Niks om het lijf

15 juli 2022

Jacques Jetten

Het was donderdag 9 maart 1967 omstreeks 3 uur in de middag, Op het Haagse station Staatsspoor aan de Rijnstraat stapte tot stomme verbazing van reizigers en perronpersoneel een naakte man uit de trein die zojuist uit Utrecht was aangekomen. Het enige dat hij aanhad, was een polshorloge. De 42-jarige rangeerder Piet Willemsen die op het perron een kop koffie stond te drinken, was een van de eersten die iets ongewoons opmerkte. “De man stapte wat later uit dan de andere reizigers. Eerst dacht ik nog dat hij een licht pak aanhad.” Met collega’s probeerde hij de naaktloper te vangen, maar ja, waar moet je zo’n man vastpakken? Dus die poging mislukte. De man liep recht voor zich uitkijkend het station uit, de Rijnstraat door en stak netjes bij de zebra de Bezuidenhoutseweg over. Zonder dat hem een strobreed in de weg werd gelegd, wandelde hij naar het Malieveld. Pas daar werd hij opgepakt door de inderhaast opgetrommelde politie. Dit kon alleen maar in Den Haag gebeuren, dat alle voorbijgangers, waaronder veel ambtenaren, onverstoorbaar verder liepen en zich niet bekommerden om de ongeklede man. Elders had dit, zeker in een tijd dat men nog behoorlijk preuts was, tot de nodige ophef geleid. Het was vanaf station Staatsspoor naar het Malieveld, langs het bospark Koekamp met vanouds heel wat herten, ruim 10 minuten lopen.

Op het politiebureau bleek, dat de man een 29-jarige geesteszieke was, die in Nijmegen was weggelopen uit de psychiatrische Pompekliniek. Hij had aldaar een treinkaartje naar Den Haag gekocht. Vlak voordat de trein in Den Haag arriveerde, had hij het toilet opgezocht en daar had hij zich van zijn kleren ontdaan. Zijn commentaar was: ”Ik dacht dat ik in een nudistenkamp was.” Nadat de politie de man weer van kleding had voorzien, werd hij op transport naar Nijmegen gezet, waar hij werd opgevangen door medewerkers van de inrichting. Het was die dag zwaar bewolkt, er waaide een zuidoostelijke wind en de temperatuur kwam niet veel hoger dan 12 graden. Dat de man geen kou gevat heeft, mag welhaast een wonder heten.

Destijds woonde ik in Den Haag en zat in mijn examenjaar. Ofschoon ik me het voorval nog wel herinner, heb ik er toen geen aandacht aan besteed. Er gebeurden immers wel meer rare dingen in de stad. Maar toen vorige week weer twee TBS’ers met hulp van buitenaf ontsnapten uit de Nijmeegse Pompekliniek, rees bij mij de gedachte dat er gewoon niet de wil is om te investeren in afdoende bewaking van dit soort instellingen. En als het toch gebeurt, moet het met elektronica toch mogelijk zijn om via gps onmiddellijk te traceren waar de ontsnapte delinquent zich bevindt. Dat was er in 1967 nog niet, maar toen was er nog vaak gevangeniskleding (je weet wel met die strepen) of een ijzeren bal aan de enkel. Ik moest weer denken aan de man die zich van zijn kleding ontdeed. Hij liep alsof hij de weg feilloos kende, naar het Malieveld. Toen was dat ook al de plek bij uitstek voor grootschalige demonstraties en de man wilde dat schijnbaar doen in adamskostuum. Origineel bedacht. Maar hij is aan betogen niet toegekomen, dus we weten niet wat zijn punt was. Het had zeker niks om het lijf.

Het zou wat zijn als alle boze boeren, die nu met hun trekkers de samenleving behoorloos ontwrichten, met de trein naar Den Haag zouden komen, op het Centraal Station hun kleren zouden uittrekken en dan in hun blootje massaal naar het Malieveld zouden marcheren. Zoals bij de nieuwjaarsduik in de Noordzee. Ik denk dat ze veel meer bekijks en sympathie zouden krijgen van publiek en media. De sector wordt immers flink uitgekleed door dit stikstofkabinet. De vraag zou echter nog steeds opportuun zijn: waar moet de politie die mannen vastpakken? En daarna allemaal terugsturen naar de stad van burgemeester Hubert Bruls.

De auteur Jacques Jettten is jurist.



Plaats uw reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *