Commerciële banken sluiten elk jaar af met ofwel winst of verlies, maar hoe zit dat eigenlijk met een centrale bank? En wat gebeurt er als die centrale bank winst maakt, of als er – onverhoopt – verlies is? Houdt ze dan buffers aan om verliezen op te vangen? En wat staat er na 23 jaar euro onder de streep? De Nederlandsche Bank, afgekort DNB, gaf onlangs inzicht in hoe de ontwikkeling is geweest. Enkele opmerkelijke details zijn dat sinds de invoering van de euro (in 1999) DNB in totaal 22,6 miljard euro winst gemaakt heeft, waarvan 16,2 miljard euro is uitgekeerd in de vorm van dividend aan de Nederlandse Staat en dat inmiddels het balanstotaal gestegen is naar maar liefst 510 miljard euro.
De winstafdracht van DNB is een ontvangst voor de rijksoverheid en daarmee van belang voor de rijksbegroting. Het resterende deel van de winst ter grootte van 6,3 miljard euro is door DNB gebruikt om haar eigen vermogen te versterken. Dit was nodig om de risico’s te dragen die samenhangen met de uitvoering van het monetaire beleid van de Europese Centrale Bank. Winst is geen doel op zich maar een uitvloeisel van het monetaire beleid en de eigen beleggingen die DNB aanhoudt. De omvang van de winst is daardoor onzeker. Gegeven de nog altijd lage rentes zijn de winstverwachtingen laag en zijn verliezen in de nabije toekomst niet uitgesloten.
De belangrijkste winstbron voor DNB zijn de ‘netto rentebaten’; deze bedroegen sinds 1999 in totaal 25,7 miljard euro. Net als commerciële banken hanteren de centrale banken in het Eurosysteem een positief verschil tussen rente die ze in rekening brengen op verstrekte leningen aan commerciële banken en rente die ze betalen op de deposito’s die commerciële banken bij de centrale bank aanhouden. Daarnaast houden ook enkele centrale banken van buiten het Eurosysteem een deposito bij DNB aan om over euro’s te beschikken.
Baten uit financiële transacties
Sinds het jaar van de introductie van de euro (1999) heeft DNB ongeveer 4,3 miljard euro verdiend aan ‘netto baten uit financiële transacties’. Hieronder vallen voor een deel de resultaten op de eigen beleggingen van DNB. Dit zijn beleggingen die DNB actief verricht en die dienen als tegenpost van verplichtingen zoals uit hoofde van de bankbiljetten in omloop. Het verwachte positieve rendement op die beleggingen levert een resultaat op ten opzichte van bankbiljetten waar geen rente over wordt vergoed. Daarnaast leveren de eigen beleggingen ook de nodige kennis op over de actuele ontwikkelingen in financiële markten. Het gaat momenteel onder meer om 4,6 miljard euro in staatsobligaties, 2,7 euro miljard in aandelen en 1,2 euro miljard in bedrijfsleningen. Ongeveer 10 procent van de eigen beleggingen is belegd in groene obligaties. In 2025 wil DNB dat de eigen beleggingen (voor zover mogelijk) in lijn zijn met de afspraken uit het klimaatakkoord van Parijs. Hiermee wil DNB de impact van klimaatrisico’s op de balans beheersen en bijdragen aan de transitie naar een duurzame economie. DNB sluit op dit moment al bedrijven uit die zich bezighouden met de productie van clustermunitie, landmijnen of chemische, biologische en nucleaire wapens. Verder bezit DNB goud waarover geen periodieke inkomsten worden ontvangen, maar DNB is wel blootgesteld aan een waardevermeerdering of -vermindering van goud. Dat loopt via een herwaarderingsreserve op de balans en beïnvloedt de winst niet: dat is pas aan de orde bij een verkoop van goud. Onder de netto baten uit financiële transacties valt ook de toevoeging of onttrekking aan een voorziening voor financiële risico’s. Deze voorziening vormt naast het eigen vermogen een extra buffer om schokken op te vangen.
Provisies en overige baten
Het gaat hier voor een belangrijk deel om de bijdrage van de onder toezicht staande instellingen, maar ook over de dividenden die DNB jaarlijks ontvangt als aandeelhouder van de Europese Centrale Bank en van de Bank voor Internationale Betalingen (BIS) in het Zwitserse Bazel. Cumulatief betreft deze bron 4,1 miljard euro sinds de introductie van de euro. Ook verricht DNB betaalde diensten voor enkele andere centrale banken en de Nederlandse staat.
Sinds 2015 koopt DNB obligaties van de Nederlandse Staat in de secundaire markt aan als onderdeel van het ECB aankoopprogramma om een deflatoire prijsontwikkeling tegen te gaan
Met deze aankopen geeft DNB invulling aan het monetaire beleid gericht op prijsstabiliteit zoals vastgesteld door de raad van bestuur van de ECB. Omdat die obligaties, zeker in de laatste jaren, tegen zeer lage en soms zelfs negatieve rentes zijn aangekocht, is hun bijdrage aan de winst van DNB beperkt. Het Eurosysteem koopt overigens ook bedrijfsobligaties aan. DNB profiteert van de inkomsten op deze obligaties, maar draagt ook bij als onverhoopte verliezen optreden.
Rentebaten uit monetaire operaties onderling verrekend
Sinds de invoering heeft dit voor DNB geleid tot een cumulatief negatief nettoresultaat uit het monetaire inkomen van 4,1 miljard euro. Dit komt doordat leningen aan en deposito’s van commerciële banken ongelijk neerslaan in het Eurosysteem. Sommige centrale banken verstrekken relatief veel leningen aan commerciële banken en andere ontvangen juist relatief veel deposito’s. Deze verhoudingen verschuiven door de tijd en het jaarlijkse nettoresultaat van het Eurosysteem wordt herverdeeld onder de centrale banken in het Eurosysteem. Dit kan daarom zowel positief als negatief voor DNB uitpakken. De laatste twee jaar is het resultaat positief.
De sluitpost van de winst- en verliesrekening zijn de kosten die DNB maakt om haar taken uit te voeren. Sinds 1999 heeft DNB 7,5 miljard euro aan kosten gemaakt. Hieronder vallen de kosten die samenhangen met toezicht, resolutie en het depositogarantiestelsel. De kosten van toezicht en de bijdrage van de onder toezicht staande instellingen heffen elkaar op. Verder zijn er de kosten die samenhangen met financiële stabiliteit, het betalingsverkeer, monetair beleid en eigen beleggingen en statistiek. Ook vallen de productiekosten van bankbiljetten, andere beheerskosten en afschrijvingen op vaste activa onder deze post.
De winstverwachtingen zijn laag; verliezen zijn niet uitgesloten
De balans van DNB is in 23 jaar sterk gegroeid van 42 miljard euro naar 510 miljard euro. Deze sterke groei komt vooral door de genoemde aankopen van obligaties. Daarmee nemen ook de rente- en kredietrisico’s op de balans sterk toe. Sinds de start van de grootschalige ECB-aankoopprogramma’s in 2015 zet DNB daarom jaarlijks een flink bedrag opzij om die toenemende risico’s te dragen. De voorziening voor financiële risico’s bedraagt inmiddels 2,8 miljard euro. Als de geldmarktrente snel sterk stijgt, is dat negatief voor de winst van DNB en kunnen zelfs verliezen optreden. Dit werkt als volgt. De obligaties die DNB tegen een lage of zelfs negatieve rente heeft aangekocht, blijven nog lang op de balans staan. Als het Eurosysteem besluit om de depositorente te verhogen, kan de combinatie van lage ontvangen rentes op obligaties en hoge uitgekeerde rentes op deposito’s verliezen mogelijk maken. In eerste instantie vangen de buffers die DNB de afgelopen jaren heeft opgebouwd een dergelijk verlies dus op. Overigens hangen deze mogelijke verliezen samen met de hele lage rente op Nederlandse obligaties, waar de Nederlandse staat ook weer direct van profiteert.