Zogenaamde “no cure no pay” bureaus die namens inwoners bezwaar indienen bij gemeenten tegen WOZ-beschikkingen zijn een doorn in het oog van veel gemeenten en van de VNG. De Wet Waardering onroerende zaken bepaalt dat een gemeente ieder jaar alle onroerende zaken in de gemeente taxeert. Deze ‘WOZ-waarde’ wordt ieder jaar aan inwoners bekend gemaakt met het toezenden van een WOZ-beschikking. Jaarlijks taxeren gemeenten ruim 9 miljoen onroerende zaken. Tegen circa 3% van de WOZ-beschikkingen wordt bezwaar gemaakt. Dat gebeurt de laatste jaren steeds vaker door no cure no pay-bureaus. In 2017 was het percentage bezwaren via no cure no pay-bureaus 22%. In 2022 wordt bijna de helft van alle bezwaren tegen WOZ-beschikkingen ingediend door no cure no pay-bureaus. De algemeen directeur van de VNG, Leonard Geluk, zie foto hierboven, heeft zo zijn bedenkingen.
No cure no pay-bureaus bieden inwoners gratis hun diensten aan om namens de inwoner bezwaar te maken tegen de WOZ-beschikking. Maar deze bedrijven werken natuurlijk niet voor niks. Zij leven van de vergoeding die gemeenten aan hen moeten betalen als het bezwaar gegrond wordt gevonden en het tot een veroordeling komt in de proceskosten. In het Besluit proceskosten bestuursrecht is geregeld dat, als je als inwoner in bezwaar wilt gaan tegen een besluit van de overheid, je recht hebt op de vergoeding van juridische bijstand. Het recht van alle inwoners, ook die met een kleine portemonnee, om in bezwaar te kunnen gaan, vindt de VNG een groot goed. Maar de regeling is niet bedoeld als verdienmodel voor bedrijven die erbij gebaat zijn zoveel mogelijk bezwaren tegen WOZ-beschikkingen in te dienen.
In 2022 betaalden gemeenten € 17 miljoen aan no cure no pay-bureaus. En dat is nog zonder de kosten die gemeenten maken om deze bezwaren af te handelen. Dat bedrag wordt geschat op nog eens € 15 miljoen. Deze kosten komen voor rekening van gemeenten en daarmee voor de gemeenschap.
Aanpassing proceskostenregeling is nodig volgens de VNG
Volgens de VNG moet de huidige proceskostenregeling worden aangepast. Uit onderzoek van COELO blijkt dat het huidige systeem van proceskostenvergoedingen no cure no pay-bedrijven financieel prikkelt om op een zo eenvoudig mogelijke manier zo veel mogelijk bezwaren in te dienen tegen WOZ-beschikkingen. Dat doen ze via standaard bezwaarformulieren en door standaard een hoorzitting aan te vragen. Dit zorgt voor grote werkdruk bij gemeenten. Ze kunnen bijvoorbeeld pas veel later uitspraak doen op een bezwaarschrift dan ze zelf zouden willen.
Gemeenten willen graag dat inwoners zelf contact opnemen als ze het niet eens zijn met de WOZ-beschikking. Dat kan bijvoorbeeld door het zelf maken van bezwaar, maar ook door bijvoorbeeld te bellen met je gemeente. Veel gemeenten hebben telefoonpanels ingericht in de periode dat de WOZ-beschikkingen worden verzonden.
Dat wil overigens niet zeggen dat no cure no pay-bureaus geen functie hebben bij het maken van bezwaar tegen WOZ-beschikkingen. Sommige inwoners zijn immers gebaat bij de hulp van gespecialiseerde bureaus. Rechtsbescherming moet laagdrempelig zijn en mag daarom ook wat kosten. Maar als de vergoedingen voor rechtsbescherming dermate hoog zijn dat sprake is van een verdienmodel, moet de wetgever de regelgeving nog eens goed bekijken.
Uit het onderzoek van televisieprogramma Radar blijkt dat bij veel inwoners niet bekend is dat ze rechtstreeks met de gemeente contact kunnen opnemen over hun WOZ-beschikking. De VNG wil met haar leden bekijken welke mogelijkheden er zijn en hoe die beter onder de aandacht kunnen worden gebracht.