bestaande nationale systemen in de hele EU en effent de weg voor lidstaten die de komende jaren nationale digitale rapportagesystemen voor binnenlandse handel willen opzetten.
Btw-regels voor platforms voor passagiersvervoer en korte termijn accommodatie
Volgens de nieuwe regels zullen exploitanten van de platformeconomie in de genoemde sectoren btw moeten innen en afdragen aan de belastingautoriteiten wanneer dienstverleners dat niet doen, bijvoorbeeld omdat het gaat om een klein bedrijf of een individuele aanbieder. Samen met andere verduidelijkingen zal dit zorgen voor een uniforme aanpak in alle lidstaten en bijdragen tot een gelijker speelveld voor online- en traditionele diensten in de sectoren kortetermijnaccommodatie en vervoer. Het zal ook het leven vergemakkelijken voor kmo’s die anders de btw-regels moeten begrijpen en naleven in alle lidstaten waar ze actief zijn.
Invoering van één btw-registratie in de hele EU
Het huidige voorstel bouwt voort op het reeds bestaande btw één loket model voor e-commerce-ondernemingen. Bedrijven met klanten in een andere lidstaat zouden zich slechts één keer voor btw-doeleinden in de hele EU hoeven te registreren en zouden aan hun btw-verplichtingen kunnen voldoen via één onlineportaal in één taal. Hierdoor zouden bedrijven, en met name kmo’s, over een periode van tien jaar naar schatting zo’n 8,7 miljard euro aan registratie- en administratiekosten kunnen besparen. Voor een betere inning van de btw zullen bepaalde platforms ook gebruik moeten maken van het “één loket systeem voor invoer”. Dat zal de verkoop aan consumenten in de EU vergemakkelijken.
Het pakket voorstellen van vandaag bestaat uit wijzigingen van drie EU-wetgevingsteksten: de btw-richtlijn (2006/112/EG), Uitvoeringsverordening (EU) nr. 282/2011 van de Raad en Verordening (EU) nr. 904/2010 van de Raad betreffende administratieve samenwerking.
De wetgevingsvoorstellen zullen ter goedkeuring aan de Raad en ter raadpleging aan het Europees Parlement en het Economisch en Sociaal Comité worden voorgelegd.