Jacques Jetten
Een van de grofste nieuwsberichten afgelopen week was de QR code op naam van Adolf Hitler. De onbekende cybercrimineel wilde het fenomeen QR code als verplicht toegangsbewijs in de horeca en bij evenementen belachelijk maken. Omdat het document er authentiek uitzag, besloot het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) onderzoek te doen naar hoe dit heeft kunnen gebeuren. Want de code is geldig, ofschoon Adolf al sinds april 1945 dood is. Begin van dit jaar tijdens de verkiezingscampagne moest minister-president Mark Rutte belachelijk worden gemaakt, vonden niet met naam genoemde CDA’ers. In het boek Code Rood onthulden twee parlementair verslaggevers, dat er filmpjes over de VVD-leider zouden worden gemaakt over diens seksualiteit en optreden in de MH17 kwestie. In een Twitteraccount met de naam @Ruttedoctrine zou zijn leiderschap in twijfel getrokken worden. Ook al beweert de CDA- partijtop nu dat dit onzalige plan nooit serieuze vormen heeft aangenomen, het doet toch sterk denken aan de actie van de SP bij de Europese Verkiezingen om Frans Timmermans voor aap te zetten. Dat werkte averechts, want de SP verloor bij die verkiezingen al haar zetels in het Europese Parlement en Timmermans boekte grote winst. Dat heeft het CDA aan het denken gezet en daarom is de campagne te elfder ure afgeblazen.
Hadden ze het maar wel gedaan, dan had die partij nu niet aan de formatietafel gezeten. Maar het zit toch ongemakkelijk, denk ik, nu dit aan het licht is gekomen. Tenslotte was er het aftreden van algemeen directeur Mark Koevermans van Feyenoord wegens bedreigingen naar hem en zijn gezin. Dit alles legt een staaltje bloot van de verwerpelijke wijze, waarop ziekelijke elementen er in het huidige maatschappelijke klimaat op uit zijn om zand te strooien in het toch al stroef lopend raderwerk van openbaar bestuur en instituties. Namelijk door mensen doelgericht kapot te maken. Het kan geen toeval zijn, dat hier de naam van Adolf Hitler opduikt, want als geen ander gaf hij een extreme dimensie aan het kapot maken van mensen.
De Oostenrijks Amerikaanse psycholoog Karl Bühler introduceerde de term Aha-erlebnis voor als je je plotseling realiseert dat je de essentie van iets helemaal hebt doorgrond. Alsof je het laatste stukje van een complexe puzzel hebt gelegd. Dat inzicht komt altijd onaangekondigd na een lange periode van broeden. Vaak geeft een klein detail de doorslag. “Aha, zo zit dat dus,” zeggen wij dan. De uitdrukking is in de Duitse taal, maar in het Nederlands ingeburgerd. Toch hoor ik soms wel Aha-experience zeggen door snobs, die het hebben over “targets” als ze doelstellingen bedoelen en “tools” voor gereedschap. Als het dan toch in een andere taal dan het Duits moet, geef ik de voorkeur aan het Oudgrieks. Een anekdote vertelt dat Archimedes in bad zat toen hij het theoretische bewijs vond voor de wet die zijn naam kreeg. Hij sprong enthousiast uit bad, liep naakt de straat op en schreeuwde: “Eureka, eureka!”, ik heb (het) gevonden!
De 18-jarige Harry Kurt Victor Mulisch publiceerde voor het eerst in Elseviers Weekblad van 8 februari 1947. Hij had het korte verhaal “De kamer” ingestuurd en tot zijn verbazing werd het geplaatst. Het verhaal beschrijft, dat hij dagelijks langs een bepaalde woning liep en dat die hem begon op te vallen. Op de eerste verdieping lag een kamer met twee ramen, waarvan er een open stond. Daar zag hij een boekenkast staan en dat intrigeerde hem. Voor het andere raam hing een ondoorzichtig gordijntje. ’s Avonds klonk er pianospel en scheen er zacht roze licht door het open raam. Hij bleef daar staan tot het ophield, maar hij zag nooit iemand. Hij werd steeds nieuwsgieriger, maar durfde niet aan te bellen. Na twee jaar was het ineens afgelopen. Het huis stond leeg en nu was de betovering verbroken. Sindsdien vermeed hij de straat. Een jaar later verliet hij zijn geboortestreek om er veertig jaar later terug te keren. Het toeval wilde, dat zijn notaris dit huis voor hem had gehuurd. Toen hij dat besefte, inspecteerde hij de kamer, maar vond niets bijzonders. Het huis had veertig jaar onbewoond gestaan. In de eerste nacht toen hij in die kamer sliep, werd hij overvallen door een onbekende ziekte, waarvan hij wist, dat hij niet meer zou opstaan. Toen brak het besef plotseling door wat hem zo tot deze kamer had getrokken: het was zijn sterfkamer. Mulisch beschreef hiermee een zuivere Aha-erlebnis. Later schreef hij in “Mijn Getijdenboek”, dat toen hij de krant in 1947 opensloeg en zijn verhaal zag staan, hij het eensklaps wist: “Dit is het.”
Alles wat er verder in die krant stond, werd overstraald door zijn naam, ook al stond die foutief gedrukt als “Mulivsch”. Opnieuw een Aha-erlebnis: hij was nu schrijver! Overigens deed de plot van het verhaal wel sterk denken aan Edgar Allan Poe. Mulisch zou een groot schrijver worden met een oeuvre, dat voornamelijk beïnvloed was door Adolf Hitler en het kwaad dat door diens toedoen teweeg was gebracht. Dat mag nooit herleven. Weg daarom met die QR-code, weg met die AH-erlebnis.
De auteur Jacques Jetten is jurist.